Behoed ons voor het doorgeschoten burgerkracht-denken

Burgerkracht is een modewoord geworden dat te pas en onpas wordt gebruikt. Daardoor wordt het feitelijk steeds meer van elke inhoud ontdaan. Erger nog is dat de overheid burgerkracht presenteert als dé oplossing voor alle sociale kwaden en tegelijkertijd de kwetsbaren aan hun lot overlaat.

‘De zelfredzaamheid van de burger vergroten, de participatiemaatschappij, de burger als co-creator …’ Deze woordenbrij is veelal verzonnen door mensen die blaken van burgerkracht. Eerlijk is eerlijk, ook ik bediende me ervan als me dat zo uitkwam. Nu onze overheid de systemen van zorg, welzijn, wonen en arbeid ingewikkeld, traag en onbetrouwbaar heeft gemaakt, gaat het aan de lopende band over burgerkracht. Doe-het-zelf-initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat lijkt wel burgerkracht, maar veel initiatieven zijn ingegeven door jarenlange frustratie over de systeemwereld die de leefwereld van mensen niet begrijpt. Als dat maar lang genoeg doorgaat, dan hoopt die lang verwaarloosde burgerkracht zich op en komt er vanzelf weer uit. Het lijkt bijna of ze het er om doen.

Bezuinigen ja, maar loslaten ho maar

De overheid gebruikt die burgerkracht van ons vooral om allerlei bezuinigingen in te verpakken. ‘We hebben u veel te lang gepamperd, sorry, het komt ons nu wel heel goed uit als u zelf weer eens iets doet!’ De gemiddelde leeftijd van de deelnemers aan burgerkracht-doe-het-zelf-initiatieven is veelal 55-plus en vaak ‎nog ouder, grijzer en wijzer. Dus gewoon eigenbelang. Voor een soepele oude dag, liefst een beetje samen, staan de potentiële deelnemers aan burgerkracht-initiatieven te ‎trappelen van ongeduld.‎

Onze overheid moet daar nog aan wennen. ‘Loslaten’ heet dat in diezelfde beleidstaal. Dat loslaten gebeurt schoksgewijs. Bijbehorende budgetten gaan nog maar mondjesmaat naar diezelfde burger-krachtige burger. Soms duurt het even, kijk bijvoorbeeld naar het Tilburgse buurthuis dat pas na heel veel vijven en zessen in handen van de buurt is gekomen.

Het stomme is dat die overheid niet zegt, ‘hier heb je je geld terug, zoek het zelf maar uit’, maar ‘hier heb je minder geld, daar kun je hetzelfde mee als wij als overheid deden’. Het is een verkeerde boodschap om burgerkracht meteen als bezuinigingsinstrument te misbruiken. Zo gaat die burger helemaal niet hard voor je lopen.

Wel slimme burgerkracht tref je bij mensen van Social Energy/ Repair Café. Die spetteren van energie om alledaagse dingen, zoals het repareren van huishoudelijke apparaten, weer op een eenvoudige manier te organiseren. De systemen (lees fabrikanten) halen er hun neus voor op of gooien een kapot apparaat liever weg. Duurzaamheid en vakmanschap op een slimme manier gekoppeld. Hulde.

Maatschappelijke tweedeling dreigt

In al die burgerkracht initiatieven als zorg-, dorps-, welzijnscoöperaties zijn (te) weinig jongeren betrokken, die leven helaas nog in de doorgeschoten ik-maatschappij, erger nog, daar hebben we ze zelf in opgevoed. Wat wil je als je als samenleving zorgverzekeringen aanbiedt, waarin je alle ouderenzorg UIT kunt zetten en alleen de fun AAN? Of nog erger, een zorgverzekering die zichzelf IK noemt (uit de Achmea-stal). Weg solidariteit tussen de generaties.

Tot zo ver de burgerkrachtige burgers. Ik maak me ook grote zorgen over mensen die burgerkracht niet zo makkelijk aan de dag kunnen leggen. Die tweedeling neemt steeds grotere vormen aan. Tussen rijk en arm, tussen meedoen en thuiszitten, tussen werk en ‘doorgeflext’ werkloos, tussen gezond en ongezond, tussen kansrijk en kansarm. De mensen aan de andere krant van de streep kunnen niet zo maar een onsje burgerkracht inzetten, terwijl zij toch vaak royaal te maken krijgen met de gevolgen van alle bezuinigingen. Mensen die bezig zijn met overleven en nog lang niet toe zijn aan het leven van het leven zelf. Mensen bij wie het water al een hele tijd aan de lippen staat en waar alle burgerkracht en bijbehorende stress opgaan aan bureaucratisch geregel in de hokjes van de systeemwereld.

Verplicht meedoen, werkt niet

Om deze overlevers ook te voorzien van burgerkracht hebben we de burgerkracht inmiddels per wet geregeld – de Participatiewet. O wee als het even niet mee zit, dan MOET er opeens van alles. Maar verplicht meedoen, dat werkt niet. Voor mensen die aan het overleven zijn, hoor je als overheid betrouwbaar te zijn en te leveren wat nodig is. Als we echt geïnteresseerd zijn in mensen die het alleen niet redden, dan pas komen we misschien in de buurt van de kracht die mensen zelf hebben.

Bij mensen die helemaal geen netwerk hebben of een netwerk dat helemaal niet goed voor hen is, moeten we ophouden met te vragen: ‘wat kunt uzelf?’ Dat komt vanzelf wel nadat ze hebben kunnen ontstressen. En gaat het fout, oordeel dan niet te snel. Blijf nabij en zorg dat ze de fout niet nogmaals maken. Ga mee in het ritme van de mens tegenover je en niet in het ritme van de systeemwereld. Uiteindelijk heeft ieder mens zijn talenten, alleen zijn ze her en der ietwat lullig verstopt, weggestopt of langdurig onbenut.

Juist deze mensen moeten we behoeden voor het doorgeschoten burgerkracht-denken. Val ze daar in godsnaam niet mee lastig. Als het erin zit, dan komt het er wel uit, of niet. We moeten hen een handje in de rug bieden en misschien wel (levens)lang voor hen zorgen. Is dat paternalistisch, betuttelend of pamperend? Nee, dat is fatsoen, en dat regel je niet in wetten. Kortom, bezint eer ge over burgerkracht begint!

Ralf Embrechts is mede-initiatiefnemer van dorpscoöperatie Wij-Wel in Diessen (Hilvarenbeek), armoedeglossy Quiet 500 en werkt voor de MOM in Tilburg. Dit licht bewerkte artikel is eerder verschenen in het Brabants Dagblad van 12 juli 2014.

 

Foto: Bas Bogers