INTERVIEW Meindert Fennema: ‘Democratie is een bezielend verband’

De Amsterdamse hoogleraar politicologie Meindert Fennema neemt vandaag afscheid. Ex-communist, inmiddels super-democraat, verdediger van Janmaat, bekritiseerd biograaf van Wilders, graag geraadpleegd door Bolkestein en nimmer weglopend voor een conflict.

Is hij er rouwig om dat hij binnenkort afscheid moet nemen van de Universiteit van Amsterdam (UvA), van de politicologische faculteit waaraan hij veertig jaar verbonden is? Fennema, blijmoedig: ‘Nee, na ruim veertig jaar lesgeven, onderzoek doen en vooral ook protesteren tegen misstanden op de faculteit en in het bestuur, vind ik het wel welletjes. Ik ben ooit begonnen als ”intellectuele hooligan” en neem nu afscheid als gerespecteerd hoogleraar.’ Hij lacht er hard om.

Richtinggevende elite node gemist

Veel onderzoek heeft Meindert Fennema (1946) gedaan naar politieke en bestuurlijke elites. De titel van zijn afscheidsbundel wijst erop dat hij weinig vertrouwen heeft in het voortbestaan van de oude, aristocratische elite. Ze wist de aanval in de jaren zeventig op haar positie nog gedeeltelijk te pareren door de uitdagers in haar gelederen te incorporeren. Tegen de eis om inkomen, kennis en macht te spreiden hadden ze ook weinig bezwaar.

Fennema: ‘Aan het begin van deze eeuw kwam een ‘populistische’ beweging op, die de inmiddels nieuw gevormde elite, de linkse kerk, op haar beurt uitdaagde. Maar anders dan in de jaren ‘70 – de tijd van mijn hooliganisme - zei de elite dit keer niet: kom erbij. Integendeel, ze is een gevecht aangegaan dat ze naar alle waarschijnlijkheid verliest.’

‘De huidige elite wil de strijd aangaan met wat ze verhuftering noemt. In mijn afscheidsbundel Help! De elite verdwijnt die vandaag verschijnt, laat ik zien dat die hufterigheid ook al aanwezig was bij de Maagdenhuisbezetting, in de verstoringen van de colleges en bij columnist Piet Grijs. Dat vond men toen echter geen hufterigheid, maar nu de aanval van rechts komt opeens wel. Ik vind de reactie van de huidige elite niet inhoudelijk en vol dédain. Ook als ze afgeeft op GeenStijl, ja. Dat is gewoon het café geworden, en in een café worden nu eenmaal onaangename dingen gezegd. Ik ben het ook niet eens met mijn generatiegenoten Geert Mak en Annet Bleich die PowNews uit de Kamer willen weren. Hun oordeel over het fatsoen is politiek ingekleurd, en ook weinig democratisch.’

Hufterigheid is al oud

‘Nog iets over die hufterigheid: dat wordt door de huidige elite, bijvoorbeeld door mensen als Bas van Stokkom en Dick Pels, als een groot probleem ervaren en dan niet alleen vanwege de wansmaak, maar ook door de asociale omgangsvormen in het publieke domein. Maar er is altijd veel geweld geweest in de lagere klassen. Ik ben gedeeltelijk opgegroeid op het platteland en daar werd heel veel gevochten, zonder dat dat als probleem werd gezien. Omdat de publieke ruimtes nog tamelijk gescheiden waren. Nu is de ruimte opener en daarmee kwetsbaarder.’

‘Vanuit democratisch oogpunt gezien valt er door de uitdaging van de elite nu meer te kiezen. Je kan nu kiezen voor mensen die migratie een verrijking vinden voor de samenleving en mensen die het zien als het einde van onze beschaving. Dat zijn behoorlijke verschillen.’

Op welke elite heeft Fennema tegenwoordig zijn hoop gevestigd? De hoogleraar: ‘Ik zal mijzelf een vraag stellen namens jullie: hoe komt het nu dat de verwording in het HBO veel groter is dan bij de universiteiten? Dat komt omdat die universiteit een oude, eerbiedwaardige instelling is, heel robuust. Het HBO is heel snel gegroeid, samengevoegd, en nog eens, en nog eens. Daar mist die institutionele robuustheid. Het fatsoen zit in zulke oude instituties. Ik ben er om die reden ook erg tegen dat de Provinciale Staten zouden worden opgeheven.’

Overheid moet etnische organisaties steunen

Behalve op elites was Fennema de afgelopen decennia ook gefixeerd op vragen rond multiculturaliteit. En op Hans Janmaat, leider van de Centrum Democraten, met wie hij regelmatig sprak. Fennema was in de jaren negentig een van de weinigen die het voor deze, zoals hij destijds werd genoemd, ‘racist’ opnam. Fennema: ‘Janmaat was een gewoon rechts mens. We studeerden tegelijkertijd politicologie. Hij was wat ouder, een conservatieve querulant, had altijd een groepje studenten om zich heen. Dat hij geen charisma zou hebben vind ik een constructie achteraf. Hij was in het begin heel sterk in de Kamer. Politiek gezien was hij een wegbereider voor Bolkenstein. Zowel de VVD-leider als Fortuyn hebben overwogen om Janmaat in bescherming te nemen, maar hebben dat niet gedaan uit electorale overwegingen. Een van de redenen dat Bolkenstein mij zo aardig vindt, is dat ik dat wel heb gedaan. Hij vond natuurlijk ook dat die man schandelijk behandeld was voor wat hij aan de orde stelde.’

Tegelijk is Fennema, tegen de huidige tijdgeest in, nog steeds een overtuigd multiculturalist. ‘Bolkestein heeft me een keer gebeld met de vraag hoe ik multiculturalist kan zijn zonder me aan cultuurrelativisme te bezondigen. Ik heb toen geantwoord dat dat prima samengaat; ik kan toch gewoon vinden dat achterlijke culturen recht van bestaan hebben?’

Hij vervolgt monter: ‘Sterker nog, ik vind dat etnische organisaties in het maatschappelijk middenveld steun van de overheid verdienen. Waarom? Omdat ze mensen aan de samenleving koppelen.’

Lid van club van massamoordenaars wordt democraat

In één fundamenteel opzicht is Fennema radicaal van gedachten veranderd. Met typerende zelfspot zegt hij: ‘Als lid van de communistische beweging heb ik regimes gesteund die elders op de wereld miljoenen mensen over de kling joegen. Ik was kortom jarenlang lid van een vereniging van massamoordenaars.’

Na die laatste opmerking zwijgt hij even, kijkt ons met vorsende blik aan alsof hij zich ervan wil vergewissen dat de woorden voldoende zijn ingeslagen, en vervolgt dan: ‘Het was bij mij een kwestie van klassenhaat om lid van de CPN te worden. Ik realiseerde me dat de elite eigenlijk alleen maar bang was voor de CPN. Die partij was angstaanjagend. En toen dacht ik: dan moet je daar bij wezen. Die klassenhaat herken ik nu ook bij de Wildersaanhangers.’

‘De grote ommekeer begon toen ik ontdekte dat de Communistische Partij Nederland intern eigenlijk een hele onaangename organisatie was, die mensen die er anders over dachten intimideerde. Daardoor, plus de ontwikkelingen in Vietnam, China en de Sovjet Unie, werd het me steeds duidelijker dat communisme geen prettige manier was om de samenleving te organiseren.’

Affairettes in de biografie van Wilders

Fennema deed anderhalf jaar geleden veel stof opwaaien met zijn biografie van Geert Wilders, Geert Wilders - Tovenaarsleerling. Dat hij daarin aan het fantaseren sloeg over wat er in het hoofd van de PVV-leider omging werd hem - vooral door journalisten – nogal kwalijk genomen. Fennema: ‘Er zijn mensen die zeggen dat ik het niet nodig had. Maar ik wilde een publieksboek maken en ik wilde Wilders schetsen zoals ik denk dat hij is. Ik heb wel de “affairettes” erin gezet omdat ik dacht: dat is goed voor de publiciteit. Ik wilde er iets in zetten waarover journalisten ontzettend boos zouden worden. En dat is gelukt. Grünberg wijdde er twee columns aan en ook anderen. Ik zou het zo weer doen.’

De bejegening van Wilders staat in schril contrast met die van Hans Janmaat. Werd die laatste medio jaren ’90 op basis van de artikelen 137c en van de Grondwet veroordeeld wegens discriminatie, vorig jaar werd PVV-leider Wilders voor veel verdergaande uitspraken in een geruchtmakend proces op basis van hetzelfde artikel vrijgesproken. Fennema: ‘Op basis van Janmaats veroordeling had Wilders zeker veroordeeld moeten worden voor haat zaaien en discriminatie.’

We komen aan het einde van het gesprek nog een keer terug op de balans van zijn carrière. Waarom heeft Fennema zich eigenlijk nooit ingelaten met ordeningsvraagstukken van de samenleving zoals andere publieke intellectuelen als Hans Boutellier, Gabriël van den Brink of James Kennedy? Fennema: ‘Een bezielend verband bedoelen jullie?’ Hij denkt even na. ‘Ik denk dat jullie daar wel een kern te pakken hebben. Dat bezielende verband heb ik in de CPN meegemaakt; dat had hele prettige kanten maar de keerzijde ervan was dat er een grote mate van vrijheid verloren ging. Democratie, zo democratisch mogelijk, is het bezielende verband dat voor mij is overgebleven. Het is heel goed mogelijk dat ik bij mijn afscheid niet automatisch herinnerd zal worden als grote democraat. Maar ik hoop wel dat mensen zullen zeggen: “wat hij schreef deed ertoe”.’

Meindert Fennema maakt vandaag bekend dat hij met de verdiende royalties van zijn Geert Wilders-biografie een promotiefonds opricht voor afgestudeerde vluchtelingen. Het fonds gaat de Peter Baehrprijs heten, naar de in 2010 overleden hoogleraar mensenrechten en Amnesty-activist. Fennema: ‘Ik wilde het eerst de Geert Wilders Moslima Award noemen, maar dat werd me afgeraden. Mensen hebben heel weinig humor, hè.’

Jan van Dam is freelance journalist. Marcel Ham is hoofdredacteur van TSS, het tijdschrift voor sociale vraagstukken, het blad waarin dit interview deze maand volledig verschijnt.