ANALYSE Polarisatie bestrijden? Laten we het democratisch houden

Tegenwoordig zijn we vaak somber en bezorgd over polarisatie. Maar dat is niet per se nodig, schrijft politicoloog Menno Hurenkamp. Over de kunst van woede, hard debat en protest.

De toon waarop we meestal over polarisatie spreken, is bezorgd. Álle recente stukken op socialevraagstukken.nl1 beschouwen polarisatie als onderdeel van een probleem. Begrijpelijk, want de maatschappelijke spanningen zijn bij vlagen enorm.

In 2009 dacht de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) nog dat het probleem van polarisatie niet meer was dan stigmatisering van bevolkingsgroepen.2 De bestorming van het Capitool in Washington in januari 2021 moet daar op zijn laatst een einde aan hebben gemaakt. De boeren onderstreepten dat deze zomer nog eens.

Maar juist vanwege dat geweld is polarisatie ook nodig. Het helpt om drie vormen ervan te onderscheiden.3

Democratische polarisatie

De eerste vorm van polarisatie is democratische polarisatie. Dan gaat het om het verhelderen van wereldbeelden door scherpe accenten te leggen. Dit soort vreedzame botsing hoort bij het pluralisme. Simpele of emotionele stellingname tussen burgers onderling of tussen volksvertegenwoordigers helpt om iedereen invloed te geven op de besluitvorming.

Woede, hard debat en protest leveren het soort heldere stellingname op waar het bestuurders of coalitiepartners nog weleens aan ontbreekt. Mensen die niet de hele dag het nieuws volgen, kunnen zo toch hun plaats bepalen. Het maakt dat je weer even weet waar je bij hoort.

Voor zover er sprake is van betekenisgeving zit die nogal eens in het aanscherpen van vijandbeelden

De oudere lezers en historici herinneren zich dat de PvdA van de jaren zeventig zelfs bewust een ‘polarisatiestrategie’ voerde om de vermaledijde confessionelen te dwingen kleur te bekennen: waren ze progressief of conservatief? (Het antwoord was ‘conservatief’, want Nederland is een rechts land en de PvdA hield er eerst vooral de andere linkse partijen mee klein, daarna zichzelf.)

Groepspolarisatie

Alleen: tegenwoordig zijn we dus vaak somber over polarisatie. Dat komt omdat er ook twee andere vormen zichtbaar zijn, in de context van grote sociologische veranderingen als secularisering, individualisering en groeiende ongelijkheid. Die vormen hebben meer te maken met de natuurkundige interpretatie van polarisatie, als een lichtbundel of een trilling die maar één kant, in plaats van alle kanten, op gaat.

Dan gaat het allereerst om afnemend contact tussen leefwerelden en daarmee om afnemende erkenning van mensen met een andere mening als relevante gesprekpartner – groepspolarisatie. Oude en jonge mensen, rijken en armen, stedelingen en provincialen, witte Nederlanders en Nederlanders van kleur, theoretisch en praktisch opgeleide mensen die elkaar niet meer ontmoeten en/of niet meer vertrouwen. Want de zuilen zijn verdwenen, maar er is niet echt iets voor in de plaats gekomen.

Wat delen een jonge academisch opgeleide Rotterdammer en een oude praktisch opgeleide Tegelenaar precies? Deze zorg is reëel; met name een afwijkende politieke voorkeur (meer dan bijvoorbeeld geloof of opleiding) leidt tot grote tegenstellingen tussen groepen. Maar de vraag is wel hoe ‘erg’ deze polarisatie − ook wel ‘affectieve polarisatie’ genoemd − is, en of die nieuw is of in golfbewegingen komt.4

Misschien hebben we iets van de grammatica van de verzuiling – daarbij was overleg aan de top nodig, maar liefde tussen communisten en christenen niet – nog wel in de vingers.

Absolute polarisatie

Dat geldt minder voor de overtreffende trap van de groepspolarisatie, en dat is de absolute polarisatie: de clustering van voorkeuren op extremen of het ‘verdwijnen van het midden’.

Er lijkt bijvoorbeeld sprake te zijn van het fenomeen dat extreme partijen in ieder geval hun eigen kiezers radicaliseren.5

Beide groepen vinden gesprek en dialoog halfzachte prietpraat waarachter de macht zich verstopt

Dit verschijnsel is echt problematisch vanuit democratisch perspectief, omdat compromissen lastiger worden, omdat de bereidheid om zich in elkaars standpunt te verplaatsen afneemt, omdat de instituties van de rechtsstaat inboeten aan geloofwaardigheid en geweld dus wint als geloofwaardige oplossing voor problemen.

Het doel van absolute polarisatie is verbinding verbreken, en voor zover er sprake is van betekenisgeving zit die nogal eens in het aanscherpen van vijandbeelden (denk aan Farmers Defence Force).

Het verdwijnende midden?

Op deze manier valt de huidige vrees voor polarisatie te begrijpen. De vrees is dat democratische polarisatie (goed!) faalt bij gebrek aan passende bemiddelende instanties. En dat als gevolg daarvan de beschikbare energie zich vertaalt in groepspolarisatie (te vermijden!) of zelfs absolute polarisatie (problematisch!).

De verschijnselen die deze vrees illustreren, overlappen. Weliswaar staat niet vast of er sprake is van causale mechanismen − klopt het wel dat gebrek aan de ene polarisatie leidt tot overborrelen van de andere polarisatie? − maar áls we het nu over polarisatie hebben, gaan de gedachten telkens uit naar twee groepen ‘beeldenstormers’, die het beeld versterken dat het midden verdwijnt. Beide groepen vinden gesprek en dialoog halfzachte prietpraat waarachter de macht zich verstopt, en beide groepen willen graag heilige huisjes neerhalen.

Denk aan de populisten van links en rechts die de publieke opinie bespelen met de verlangens van de gewone man en die via complottheorieën de gevestigde orde willen ondermijnen, en aan radicale gelovigen die het beu zijn dat geloof een privézaak is.

Op links stellen ze de legitimiteit van de eisen van minderheden ter discussie, want het gaat in de samenleving immers slechts om inkomen. Op rechts stellen ze de legitimiteit van het staatsapparaat ter discussie, want dat is in handen van minderheden. En de radicale gelovigen willen met geweld de hemel op aarde vestigen. Onrecht moet worden hersteld en dat gaat niet zachtjes: ‘Er komen tribunalen.’

Extreem geweld

De andere groep beeldenstormers wil weg van iedere vorm van homogeniteit: identiteitsdenkers, die de koloniale erfenis, de christelijke erfenis of de heteroseksuele dominantie ter discussie willen stellen en die pogingen tot woordvoerderschap door niet-slachtoffers aanvechten. Emancipatie vergt een gevecht en dat kan niet zachtjes, vrouwen moeten voortaan ‘wezens met een baarmoeder’ heten want anders voelen de mannen die zich vrouw voelen zich buitengesloten.

Bij beide groepen komt nogal wat agressie vrij. Dat is niet per se nieuw. De krakers van de jaren tachtig zeiden: ‘Jullie rechtsstaat is de onze niet.’ Daarnaast kregen bijvoorbeeld staatssecretaris Aad Kosto (1991) en Centrumpartij-politica Wil Schuurman (1986) te maken met extreem geweld.

Globalisering, immigratie en sociale media geven polarisatie vorm en inhoud

Wat wel vaststaat, is dat de woordvoerders van het midden in het beklaagdenbankje staan. Zie bijvoorbeeld hoe vanuit populistische hoek succesvol het beeld is neergezet van mainstream media­, waar nota bene ook De Telegraaf toe wordt gerekend. Instituties als politieke partijen, rechtbank, ombudsman en universiteit worden gezien als deel van een probleem – dat soms gedefinieerd wordt in termen van sociaal-economische ongelijkheid (verschillen in inkomen, vermogen en afnemende sociale zekerheid) en soms in termen van culturele ongelijkheid (onbehagen over geloof, buurtgevoel, vrijheid van meningsuiting).

Homogener dan ooit

Mogelijk zijn er vooral nieuwe woorden en categorieën nodig. Globalisering, immigratie en sociale media geven polarisatie vorm en inhoud die we niet in de taal van de verzuiling (1900-1994) kunnen vatten. Maar de meeste ruzies blijven binnen de perken. Sterker, we zijn in veel opzichten veel homogener dan we ooit waren en veel conflicten die ons of onze ouders nog op de banken joegen, zijn allang naar de achtergrond verdwenen.6

Denk aan man-vrouw-verschillen, de acceptatie van seksuele minderheidsidentiteiten, de afname van de meeste religieuze verschillen, het verdwijnen van dialecten of van generatieconflicten, het verdwijnen van statusverschillen op de werkvloer. We zijn op veel onderwerpen niet meer, maar minder van mening gaan verschillen, alleen over de (on)wenselijkheid van globalisering, lidmaatschap van de EU en directe democratie lijkt het contrast sterker.7 Vandaar mogelijk ook dat ten tijde van corona mensen massaal uitweken of terugkeerden naar de gevestigde media voor informatie.

Zinniger dan polarisering bestrijden: denk na over hoe je polarisatie democratisch kunt houden

Alleen voelt het voor veel mensen blijkbaar niet alsof we homogener worden. Culture wars met (volgens rechts) de genderneutrale wc als pars pro toto voor de ondergang van het Avondland en (volgens links) Harry Potter-auteur J.K. Rowling als de baarlijke duivel zelf.

Sociale media geven een enorme en vooral ook anonieme dynamiek aan dat soort radicalisering. Maar ze kunnen er ook aan bijdragen dat het fenomeen van de polarisering overschat wordt, dat we met z’n allen kijken naar een paar echokamers of bubbels die alleen maar betekenis krijgen voor de mensen die er niet op inloggen, omdat ze via reguliere media horen over ‘Twitter-fitties’.

Binnen de perken

Zinniger dan polarisering willen afzweren of bestrijden, kan het zijn om na te denken over hoe je polarisatie democratisch kunt houden. De samenleving kent zeer betrokken burgers, die elkaar echter lang niet altijd tegenkomen of willen tegenkomen omdat hun wereldbeelden te ver uiteenlopen. En ook allerlei groepen min of meer afgehaakte burgers, met wie het sowieso lastig in contact komen is.

Je kunt al die mensen op ongeveer drie manieren benaderen. Ten eerste kun je ze vragen om beter of meer na te denken, om bewustwording te ondergaan – anders kijken. Je kunt ook bekijken of je gedragsverandering bij mensen kunt bewerkstellingen – anders doen. Ten slotte kan het zo zijn dat de instituties van de verzorgingsstaat van dienst kunnen zijn om polarisatie binnen de perken te houden. Bijgaande figuur werkt dat uit met wat willekeurige voorbeelden. Het is bij wijze van denkoefening. Kibbel erover met collega’s.

 

Menno Hurenkamp is publicist en is als politicoloog verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is een bewerking van een inleiding voor het Humanistisch Verbond in mei 2022. De thema’s komen terug in het met Jan Willem Duyvendak geschreven boek De macht der gewoonte (Amsterdam University Press, 2021).

 

Noten

1 socialevraagstukken.nl/?s=polarisatie.

2 In 2009 heette het: ‘Polarisatie is terug van weggeweest. In het land waar “polderen” een werkwoord werd, lijken de maatschappelijke en politieke tegenstellingen recent weer toe te nemen. Voor het eerst is polarisatie ook object van doelgericht overheidsbeleid’ (RMO (2009). Polariseren binnen onze grenzen. Amsterdam: SWP).

3 Wie meer definities wil, kan bijvoorbeeld bij deze collectie essays terecht: Levin, S.A., H.V. Milner & C. Perrings (2021). The dynamics of political polarizationProceedings of the National Academy of Sciences, 118 (50); of bij Paul Dekker & Josje den Ridder (2014). Polariseert Nederland? Ontwikkelingen in politiek-culturele tegenstellingen. In: M. Bovens, P. Dekker & W. Tiemeijer (red.), Gescheiden werelden? (p. 103-129). WRR/SCP: Den Haag.

4 ‘Ongeveer driekwart is het eens met de stelling dat in ons land de meningsverschillen steeds groter worden. Mensen noemen de mentaliteit, de media en de multiculturele samenleving als oorzaken daarvan. […] Afgaande op bevolkingsenquêtes is er weinig reden tot zorg over toenemende meningsverschillen en verharding. Er is over de hele linie geen sprake van afnemende overeenstemming in de publieke opinie. De stelling “Er zijn men­sen die ik ben gaan haten om de standpunten die zij innemen” krijgt in 2018 iets meer steun (16%) dan in 2012 (13%), maar minder dan in 1970 (19%)’ (Dekker, P. & J. den Ridder (2019). Burgerperspectieven 2019-1).

5 ‘Voters supporting right-wing parties moved further to the right, and voters supporting left-wing parties moved further left’, p. 900-901 in: Bischof, D. & M. Wagner (2019). Do voters polarize when radical parties enter parliament? American Journal of Political Science, 63 (4), 888-904.

6 Duyvendak, J.W. & M. Hurenkamp (2004). Kiezen voor de kudde. Lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep; Alba, R. & J.W. Duyvendak (2019). What about the mainstream? Assimilation in super-diverse times. Ethnic and racial studies, 42 (1), 105-124.

7 Dekker, P. & J. den Ridder (2019). Burgerperspectieven 2019-1, 44-45.

 

Foto: Sebastiaan Ter Burg (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1635 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. “Sterker, we zijn in veel opzichten veel homogener dan we ooit waren en veel conflicten die ons of onze ouders nog op de banken joegen, zijn allang naar de achtergrond verdwenen”

    Inderdaad kan de vraag gesteld worden of er in werkelijkheid sprake is van (sterke) polarisatie.
    Polarisatie blijkt vooral in de (sociale) media voor te komen en in de hoofden van journalisten en sociale wetenschappers. Ze dienen vooral de kijkcijfers en oplages erg goed.
    De burger blijkt over veel (politieke) zaken homogeen te denken en dat heeft te maken met het feit dat veel burgers met dezelfde problemen worden geconfronteerd.
    Ten denken valt aan het fileprobleem, woningnood, hoge energielasten, stijgende inflatie, tijdelijke arbeidscontracten en een onzekere bestaanssituatie op het gebied van milieu en gezondheid.(Corona). De genoemde vormen van polarisatie hebben vooral betrekking op de relatie tussen burger en overheid. Politieke partijen kunnen hierbij het voortouw nemen maar zij worden door de burger vooral gewantrouwd omdat zij zelf een deel van het probleem vormen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *