‘Gewoon meedoen’ met LVB vergt complexe professionele inzet

‘Gewoon meedoen’ in de samenleving: mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) willen dat zelf ook graag. Maar zo ‘gewoon’ is dat niet. De benodigde professionele inzet in de sociale basis en een goed samenspel tussen professionals en vrijwilligers staan onder druk.

Onderzoek laat het keer op keer zien: ‘gewoon meedoen’ in de samenleving is voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) niet vanzelfsprekend. Geen wonder dat zo ongeveer iedereen stelt dat dit om gepaste ondersteuning vraagt (zie bijvoorbeeld SCP, 2020). Maar hoe krijgt die ondersteuning vorm in de sociale basis, een omgeving waarin geen onderscheid maken tussen mensen en groepen mensen het uitgangspunt van professionals lijkt te zijn?

Niemand wil gereduceerd worden tot een label

Het afgelopen jaar deden wij intensief onderzoek naar deze vraag (Lucas, Welschen, & Hoijtink, 2023). Wij spraken vrijwilligers, bewoners met een LVB en professionals in en rondom vier Amsterdamse Huizen van de Wijk. Zonder uitzondering onderschrijven zij het ideaal van meedoen. Maar daarachter schuilt een wereld waarin professionals en vrijwilligers zich er op subtiele manieren voor inspannen dat dat meedoen plaats kan vinden en goed verloopt.

Stigmatisering voorkomen

De grootste uitdaging is hoe je stigmatisering van iemand met een LVB voorkomt, zonder diens specifieke ondersteuningsbehoeften uit het oog te verliezen. We zien bij professionals en vrijwilligers in de sociale basis enerzijds terughoudendheid in het benoemen van het label LVB. Zij hebben daarvoor zo hun redenen; het label kan stigmatisering in de hand werken. Niemand wil gereduceerd worden tot een label en elk mens is anders, is een belangrijke stelregel.

Dit geldt niet alleen voor mensen met een LVB, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met een ggz-achtergrond. De houding en bejegening van professionals en vrijwilligers naar bewoners met een LVB verschilt daarin dan ook niet wezenlijk van hun omgang met en begeleiding van andere bewoners.

Belang van specifieke deskundigheid

Anderzijds geven professionals en vrijwilligers aan dat er wel degelijk patronen te herkennen zijn in de behoeften en vragen van deze groep. Er zijn drempels waar mensen met een LVB  - vaker dan andere bewoners - tegenaan lopen. En er zijn manieren waarop professionals (en in mindere mate vrijwilligers) in de sociale basis daarop kunnen inspelen en drempels kunnen wegnemen.

Dat kunnen ze doen door hun professionele kapitaal in te zetten. Essentieel daarin is een mix tussen generieke deskundigheid, die ervoor zorgt dat zij toegerust zijn om met allerlei typen bewoners om te gaan, en specifieke deskundigheid in de kenmerken en ondersteuningsbehoeften van personen met een LVB. Dit laatste aspect van professioneel kapitaal – de specifieke deskundigheid – is volgens meer specialistische professionals cruciaal om mensen met een LVB erbij te halen en te houden.

Een eerste ontvangst in een buurthuis is bijvoorbeeld belangrijk. Een toegankelijk aanspreekpunt dat vertrouwen wekt, een prettige toon aanslaat, empathisch is en uitlegt wat er verwacht kan worden. Voor iemand met een LVB kan een enkele ervaring met een onprettige ontvangst genoeg zijn om nooit meer in het buurthuis te komen.

Alle professionals ervaren onvoldoende tijd om de extra inzet te plegen die eigenlijk nodig is

Het gaat hier om specifieke kennis en vaardigheden waarmee professionals en vrijwilligers gedrag beter kunnen duiden en daarop kunnen afstemmen. In ons onderzoek kwamen we tal van zulke voorbeelden tegen. Nog meer dan gebruikelijk zijn bij deze doelgroep bijvoorbeeld doorvragen en persoonlijke aandacht belangrijk voor een gevoel van veiligheid, zonder te vervallen in een kinderlijke benadering.

Doelgroepsensitieve aanpak

Dit betekent niet dat personen met een LVB vooral gebaat zouden zijn bij activiteiten in de eigen kring. Van doelgroepenbeleid is in Amsterdam ook geen sprake. Beleid is er daarentegen op gericht om bijzondere doelgroepen te includeren in het generieke aanbod, om ze te laten meedoen. Maar achter de schermen stoppen professionals en vrijwilligers de gaten van dat beleid. Zij vermijden het openlijk benoemen van een LVB, maar streven tegelijkertijd naar een setting die voor deze doelgroep verwelkomend en toegankelijk is en blijft.

Een professional verwoordt dat treffend: ‘Ik denk dat het niet eens zozeer specifiek LVB hoeft te zijn, maar wel dat je mensen hebt die  er  bewust van zijn,  of die een soort van LVB-aanpak hebben. Dus we proberen mensen er echt actief, proactief bij te betrekken. Maar dat het wel op een bepaalde manier LVB-proof is, zonder dat het misschien heel specifiek dat label heeft.’

Gewoon meedoen lijkt voor de schermen gemakkelijk te gaan, maar vergt achter de schermen dus een complexe professionele inzet. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. Professioneel kapitaal in de sociale basis en een goed samenspel tussen professionals en vrijwilligers staan onder druk door tenminste vijf ontwikkelingen die we hieronder schetsen.

Professioneel kapitaal onder druk

De al breder opgetekende werkdruk en schaarste  waarmee professionals te maken hebben, laten zich ook hier gelden. Zonder uitzondering geven alle professionals die wij spraken aan onvoldoende tijd te ervaren om de extra inzet te plegen die voor de doelgroep eigenlijk nodig is. Bovendien is de specifieke deskundigheid die nodig is in aanvulling op generieke deskundigheid niet altijd aanwezig (in de sociale basis) of beschikbaar (bij andere - specialistische - organisaties).

De verschuiving van taken van professionals naar vrijwilligers blijft een flinke uitdaging

Generieke en specialistische professionals weten elkaar soms wel te vinden, maar dat gebeurt nog erg willekeurig en ad hoc. Samenwerking vereist tijd om vertrouwensrelaties op te bouwen: tussen generalistische professionals, vrijwilligers, mensen met een LVB en specialistische professionals. Zodat mensen elkaar kennen en korte lijnen met elkaar hebben. Hierbij helpt beleid dat gericht is op continuïteit en voldoende tijd en dat samenwerking prioriteert boven concurrentie (Engbersen, 2022).

Bovendien kan het heersende beleidsideaal om niet te verbijzonderen ertoe leiden dat verschillende spelers in en rondom de sociale basis onvoldoende met elkaar communiceren over de doelgroep. Dat deze communicatie voor een flink deel bewust achter de schermen blijft, helpt de publieke zichtbaarheid ervan ook niet erg.

Spanningen onderkennen en agenderen

Ten slotte vormt de verschuiving van taken van professionals naar vrijwilligers een flinke uitdaging. Het begeleiden van zowel individuele deelnemers als groepen in de sociale basis vergt deskundigheid die niet altijd van vrijwilligers verwacht kan worden, zo zeggen ook vrijwilligers zelf. Dit vraagt om begeleiding door een professional, die daar dan weer nauwelijks tijd voor heeft.

Het is hard nodig om deze spanningen te onderkennen en te agenderen. Blijft het belang van voldoende menskracht en specifieke deskundigheid in de ondersteuning van personen met een LVB te weinig zichtbaar, dan vrezen we dat gewoon meedoen nog veel minder gewoon wordt.

Saskia Welschen, Marc Hoijtink, Pamela Lucas en Rosanne van Kommer zijn onderzoekers bij het Lectoraat Stedelijk Sociaal Werk van de Hogeschool van Amsterdam. Het lectoraat heeft het genoemde onderzoek uitgevoerd vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Amsterdam en Omgeving.

 

Foto: Mart Productions via Pexels.com