Groeiende kansenongelijkheid dreigt onder jongeren 

De kansenongelijkheid tussen jongeren neemt toe. Wie niet over de juiste relaties beschikt, heeft minder kans op een leuke stage of interessante baan, op financiële ondersteuning of op hulp bij het combineren van werk en gezin. Er dreigt een onzichtbare muur te ontstaan tussen jongeren met en zonder hulpbronnen.

Eind augustus publiceerde de SER een rapport over kansen en belemmeringen van jongeren in 2019.1 Het rapport laat zien dat jongeren te maken hebben met kansen, onzekerheden en belemmeringen. Jongeren weten wat van hun leven te maken. Daar werken ze hard voor, en dat is om met recht trots op te zijn. Het onderwijs en de arbeidsmarkt zijn de afgelopen decennia in een aantal opzichten verbeterd en toegankelijker geworden. Op de woningmarkt ontstaan initiatieven voor meer woningen voor jongeren.

Jongeren staan onder druk

Er zijn echter ook zorgen. Zo zorgt het sociaal leenstelsel voor onzekerheid over de betaalbaarheid van een (vervolg)opleiding. De schulden die ontstaan door het huidige stelsel hebben invloed op vervolgstappen in het leven, zoals het kopen van een huis en het starten van een gezin. Jongeren hebben langer een flexbaan en daardoor minder werk- en inkomenszekerheid. Op de woningmarkt hebben ze het moeilijk vanwege de beperkte beschikbaarheid van woningen en worstelen ze met het financieren van een woning. Deze ontwikkelingen zijn op zichzelf al lastig voor jongeren, maar de stapeling maakt het problematisch en leidt bij relatief veel van hen tot gevoelens van onzekerheid, tot stress, prestatiedruk en gevoelens van machteloosheid.

Het gevolg is dat jongeren hun mijlpalen steeds later in hun leven bereiken. Zo verlaten jongeren later het ouderlijk huis, vergeleken met vijf jaar geleden al één jaar later.2  Ze gaan later dan eerdere generaties samenwonen of trouwen en krijgen later hun eerste kind. Dat is in veel gevallen geen vrijwillige keuze maar wordt veroorzaakt door de toegenomen onzekerheid.

Er ontstaat een tweedeling door een onzichtbare muur

Deze kansen en belemmeringen gelden voor alle jongeren, maar er is een tweedeling zichtbaar tussen jongeren die met name profiteren van de kansen en jongeren die het meest getroffen worden door belemmeringen en onzekerheden. Het SCP beschreef eerder vier kapitaalvormen die mensen als hulpbron kunnen hebben: persoonskapitaal, economisch kapitaal, cultureel kapitaal en sociaal kapitaal.3 Jongeren die beschikken over voldoende hulpbronnen hebben meer mogelijkheden hun kansen te verzilveren. Kwetsbare jongeren hebben minder kansen om hun positie te ontstijgen en beschikken over minder hulpbronnen om risico's op te vangen.

De scheidslijn tussen jongeren aan de ene kant en aan de andere kant van deze onzichtbare muur wordt niet direct bepaald door bijvoorbeeld opleidingsniveau of afkomst. Wel van belang is het onderscheid dat het SCP in 2016 maakte tussen bestaande en nieuwe scheidslijnen.4

Bestaande scheidslijnen in onze samenleving worden met name gevormd door economisch kapitaal, het hebben van de juiste opleiding, de beschikking over voldoende inkomen en vermogen. Lange tijd speelde de meritocratische gedachte een rol: als je maar hard genoeg werkt, goed onderwijs volgt en de juiste diploma’s haalt, dan kom je er wel. Een diploma alleen blijkt echter niet meer genoeg.

Beschikking over sociaal kapitaal wordt steeds belangrijker

Het SCP beschrijft een verdieping van bestaande scheidslijnen wanneer risico’s zich voor bepaalde groepen opstapelen, zoals nu bij jongeren. En er ontstaan nieuwe scheidslijnen omdat de beschikking over sociaal kapitaal steeds belangrijker wordt. In het geval van jongeren geldt: als je beschikt over een goed netwerk, dan vind je makkelijker een stage, krijg je eerder financiële hulp bij het kopen van een woning en praktisch hulp bij het combineren van werk met een jong gezin.

Mogelijk speelt hier de zogeheten seismograaffunctie van de jeugd een rol: jongeren voelen en tonen de eerste verschuivingen van ontwikkelingen die later mogelijk op grotere schaal plaatsvinden.5 Zo zien we dat niet alleen het leven van jongeren stressvoller en onzekerder wordt, maar het leven van alle mensen. En dat leidt tot gevoelens van machteloosheid en onbehagen.6 Als de verwachtingen van het SCP uit 2016 uitkomen en we terechtkomen in een meer dynamische, complexe en veeleisende samenleving dan is het niet zo vreemd dat de negatieve effecten hiervan in de eerste plaats terechtkomen bij jongeren. Zij hebben immers nog weinig zekerheden opgebouwd.

Aanbevelingen om het maximale uit zichzelf te kunnen halen

Een belangrijke vervolgvraag is hoe we de onzichtbare muur kunnen doorbreken. Ons rapport geeft een aantal aanbevelingen zodat alle jongeren het maximale uit zichzelf kunnen halen. Op één staat met stipt de invoering van een generatietoets, die kan worden gebruikt bij de invoering van nieuw beleid en wetten en bij het sluiten van politieke en sociale akkoorden. Om de te voorkomen dat generaties onevenredig worden getroffen door een stapeling van beleid, moet vooraf beter duidelijk zijn wat het effect is van nieuwe maatregelen op huidige en toekomstige generaties.

Daarnaast pleiten we onder meer voor gedegen onderzoek naar de (negatieve) gevolgen van het sociaal leenstelsel; een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt; meer betaalbare woningen voor jongeren; en aandacht voor de toenemende prestatiedruk en stress.

Elkaar helpen te profiteren van elkaars sociaal kapitaal

Tot slot is er de vraag hoe we elkaar kunnen helpen de onzichtbare muur te doorbreken. Als de beschikking over sociaal kapitaal steeds belangrijker wordt, hoe kunnen we er dan voor zorgen dat alle jongeren, alle mensen, hiervan kunnen profiteren? In ieder geval ook door over de eigen muur heen te kijken en een ander op weg te helpen, bijvoorbeeld bij het vinden van een stage, door te attenderen op een baan, door te helpen in het moeras van regels of te ondersteunen in de zorg voor naasten.

Eva Buwalda werkt als beleidsmedewerker bij de Directie Sociale Zaken van de SER. Bo Lemmens werkt daar als medewerker beleidsondersteuning.

 

Noten

  1. SER (2019). Hoge verwachtingen. Kansen en belemmeringen voor jongeren in 2019. De verkenning is uitgevoerd door het SER Jongerenplatform.
  2. CBS (2019). Studerende en werkende jongeren later uit huis.
  3. SCP (2014). Verschil in Nederland.
  4. SCP (2016). De toekomst tegemoet. Leren, werken, zorgen, samenleven en consumeren in het Nederland van later.
  5. Zie ook: Denkwerk (2019). Onrust in voorspoed. Hoe een stabiele samenleving vraagt om inbedding.
  6. Prakke, H. (1959). De ‘seismograaffunctie’ der jonge generatie. Amsterdam: Noord-Hollandse Uitgeversmaatschappij.

 

Foto: Marco Derksen (Flickr Creative Commons)