TWEEGESPREK MARCEL CANOY EN JANNY BAKKER ‘Laat de burger leidend zijn’

Tijdens het Kamerdebat vorige maand over het eindverslag van informateur Tjeenk Willink bracht premier Rutte een voorstel in dat rechtstreeks uit het betoog kwam dat Marcel Canoy en Sandra van Dijk een week eerder op socialevraagstukken.nl publiceerden: laat elke uitvoeringsorganisatie een plan maken om de menselijke maat terug te brengen. Maar hoe doe je dat? Canoy ging daarover in gesprek met Movisie-voorzitter Janny Bakker.

Marcel Canoy

Marcel Canoy spart met enige regelmaat met Mark Rutte; voor hem was het geen geheim dat de premier het idee van Van Dijk en hem zou overnemen. In het stuk op Sociale Vraagstukken doen de econoom en de psycholoog het idee uit de doeken: maak de menselijke maat expliciet en laat elke uitvoeringsorganisatie met de toezichthouders een plan maken waarin staat hoe met uitzonderingen en persoonlijke omstandigheden rekening wordt gehouden, en hoe de medewerkers daarvoor beloond worden. ‘Curieus genoeg’, verzuchten de auteurs, is het expliciet maken van de menselijke maat nog nooit gebeurd.

Maar hoe doe je dat dan, zo’n plan maken, wat is die menselijke maat, van wie, en hoe zorg je dan dat dat wordt uitgevoerd? Om het denken daarover verder te brengen, schuiven Canoy en Janny Bakker bij elkaar aan tafel. Bakker is voorzitter van kennisinstituut Movisie, en als voormalig wethouder in Huizen ervaringrijk met het menselijker laten werken van uitvoeringsorganisaties. Ze schreef haar proefschrift over ‘anders kijken’, een zoektocht naar ‘responsiviteit’ in het sociaal domein. Responsiviteit is het vermogen van een professional om in te schatten wat werkelijk voor de ander van betekenis is.

Janny Bakker

Canoy en Bakker zijn het snel eens over wat ze zien. Zoals de cycli die ervoor zorgen dat er na een fraudegeval, bijvoorbeeld met een uitkering, strenger toezicht volgt. Een paar jaar later blijkt de menselijke maat dan verdwenen. Canoy zag het bij de Rabobank, waar hij een tijdje rondliep als amateur-antropoloog, Bakker zag het in de gemeente Huizen.

Een plan schrijven als remedie is natuurlijk niet zaligmakend, zo realiseren Canoy en Bakker zich. En het is al helemaal niet iets wat je van bovenaf kunt opleggen. Daarbij verschillen organisaties: een zorgverzekeraar is nu eenmaal niet hetzelfde als een toezichthouder. Maar helpen kan het wel.

Bundel Momentum voor de menselijke maat

Marcel Canoy, Sandra van Dijk en Movisie maakten samen een publicatie met aansprekende en uitdagende praktijken van de menselijke maat.

De publicatie ‘Momentum voor de menselijke maat’ werd maandag 28 juni aangeboden aan premier Rutte.

De burger, niet de instelling, moet de menselijke maat bepalen

Cruciaal is de vraag: wie bepaalt wat de menselijke maat is? In het voorstel van Canoy en Van Dijk is dat de organisatie zelf, samen met de stakeholders, dus inwoners, patiënten of cliënten. Dat moet worden getoetst met bijvoorbeeld visitaties. Bakker gaat een stap verder: ‘Ik ben zelf zover dat ik vind dat de regie bij de inwoner moet liggen. Als een professional beslist, kun je je afvragen of er dan gebeurt wat naar de menselijke maat nodig is.’

Canoy: ‘Als je niet protocolleert, zoals wij voorstellen, dan ga je dus met mensen in gesprek.’

Bakker: ‘Ja, met iedereen, één voor één. Daar mag je dan als professional wel responsief in zijn, dus zelf je kennis inbrengen. Maar uiteindelijk bepaalt die inwoner dan.’

Canoy: ‘Daarover zijn we het eens. We moeten het niet te veel bij die instellingen neerleggen, maar dat ze daar een bepaalde say in hebben, vind ik logisch. Ze kunnen dat proces van zeggenschap faciliteren.’

Van een neutraal naar relationeel mensbeeld

Eens zijn de econoom en de Movisie-voorzitter het ook over het mensbeeld dat nog weleens in de weg zit. Bakker: ‘Bij de overheid is het neutrale mensbeeld nog heel dominant. Mensen zijn daarin abstracties. We moeten toe naar een relationeel mensbeeld.’

Canoy: ‘Precies, dat je geen cliënt bent maar Janny Bakker.’

Bakker: ‘Ja, het gaat om mensen die met elkaar verbonden zijn. Waar mensen in de problemen komen, moet er een relatie zijn, dan moet je iemand kunnen bellen.’

Canoy: ‘Dat is wel iets wat in al die plannen moet terugkomen. Er is niks mis met de basisregel dat iedereen belasting moet betalen. De menselijke maat betekent natuurlijk ook weer niet dat iedereen zijn zin krijgt, maar het gaat erom dat er altijd mensen zijn die daar niet in passen.’

Bakker: ‘Hoe je het gesprek met iemand voert, is cruciaal. Stel bijvoorbeeld dat iemand binnenkomt met de eis “ik wil een scootmobiel want daar heb ik recht op”. Dan kun je heel goed eerst zeggen: “Hoe gaat het met u en waar loopt u tegenaan?” Dan kom je vaak op andere oplossingen. Dat vind ik professionaliteit. Doorvragen. Als je dat doet, dan blijkt dat je binnen bestaande regelgeving heel veel op een andere manier kunt oplossen.’

Je organisatie op basis van andere waarden inrichten

Behalve ruimte voor een ander mensbeeld vergt het hanteren van de menselijke maat ook een manier van werken die in veel organisaties niet vanzelfsprekend is.

Canoy: ‘Mensen bij de overheid zijn gewend om zich te verschuilen achter protocollen. Met het toepassen van de menselijke maat moeten ze met de billen bloot. Dat vinden ze op een hoger niveau wel fijn, maar het is tegelijk ook heel eng. Want als ze een fout maken, hebben zij die fout gemaakt en niet het systeem. Hoe krijg je die cultuurverandering tot stand? Ik ben daar geen expert in, maar ik weet wel dat het helpt wanneer je aansluit op de intrinsieke motivatie.’

Bakker: ‘Een cultuurverandering is heel ingewikkeld, heb ik gemerkt als wethouder in Huizen. Dat is daar toen vooralsnog wel gelukt. Als organisatie hebben we samen met de uitvoerders een aantal kernwaarden geformuleerd, die moeten immers uit de mensen zelf komen. Vervolgens hebben we toen gekeken naar wat ervoor nodig is om volgens die kernwaarden te werken. Denk aan: geen aparte afdelingen meer, geen schotten meer, vraagvolgende financiering, et cetera. Je gaat je organisatie dan op basis van die waarden organiseren. Wat daar heel goed bij kan helpen, is de inbreng van ervaringsdeskundigen. Natuurlijk zijn inwoners of cliënten ook weer leidend bij het formuleren van die kernwaarden.’

Is de menselijke maat dan niet duurder?

Maar, vragen we de econoom en de Movisie-voorzitter nog maar eens: wordt het met alle aandacht en tijd die er nodig is voor die menselijke maat niet duurder?

Canoy: ‘Wie zegt dat het duurder wordt, is aan het boekhouden, en dat is geen economie. Door patiënten of cliënten met de menselijke maat te behandelen, worden ze eerder beter, staan ze sterker in het leven, maken ze betere keuzes en doen ze minder beroep op overheidsvoorzieningen. Als we de lange termijn in de gaten houden, levert de menselijke maat vaak geld op.’

Ook Bakker ervaarde in haar tijd als wethouder dat werken volgens de bedoeling juist geld kan besparen. Als je goed vraagt waar mensen behoefte aan hebben, kan dat juist goedkoper uitpakken. Ook hier is een responsief gesprek doorslaggevend. Bakker: ‘Je moet niet met de boodschap komen: u krijgt minder uren. Je begint met de vraag: wat is in uw situatie nodig? En daar zet je op in, ook als daar weerstand tegen komt.’

Canoy: ‘In de zorg is dat vaak lastiger omdat besparingen elders neerslaan. De gemeente investeert dan en de zorgverzekeraar strijkt de bonus op. Er zijn alternatieve financieringsmanieren, maar dat is niet makkelijk.’

Bakker: ‘Je ziet wel dat gemeenten en verzekeraars elkaar steeds beter vinden. Een wijze les is ook daarin: begin bij die casus, bij het individu.’

Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Dit tweegesprek verscheen in het zomernummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

 

Op de foto: Sandra van Dijk, Janny Bakker en Marcel Canoy overhandigen de bundel ‘Momentum voor de menselijke maat’ aan Mark Rutte.

Fotograaf: David van Dam