Kiezersgroepen die minder participeren, krijgen politiek minder aandacht

Thema’s die voor veel personen uit ondervertegenwoordigde groepen (migratieachtergrond, moslims, vluchtelingen) belangrijk zijn, krijgen volgens onderzoekers Jaco Dagevos en Floris Vermeulen in de politiek weinig ruimte. Wat is nodig om mensen het gevoel te geven dat ze adequaat worden vertegenwoordigd?

Onze democratie functioneert optimaal als iedereen kan participeren, gehoord en vertegenwoordigd wordt en dit ook zo ervaart. Maar is de politiek er inderdaad voor iedereen? Politiek actieve geïnteresseerde en gehoorde burgers vormen namelijk zelden een dwarsdoorsnede van de bevolking. De ongelijkheid in participatie, vertegenwoordiging en invloed is selectief en in het voordeel van meer welvarende personen en groepen. Er kan op die manier een vicieuze cirkel ontstaan.

Niet gehoord, niet gezien

De problemen van kiezersgroepen die minder participeren, krijgen politiek minder aandacht. Hierdoor wordt het gevoel niet gehoord en gezien te worden verder versterkt en dat leidt vervolgens tot een grotere ervaren kloof met de politiek en nog minder politieke betrokkenheid. In de huidige Nederlandse politiek is een praktische opleiding, en daaraan gekoppeld een bepaalde inkomenspositie en/of een specifieke migratieachtergrond van invloed op minder politieke participatie en minder ervaren politieke invloed.

Tegen deze achtergrond presenteerde het SCP in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en Radboud Universiteit in januari 2024 de studie Is de politiek er voor iedereen?, een grootschalig mixed-methods onderzoek (survey, focusgroepen en individuele interviews) naar de ervaren representatie, institutioneel vertrouwen en politieke participatie bij personen met een migratieachtergrond. Daarbij is in het bijzonder gekeken naar personen van wie de wortels buiten Europa liggen en de nakomelingen van deze migranten (eerste en tweede generatie).

Het onderzoek kijkt naar ervaren descriptieve representatie (specifieke kenmerken van de personen in de politiek, zoals etnische achtergrond, huidskleur of religie) en naar inhoudelijke representatie (de mate waarin personen ervaren dat de acties en positionering van politici en partijen overeenkomen met hun wensen en belangen).

Het hebben van gedeelde ervaringen wordt als cruciaal beschouwd voor ervaren politieke vertegenwoordiging

Het idee is dat descriptieve representatie leidt tot betere inhoudelijke representatie vanwege grotere responsiviteit voor de wensen en belangen van de groep die zij vertegenwoordigen. In de literatuur wordt gesproken over politics of presence. Gedeelde ervaringen en kennis kunnen specifiek zijn voor personen met bepaalde kenmerken, en het aan de orde stellen daarvan in de politiek is voor een belangrijk deel voorbehouden aan personen met die kenmerken. Het hebben van gedeelde ervaringen wordt hierbij als cruciaal beschouwd voor ervaren politieke vertegenwoordiging.

Nederlandse politiek weinig divers

Het onderzoek laat zien dat veel Nederlanders met een migratieachtergrond de politiek, met name de Haagse politiek, als weinig divers ervaren. Zo laat onderstaande tabel zien dat een meerderheid van de Nederlanders met een migratieachtergrond vindt dat er te weinig mensen met een migratieachtergrond in de Tweede Kamer zitten.

Figuur 1: Aandeel dat aangeeft dat het goed zou zijn als er meer personen met een migratieachtergrond in de Tweede Kamer zouden zitten, naar herkomstgroep en generatie, 15 jaar en ouder, 2020 (in procenten). Gebaseerd op de vraag: ‘Het zou goed zijn als meer personen met een migratieachtergrond in de Tweede Kamer zouden zitten.’ Antwoordmogelijkheden waren: helemaal mee oneens, nee oneens,  mee eens, helemaal mee eens, weet niet/geen antwoord. Weergegeven zijn de resultaten voor mee eens en helemaal mee eens. Bron: SCP/CBS (SIM’20).

Bij het beoordelen van descriptieve representatie gaat het niet alleen om herkomst, huidskleur of religie, maar ook om kenmerken als klasse, geslacht en opleiding. Zo merken respondenten op dat de meeste politici theoretisch zijn opgeleid en afkomstig zijn uit hogere maatschappelijke klassen, en als gevolg daarvan de bevolking niet goed representeren en kúnnen representeren. Een gedeelde migratieachtergrond staat evenwel voor veel respondenten centraal als het gaat om politieke vertegenwoordiging.

Politici bagatelliseren onderwerpen die veel mensen met een migratieachtergrond  belangrijk vinden, of schuiven ze terzijde

Het belang van politics of presence wordt breed onderschreven. Politici met gedeelde ervaringen zullen eerder en beter relevante standpunten aan de orde stellen. Die gedeelde ervaringen gaan onder meer over de migratiegeschiedenis (bijvoorbeeld als vluchteling of hetzelfde herkomstland) of ervaringen met uitsluiting vanwege herkomst, religie of huidskleur en het verzet daartegen.

Respondenten hebben het gevoel dat er door de politiek niet naar mensen zoals zij geluisterd wordt. Politici bagatelliseren onderwerpen die mensen zoals zij belangrijk vinden, of schuiven ze terzijde. Het zijn ervaringen die wijzen op epistemic injustice: het niet willen kennen en erkennen van bepaalde ervaringen en vormen van kennis in de politieke context.

Daaraan gerelateerd constateren de respondenten dat politici met een migratieachtergrond of die moslim zijn, zich in de politiek niet kunnen of willen uitspreken over kwesties rondom diversiteit en inclusie. Het ontbreekt aan ruimte voor zowel personen als opvattingen die recht kunnen doen aan de verhalen, behoeften en belangen van bepaalde religieuze en etnische groepen. Dat doet afbreuk aan het idee door de politiek te worden vertegenwoordigd.

Het wordt als uitsluiting ervaren en draagt bij aan het gevoel dat deze groepen geen onderdeel zijn van het systeem en er geen deel van uit mogen maken. Het tast daarmee ook de geloofwaardigheid van de politiek aan.

Verschillen migrantengroepen

In het algemeen is het zo dat de meer gevestigde groepen zich minder door de politiek voelen vertegenwoordigd dan groepen die nog niet zo lang in Nederland zijn. Zo voelen personen met een vluchtelingenachtergrond zich doorgaans goed door de politiek vertegenwoordigd. Dit heeft te maken met de reference point-hypothese: het politieke systeem in Nederland wordt vergeleken met dat van het land van herkomst, dat voor velen een reden was om het land te ontvluchten. Nederlanders van de tweede generatie voelen zich gemiddeld gesproken het minst inhoudelijk vertegenwoordigd door de politiek.

Opvattingen over uitsluiting in de samenleving en in het politieke systeem gaan hand in hand

Uit deze studie komt nadrukkelijk het belang naar voren van ervaren uitsluiting en discriminatie. Het gevoel dat groepen en personen niet meedoen en niet meetellen, draagt bij aan ervaren afstand ten opzichte van het politieke systeem, zowel in termen van representatie (descriptief en inhoudelijk) als in termen van politiek vertrouwen.

Het onderzoek laat hiermee zien dat opvattingen over uitsluiting in de samenleving en over uitsluiting in het politieke systeem hand in hand gaan. Het lijkt erop dat de beoordeling van het politieke systeem vooral betrekking heeft op hoe de politiek omgaat met vraagstukken rondom inclusie en diversiteit. Dat betreft zowel de descriptieve als inhoudelijke vertegenwoordiging: beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Verhaal, wensen en aspiraties

Personen met een migratieachtergrond betrekken bij de beoordeling van politieke vertegenwoordiging, zo laat het onderzoek zien, zowel descriptieve als inhoudelijke representatie. Dat gaat verder dan alleen de aanwezigheid van politici die op hen lijken en die hun belangen goed vertegenwoordigen. Het heeft betrekking op het hele politieke systeem (descriptief) en op de inhoud en het gedrag van individuele politici (inhoudelijk). Ook gaat het over de kansen die personen met een migratieachtergrond krijgen om hun verhaal, wensen en aspiraties voor het voetlicht te krijgen.

Het probleem is niet automatisch opgelost als meer personen met migratieachtergrond in de politiek aanwezig zijn

Politici met gedeelde ervaringen zorgen volgens respondenten voor een meer responsief politiek systeem dat beter in staat is de problemen te adresseren van mensen die op hen lijken.

De bevindingen wijzen erop dat er een grote behoefte is aan relationele gelijkheid. Relationele gelijkheid vereist dat leden van een samenleving elkaars morele waarde erkennen en een gelijke sociale status hebben. Het veronderstelt verder dat er sprake is van gelijke kansen om deel te nemen aan het politieke systeem en dat alle perspectieven en belangen gelijk worden gewogen in besluitvormingsprocessen. Respondenten zien descriptieve en inhoudelijke vertegenwoordiging hierbij als integraal onderdeel, waarin hun gedeelde ervaring, religieuze overtuiging en/of migratieachtergrond politiek wordt geaccepteerd.

Adequaat vertegenwoordigd

Dit onderzoek wijst daarmee op een dynamische relatie tussen (descriptieve en inhoudelijke) representatie, het vertrouwen in politiek en instituties en politieke participatie. Descriptieve representatie van personen met een migratieachtergrond is een belangrijke eerste stap voor politieke representatie en vertrouwen. Het is aan personen met een bepaalde religieuze of migratieachtergrond, die gedeelde ervaringen hebben, om verhalen, belangen en standpunten onder de aandacht te brengen van de politiek.

Descriptieve vertegenwoordiging is dus van belang, maar dit onderzoek laat ook zien dat inhoudelijke representatie daar geen vanzelfsprekend gevolg van is. Respondenten wijzen erop dat er sprake is van een forse kloof tussen wat zij belangrijk vinden en de vertaling in beleid en gedrag en de opvattingen van politici. Juist de thema’s die veel personen die tot een ondervertegenwoordigde groep behoren (migratieachtergrond, moslims, vluchtelingen) van belang vinden, krijgen in de politiek weinig ruimte.

Het probleem is dus niet automatisch opgelost als er meer personen met een migratieachtergrond in de politiek aanwezig zijn; het is ook van belang ruimte te geven aan deze groepen. Dit is allebei nodig om mensen het gevoel te geven dat ze adequaat vertegenwoordigd worden in de politiek.

Jaco Dagevos is senior onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en als bijzonder hoogleraar Integratie en migratie verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Floris Vermeulen is universitair hoofddocent Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, en voormalig directeur van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES). Dit artikel is eerder verschenen op stukroodvlees.nl

 

Foto: Sebastiaan ter Burg (Flickr Creative Commons)