Als de recente rapporten en artikelen op deze site over het verbinden van de leef- en systeemwereld één ding laten zien, is het wel onze zoektocht naar verbinding. Alleen al de titel van het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Gezien, gehoord en geholpen willen worden, is een roep om te verbinden. Ghorashi et al. roepen op deze site op tot de wijsheid van relationele verbindingen. Maja Ročak brengt inwoners en ambtenaren in verbinding met elkaar. Olaf Stomp schrijft over verbinding tussen cliënten en professionals. Marije van den Berg et al. willen bestuurders en burgers verbinden. En de ombudsman van Amsterdam, Munish Ramlal, zoekt naar de verbinding tussen de systeem- en de leefwereld.
Cruciaal maatschappelijk vraagstuk
In een context waar een ander SCP-rapport (Den Ridder e.a. 2023) ons wijst op het gebrekkige vertrouwen van burgers in politiek en overheid, wordt verbinding een cruciaal maatschappelijk vraagstuk. En verbinden blijkt niet makkelijk. Marieke Bourgonje zet in haar artikel aan de hand van het voorbeeld van Pierre eerlijk uiteen hoe ingewikkeld een echte verbinding is voor professionals. Als professionals te dichtbij komen en daadwerkelijk iets doen wat op dat moment helpt, worden ze door hun organisatie, collega’s en eigen geweten terechtgewezen.
De regels van de systeemwereld maken verbinding moeilijker
De principes van gelijkheid, efficiëntie en doelmatigheid zijn weliswaar nodig voor eerlijk en goed openbaar bestuur, maar staan vaak de mogelijkheid voor ‘het doen wat nodig is’ en gewoonweg ‘menselijke contact’ in de weg. De regels van de systeemwereld maken verbinding moeilijker.
Vakmanschap voor verbinding
Maar niet onmogelijk, zo laat menig onderzoek zien. Steeds vaker wordt er in de bestuurskunde gekeken naar de alledaagse momenten waarop de burger met de staat in contact komt. De analyses van deze public encounters (Bartels 2014; Raaphorst & Van de Walle 2018) geven belangrijke inzichten die richting kunnen geven aan wat ik ‘vakmanschap voor verbinding’ zou willen noemen. Ik zal vier inzichten uitlichten.
Er is altijd machtsongelijkheid tussen inwoners, ambtenaren, professionals en bestuurders
Om te beginnen uit het onderzoek dat ik deed met de planoloog John Forester en bestuurskundige David Laws naar publieke professionals. Daar leerden we dat de discretionaire ruimte (Lipsky 1980), die Marieke Bourgonje ook noemt, cruciaal is voor verbinding. Binnen die ruimte, die tussen de gestelde regels en de alledaagse situatie in zit, zagen we dat professionals conflictsituaties konden transformeren naar constructieve samenwerkingsverbanden door context-sensitief te improviseren (Forester e.a. 2021). Maar hoe doe je dat nou?
Interpretatief luisteren
Ten eerste werd er tijdens context-sensitief improviseren niet zomaar geluisterd naar de verhalen van mensen en al helemaal niet alleen naar aanknopingspunten voor oplossingen. Er werd geluisterd met interpretatie, wat zoveel betekent als luisteren, zien, horen en voelen op een manier die je de informatie achter het verhaal doet begrijpen. De dingen die niet worden gezegd, maar wel worden bedoeld. De waarden die onder de beschrijving van handelingen liggen. En de belangen die achter de standpunten schuilgaan.
Interafhankelijkheid
Ten tweede maakten deze professionals een analyse van de relaties, waardoor de machtsverhoudingen zichtbaar werden. Zoals verschillende genoemde auteurs op de site ook aanhalen, is er altijd machtsongelijkheid tussen inwoners, ambtenaren, professionals en bestuurders. Deze machtsverschillen verdwijnen niet door er niet over te praten of net te doen alsof iedereen gelijk is. Zwijgen hierover zorgt juist voor wantrouwen.
Context-sensitief improviseren vraagt om het zichtbaar maken van wat wij ‘interafhankelijkheid’ noemen: het zichtbaar maken van de manieren waarop iedereen van elkaar afhankelijk is. Inwoners van bestuurders en ambtenaren voor voorzieningen, bestuurders van inwoners voor stemmen, cliënt van professional voor hulp en professional van cliënt voor professioneel succes.
Maar dit betekent niet dat die verhoudingen gelijk zijn; er zitten voor de één grotere afhankelijkheden in dan voor de ander, en die moeten worden benoemd.
Ruimte om te improviseren
Ten derde gebruikten de professionals die wij volgden hun discretionaire ruimte om creatief te improviseren. Dat deden zij niet in een vacuüm, maar juist met kennis van de regels en eisen van de bureaucratie, aangevuld met hun betere begrip van de verhalen van mensen met wie ze werkten en hun analyse van de interafhankelijke relaties.
We zouden de improvisatieruimte in organisaties moeten waarderen
Dit sluit aan op het advies van Ghorashi et al. die stellen dat er verschil kan worden gemaakt in de tussenruimten waarin tussenpersonen tussen de regels kunnen denken. We zouden die improvisatieruimte in organisaties dus moeten waarderen; leidinggevenden of bestuurders kunnen actief ruimte scheppen die het mogelijk maakt om actief te werken aan de verbinding tussen mensen in de systeem- en de leefwereld.
Erkenning
Ik wil nog een vierde inzicht toevoegen aan het vakmanschap voor verbinding, en dat is de praktijk van erkenning. Ik zag in mijn onderzoek naar burgerparticipatieprocessen geregeld hoe de goede bedoelingen van ambtenaren eindigden in onbedoelde, maar niet minder pijnlijke, situaties van miskenning (Verloo 2023b). Ik vroeg me af waar die miskenning nu in zat. Er werd meestal niets onaardigs of verkeerds gezegd en toch voelden bewoners zich miskend en niet gehoord. In een recent artikel (Verloo 2023a) analyseerde ik drie vormen waarmee de micropolitiek van miskenning plaatsvond in goedbedoelde interacties.
’Ongewenst’ verhaal
Ik zag dat mensen zich miskend voelden als hun verhaal niet als legitiem erkend werd. Bijvoorbeeld omdat de representativiteit van hun verhaal ter discussie werd gesteld, of omdat hun verhaal als eigenbelang werd weggezet. Of inwoners die vertelden over zaken die er in dat gesprek niet toe deden en waaraan een halt werd toegeroepen.
Inwoners tonen hun politiek engagement anders dan ambtenaren verwachten
Op dat moment worden er grenzen gesteld aan welke verhalen wel en geen ruimte krijgen. Grenzen stellen is prima, maar meestal wordt dat gedaan zonder eerst erkenning te geven aan het ‘ongewenste’ verhaal. Begin bij erkenning van iemands verhaal. Sla dat niet over. Mensen zijn voor een groot deel de verhalen die zij vertellen. Door een verhaal te ontkennen of te miskennen, misken je de mens die het vertelt.
Gebruik van taal
Naast het miskennen van verhalen zag ik hoe mensen miskend werden door onbewust of onbeholpen gebruik van taal. Uitspraken die paternalistisch overkwamen, spreken over ‘cliënten’ in plaats van over ‘mensen’, de eigen kracht en daarmee de eigen verantwoordelijkheid steeds benadrukken ‒ het waren allemaal momenten van miskenning. Kunnen we op zoek naar de taal van erkenning? De woorden die onze eigenwaarde versterken, die ons doen geloven in onze kracht?
Ruimtelijk negeren
Als laatste zag ik ook hoe onbedoelde ruimtelijke praktijken miskenning kunnen opleveren. Maja Ročak refereert er ook aan in haar stuk; de erkenning als politieke actor. Inwoners tonen hun politiek engagement anders dan ambtenaren verwachten. Bijvoorbeeld mensen die een plek bezetten. Zij doen misschien iets ludieks, maar zoeken doorgaans interactie met autoriteiten. Als je dat negeert, negeer je hun politieke handeling. Kijk voorbij de eerste indruk en herken zowel formele als informele politieke acties, erken ze door er juist op af te gaan.
Gezond dat er verschil bestaat tussen manier waarop openbaar bestuur werkt en hoe burgers keuzen maken
Geen probleem
De kloof tussen de systeem- en de leefwereld hoeft geen probleem te zijn. Sterker nog, het is heel gezond dat er verschil bestaat tussen de manier waarop het openbaar bestuur werkt en hoe burgers hun keuzen maken. Als de systeemwereld de leefwereld zou koloniseren, wordt niemand daar gelukkiger van.
We kennen allemaal de voorbeelden van mooie lokale initiatieven die met goede bedoelingen werden overspoeld door de systeemwereld, ineens moesten voldoen aan regelgeving en subsidie-eisen en kort daarna ophielden te bestaan.
Professionals, ambtenaren en lokale bestuurders kunnen wel nadenken over hoe zij de verbindingen gemakkelijker kunnen maken, zodat we niet alleen zorgen voor passende oplossingen, maar ook voor menselijke verbindingen waar iedereen een beetje gelukkiger van wordt.
Nanke Verloo is universitair docent Stedelijke Politiek en Planologie aan de Universiteit van Amsterdam en zit in de redactie van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.
Bronnen
- Bartels, K.P.R. (2014). Communicative capacity: The added value of public encounters for participatory democracy. The American Review of Public Administration, 44(6), 656-674
- Forester, J., N. Verloo & D. Laws (2021). Creative discretion and the structure of context-responsive improvising. Journal of Urban Affairs, 1-18
- Lipsky, M. (1980) Street-Level Bureaucracy. Dilemmas of the Individual in Public Services. New York: Russel Sage.
- Raaphorst, N. & S. van de Walle (2018). A signaling perspective on bureaucratic encounters: How public officials interpret signals and cues. Social Policy and Administration, 52(7), 1367-1378. DOI: 10.1111/spol.12369
- Ridder, J. den, S. Kunst & C. Hartman (2023). Burgerperspectieven 2023 | bericht 2. Den Haag: SCP
- Verloo, N. (2023a). Ignoring people: The micro-politics of misrecognition in participatory governance. Environment and Planning C Politics and Space. DOI: 10.1177/23996544231182985.
- Verloo, N. (2023b). Tien ‘kritieke momenten’ voor betere burgerparticipatie in lokale besluitvorming. Amsterdam: Van Gennep