Klaas Knot zegt het. Het IMF zegt het. Wie zegt het eigenlijk niet? Als de orthodoxie van de loonmatiging het al roept, waarom gebeurt het dan onvoldoende? De lonen moeten stijgen. Maar wel de lonen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, niet alle lonen. Als dat laatste gebeurt, dan worden sectoren die stevige concurrentie ondervinden en waar de arbeidsproductiviteit niet stijgt minder competitief, zoals het CPB hier uitlegt. En dat leidt dan weer tot werkloosheid.
Flex
De kluseconomie en de zzp-markt zijn leuk voor consumenten die profiteren van nieuwe of goedkopere diensten. Maar flex kent een prijs. Als mensen gaan gokken met hun gezondheid of werkende armen worden, dan schieten we door. De sociale problemen concentreren zich aan de onderkant van de ladder, waar werkgevers vaak ruime keuze hebben en dientengevolge de onderhandelingsmacht van zzp’ers beperkt is.
Race naar de bodem
Niet alleen voor consumenten is flex leuk, ook voor werkgevers is het lekker makkelijk dat ondernemersrisico wordt afgewenteld op kwetsbare groepen. Het wordt dan steeds lucratiever om reguliere werknemers in te wisselen voor zzp’ers. Dat is niet alleen slecht voor die zzp’ers maar ook voor de onderhandelingspositie van reguliere werknemers. En werkgevers worden soms, tegen hun wil in, door concurrenten gedwongen om af te dalen naar de bodem van de markt.
Het kan
Alle reden om aan de onderkant van de arbeidsmarkt de zzp-tarieven en het minimumloon te verhogen. Het bedrijfsleven en de overheid kunnen dit gemakkelijk ophoesten, daar zowel de bedrijfswinsten als de overheidsfinanciën er goed voorstaan.
Populisme
Er is nog een geheel andere reden om de onderkant van de arbeidsmarkt op te tillen. Mensen stemmen in toenemende mate op populistische partijen. De gevolgen zijn tamelijk ruïneus: Democratische ellende in Hongarije en Turkije, Trumpisme, Brexit en Italiaanse chaos.
In ons land lijkt het misschien nog mee te vallen met de populariteit van partijen als FvD en de PVV. Sluipenderwijs stijgt het populisme toch omdat traditionele partijen in de verleiding komen op dezelfde toer te gaan. Zo vindt Buma soms iets van Europa en maakt Klaas ‘Ballon’ Dijkhoff er een sport van om eens in de paar weken iets bizars te roepen om de hoi polloi naar de mond te praten.
It’s the economy stupid
Wat heeft populisme met lonen te maken? Niet zelden wordt immers gewezen op migratie als oorzaak van dit gestegen populisme. De geschiedenis laat zien dat migratie niet de oorzaak is maar de aanleiding vormt van populisme.
Juist economische redenen liggen ten grondslag aan onvrede, waarna kwetsbare groepen zich afreageren op nog kwetsbaardere groepen. En dat zijn nu eenmaal vaak migranten.
Economische onvrede
De onvrede beperkt zich niet tot de gevolgen van flex. Het is breder: Waarom deelt de factor arbeid onvoldoende in de welvaartstijgingen? Waarom worden de zogeheten ‘slachtoffers’ van globalisering onvoldoende gehoord? Waarom worden er bij bedrijven tegelijk mensen ontslagen en gaat het salaris van de CEO omhoog? Waarom betalen multinationals geen belasting? Waarom laat het kabinet zich keer op keer inpakken door het bedrijfsleven?
Giddens
De Britse socioloog Tony Giddens koppelt onvrede aan de snel veranderende wereld: ’a world which is shaking up our existing ways of life, no matter where we happen to be’. Die wereld, aldus Giddens, ontstaat in ‘an anarchic, haphazard, fashion….fraught with anxieties, as well as scarred by deep divisions and a feeling that we are all “in the grip of forces over which we have no control”’.
Achterhoede
Giddens laat zien dat het ongelijk verdelen van welvaart een prijs kent. En het kabinet kan die prijs sterk verlagen. Want in tegenstelling tot wat Giddens beweert, hebben we wel degelijk controle over dit proces.
In plaats van achterhoedegevechten te voeren met inburgeringscursussen, asielprocedures of gekozen burgemeesters, moet het kabinet daarom de koe bij de horens vatten en iets doen aan de lonen aan de onderkant. Dan komt de rest vanzelf.
Onbegrijpelijk
Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat kabinetspartijen in het midden van het politieke spectrum - CDA, ChristenUnie en de D66 - niet vol op het orgel gaan. Wat is er nu aantrekkelijker dan dit? Het kan financieel uit en er is geen morrende achterban die hier mordicus op tegen is.
De politiek kan zo laten zien dat het opkomt voor de gewone man. En met boter bij de vis gaat dat stukken beter dan met gele hesjes naar de mond praten. Alleen een diepgeworteld calvinisme kan deze lethargie verklaren.
Flex voor Vijftien
Robin Fransman legt het in deze voordracht voor een luidklappend FNV-publiek nog een keer uit: Het verhogen van de lonen aan de onderkant van de arbeidmarkt is waar de vakbonden voor moeten gaan. Hij heeft ook al een slogan bedacht: Flex voor Vijftien. En als ze het niet uit solidariteit met zzp’ers (die vaak geeneens lid van een vakbond zijn) willen doen, dan uit solidariteit met zichzelf.
Maar zwart werk dan?
Het optillen van de onderkant van arbeidsmarkt brengt gevaren met zich mee. Straks gaat iedereen zwart werken! Klopt. Nu is het geval dat de arbeidsinspectie sowieso verstevigd moet worden. Waarom is er juist op deze dienst bezuinigd?
Als Oost-Europese arbeiders uitgebuit worden en daardoor Nederlandse arbeiders verdrongen worden, erodeert het draagvlak voor migratie. Het investeren in arbeidsinspectie heeft een zo evident positieve kosten-baten-verhouding dat het verstand stilstaat bij zo’n bezuiniging.
Hoe dan?
Het kabinet kan niet een algemene loonmaatregel aankondigen, dat is gekkenwerk, uit de tijd en niet efficiënt. Maar de arbeidsmarkt is in veel opzichten maakbaar. Of het nu gaat om de arbeidsparticipatie van ouderen, vrouwen aan de top, de jeugdwerkloosheid of een leven lang leren, er is niets onvermijdelijks aan de uitkomsten in de arbeidsmarkt.
Nergens in de economie zijn de keuzes van de politiek zo bepalend. Zo kunnen minimumtarieven voor specifieke groepen zzp’ers geregeld worden. Dat moet dan wel langs de mededingingsautoriteit (want het is een collectieve afspraak), maar kansloos lijkt dat ook al niet.
Het kabinet kan, als werkgever, alvast het goede voorbeeld geven door het salaris van de laagste schalen op te krikken. Laat het kabinet schouder aan schouder optrekken met de vakbonden om hogere lonen te regelen. Dan kan het kabinet eindelijk laten zien dat ze niet altijd naar de pijpen van het grootkapitaal danst.
Marcel Canoy is distinguished lecturer Erasmus School of Accounting and Assurance, en columnist voor www.socialevraagstukken.nl.