Hoe kwetsbare en weerbare bewoners in één wijk wonen

In 2003 werd ’t Groene Sticht opgericht. Dit experimentele Utrechtse woon-werkproject combineert kwetsbare mensen (ex-daklozen en mensen met ggz-verleden, met een verslavingsachtergrond en met een verstandelijke beperking) en weerbare bewoners met idealen. Wat kunnen de ervaringen binnen dit project ons na 14 jaar leren over informele ondersteuning van kwetsbare burgers in een buurtsamenleving?

’t Groene Sticht in Utrecht lijkt een model voor de participatiesamenleving en in het bijzonder voor het organiseren van informele ondersteuning voor kwetsbare burgers in een buurtsamenleving. De eerste plannen voor het project dateren uit 1997. Toen realiseerde predikant en politicus Ab Harrewijn commitment van Utrechtse bestuurders voor de totstandkoming van een experimentele woon-werkbuurt. Het project moest draagvlak genereren voor opvang van dak- en thuislozen en voor informele ondersteuning van sociaal kwetsbare bewoners die moeite hebben zich staande te houden ‘in onze geïndividualiseerde samenleving’. Een ‘eigentijdse vorm van solidariteit’ was het doel, met niet alleen kwetsbare en weerbare mensen, maar ook van jongeren, ouderen en gezinnen en mensen met zeer lage en bovenmodale inkomens. In 2002-2003 is ’t Groene Sticht tot stand gekomen.

110 mensen in ’t Groene Sticht

Momenteel wonen er zo’n 110 mensen in ’t Groene Sticht. De buurt is ruim en groen opgezet. De meeste gebouwen staan rond een centraal plein. Opvallend is de gerenoveerde boerderij, met een restaurant waarin mensen met een verstandelijke beperking – die overigens niet in de buurt wonen -  koken, bedienen en schoonmaken. In de aanbouw is een ‘gastenverblijf’ waarin de ‘gasten’, dak- en thuislozen afkomstig uit de nachtopvang in Utrecht, tijdelijk verblijven om hun volgende stap te maken in hun proces van herstel.

Aan het plein staat ook een groot gebouw met de kringloopwinkel en de woongroep van Emmaus Parkwijk, waarin dak- en thuislozen en andere vrijwilligers samen wonen en samen werken door het ophalen, sorteren, repareren en verkopen van tweedehandsspullen. In de voormalige mestsilo is een meubelwerkplaats gevestigd, waar mensen met een verstandelijke beperking meubels maken en repareren.

Ook zijn er twee wooncomplexen met sociale huurwoningen, enkele koophuizen en woningen voor jongeren. Het is een levendige, gemengde buurt met veel bedrijvigheid. Regelmatig worden buurtactiviteiten georganiseerd door de woonvereniging, soms markten voor alle Leidsche Rijners, maar meestal activiteiten exclusief voor Groene Stichters, zoals filmavonden. Zorg- en welzijnsorganisaties de Tussenvoorziening en Reinearde en de woon/werkgemeenschap Emmaus Parkwijk zelf zorgen voor begeleiding en ondersteuning van de cliënten en zijn samen met de woonvereniging verantwoordelijk voor het beheer van de fysieke en sociale infrastructuur van de buurt.

Een levendige en solidaire buurt

In 2011 is in de buurt een vragenlijst afgenomen voor een SCP-onderzoek naar sociale cohesie. Daaruit kwam naar voren dat in ’t Groene Sticht de sociale samenhang en betrokkenheid boven het gemiddelde ligt van Nederlandse buurten (Overburen 2012). Twee externe evaluaties van ’t Groene Sticht (Kluft en Metz 2010, Fermin e.a. 2016) bevestigen het positieve oordeel van de interne evaluaties van 2008 en 2014.

Tijdelijke en vaste bewoners met een hulpverleningsachtergrond ervaren de buurt als een veilige en tolerante omgeving, waarin ze zich gekend voelen. Kortom, een buurt met goede buren die hier ook wel ‘noabers’ worden genoemd. Informele ondersteuning neemt verschillende vormen aan, van elkaar groeten en aankloppen bij iemand die zich lang niet heeft laten zien tot het betrekken van daklozen uit het gastenverblijf bij het opbouwen van een biologische markt. Door samen wonen, werken, besluiten en door gezamenlijke activiteiten groeit er een vorm van wederkerigheid en verbinding tussen de verschillende groepen bewoners en werkers (Kluft en Metz 2010).

Professionals van woningbouwvereniging Portaal en welzijnsorganisatie de Tussenvoorziening constateren dat dak- en thuislozen in ’t Groene Sticht voor minder overlast zorgen en minder vaak last hebben van een terugval dan daklozen die woonruimte krijgen toegewezen in een anonieme buurt. Ten slotte zijn ook de buren van ’t Groene Sticht tevreden over vooral de kringloopwinkel en het restaurant en klagen ze zelden tot nooit over overlast.

Een maakbare buurtsamenleving?

’t Groene Sticht is een experiment dat door de tijd heen is ontwikkeld en bijgesteld. Centrale uitgangspunten: de selectie van vaste bewoners en ‘gasten’, het zoeken naar een juiste verhouding tussen weerbare en kwetsbare bewoners, afstemming van informele en formele netwerken en voorzieningen, een centrale rol voor de bewoners, een gedeelde visie van alle betrokken organisaties, een flexibele organisatiestructuur en een beperkte maar belangrijke rol voor de coördinator bij het beheer van de sociale en fysieke infrastructuur (zie Fermin e.a. 2016, 2018).

Deze uitgangspunten zijn door de tijd heen bijgesteld, gevoed door interne evaluaties waarbij alle bewoners en werkers werden betrokken. Zo is de selectieprocedure voor nieuwe vaste bewoners strenger geworden; een sociaal actief verleden blijkt een betere voorspeller voor actieve bewoners dan uitgesproken intenties. De buurt draait op actieve bewoners, maar bewoners ‘met idealen’ blijken regelmatig weinig actief, terwijl kwetsbare bewoners zich soms ontwikkelen tot actieve bewoners. Daarom wordt met een flexibele vorm van categorisering gewerkt; bewoners kunnen zich ontwikkelen van ‘actief’ tot ‘niet-actief’ en omgekeerd.

Bij het handhaven van de ‘ideale mix’ van een derde maatschappelijk kwetsbare bewoners en twee derde weerbare bewoners wordt nu ook rekening gehouden met het verloop: weerbare bewoners verhuizen regelmatig – de huurwoningen zijn te klein voor gezinnen – terwijl kwetsbare bewoners zelden tot nooit verhuizen. Tevens blijkt meer professionele ondersteuning nodig. Sinds kort is de coördinator tevens sociaal makelaar, terwijl Emmaus, de Tussenvoorziening en Reinaerde zich actiever inzetten voor de buurtactiviteiten. En er wordt vaker informele hulp georganiseerd, zoals in maatjesprojecten.

Goed voorbeeld doet volgen

De uitgangspunten van ’t Groene Sticht vormden een inspiratie voor drie andere Utrechtse projecten. In 2014 werd Parana (in de wijk Overvecht) gerealiseerd, in 2016 gevolgd door Majella-Wonen. Beide mengen dak- en thuislozen met reguliere huurders. De eerstgenoemde in een flat van vijf verdiepingen, de tweede in twee appartementencomplexen waarin de bewoners in principe permanent wonen.

Deze projecten zijn niet alleen een variatie, maar ook een verbetering op de uitgangspunten van ’t Groene Sticht. Ze zijn niet zo ruim opgezet om vrijblijvendheid te verminderen en ontmoeting te bevorderen. Je komt eerder in actie als je direct overlast heb van je buren in een portiekwoning. Nieuw is ook dat de coördinator jaarlijkse ‘functioneringsgesprekken’ voert met de bewoners, waarin ze zich ook uitspreken over hun plannen voor het komend jaar in het complex.

Wat kunnen we ervan leren?

’t Groene Sticht en de andere Utrechtse projecten laten zien dat een ‘eigentijds model van solidariteit’ gecreëerd kan worden in wooncomplexen of buurtjes door selectie en mengen van weerbare en kwetsbare bewoners, in combinatie met professionele ondersteuning en begeleiding. Zo’n betrokken en solidaire buurt komt in de buurt van wat de Wmo beoogt met een zorgzame buurtsamenleving.

Maar juist de veeleisende voorwaarden laten zien dat zo’n zorgzame buurtsamenleving onder ‘normale’ omstandigheden een ideaal zal blijven. De ervaringen met de Utrechtse projecten zijn vooral lessen voor de tal van gemengd-wonen-projecten die in Nederland als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten (Zie Van der Velden e.a. 2017) en waarin regelmatig weerbare en kwetsbare bewoners worden gemengd.

 Alfons Fermin is zelfstandig onderzoeker (Fermin Onderzoek & Advies) op het terrein van sociale en stedelijke vraagstukken en beleid.

 

Literatuur:

Fermin, Alfons (red.) (2016) InnoSI WP4 Case Studies, The Netherlands: ‘t Groene Sticht.  Door Alfons Fermin, Marijke Christiansson, Lia van Doorn and Gercoline van Beek. Utrecht: Hogeschool Utrecht

Fermin, Alfons, Sandra Geelhoed & Rob Gründemann (2018) ‘Sociale innovatie als voortduren proces: ’t Groene Sticht en De Volle Grond in Utrecht’, hoofdstuk 6 in : P. M. Karré, H. Dagevos en G. Walraven (red.) Sociale innovatie in de praktijk, Van Gorcum

Kluft, Maaike en Judith Metz (2010). ’t Groene Sticht, beschrijving van de good practice. Utrecht: Movisie.

Overburen (2012). ‘De gelukkigste plek van Nederland (resultaten SCP onderzoek) en kort verslag van de resultaten van het onderzoek naar beleving van de buurt door bewoners van ’t Groene Sticht’, in: Overburen (blad van de bewoners van ’t Groene Sticht)

Van den Velden, Jeroen, Tiggeloven, Pim en Gelinck, Sander (2017). De Magic Mix– de update. Een verkenning van wooncomplexen waar verschillende doelgroepen gemengd wonen. Den Haag: Platform31.

 

Foto: Emmaus Utrecht