Ouders in Nederland kunnen niet opvoeden. Dat lijkt althans de boodschap van pedagogen als Willem de Jong (“Het Verwende Kind Syndroom”), Steven Pont (“Dispraktische kinderen”) en Aryan van der Leij (“Aan pret ten onder”). De regionale kranten weten ons te vertellen dat kinderen steeds minder zelfstandig zijn en Nederland3 in samenwerking met de VPRO verzorgde een thema-avond over de vraag: verwennen wij onze kinderen niet teveel?
De boodschap dat ouders het slecht doen, hun kinderen verwennen of teveel beschermen (‘helicopterouders’), zodat ze niet genoeg frustratietolerantie opdoen om tot weerbare, verantwoordelijke volwassenen uit te groeien, gaat er bij de opinio communis goed in. Zelfs Ronald Plasterk in zijn nieuwe functie als minister van Binnenlandse Zaken wist te vertellen dat ouders hun kinderen eindelijk eens moeten gaan opvoeden.
Ouders doen het dus niet goed, maar wat vinden zij er zelf van? Uit het jubileumonderzoek van het blad J/M in 2007 bleek dat ook ouders genoeg hebben van de softe aanpak en pleiten voor een strengere opvoeding, ook op school. Maar vooral bleek dat ouders vinden dat zij zelf goed opvoeden, maar anderen niet. Ruim driekwart van de ouders ergerde zich aan andermans kinderen: zij vonden ze asociaal, ongehoorzaam en brutaal.
Maar wat klopt ervan? Doen ouders het zo slecht? In de afgelopen decennia is de nadruk in de opvoeding verschoven van gehoorzaamheid, discipline en karakter naar gelukkig zijn. En inderdaad, onze kinderen zijn de gelukkigsten ter wereld. Ter geruststelling, de belangrijkste opvoedingsdoelen zijn nog altijd: verantwoordelijkheidsgevoel hebben, rekening houden met anderen, goede manieren hebben, verdraagzaam zijn, behulpzaam zijn en respect hebben voor ouderen. Daarna komen zelfstandig oordelen, weten waarom dingen gebeuren en ouders gehoorzamen. (Bron: SCP)
Met de opvoeding willen ouders hun kinderen voorbereiden op hun latere, volwassen leven. Dit is in de afgelopen vijftig jaar een stuk ingewikkelder geworden. Wat zijn de eisen waaraan ons kind later zal moeten voldoen? De toekomstige arbeidsmarkt eist vooral flexibiliteit en zelfsturing.
Een al te strakke opvoeding, met veel discipline en gezag, leidt daarbij juist niet tot toekomstig maatschappelijk succes. In de moderne samenleving heeft het kind een eigen moreel kompas nodig, met zelfreflectie en innerlijke motivatie. Dat is waar de meeste ouders toe opvoeden. Daarom mogen we concluderen dat ouders het prima doen, ze besteden veel tijd (twee keer zoveel tijd als hun eigen ouders deden) en nog meer moeite aan hun kroost, zonder daarin gesteund of daarvoor gewaardeerd te worden.
Het Verwende Kind Syndroom
Toch verschijnen om de haverklap studies die benadrukken hoe slecht ouders opvoeden. Neem nou zo’n boek als “Het Verwende Kind Syndroom” van Willem de Jong. Veel ouders, zo schrijft hij, doen aan problematisch verwennen. Ze zijn te toegeeflijk in materiële zin of in aandacht en/of stellen te weinig grenzen. Dat is volgens hem een vorm van verwaarlozing en leidt bij kinderen tot een verstoorde ontwikkeling, problematisch gedrag en soms zelfs tot stoornissen als ODD. Het boek blijkt een enorm succes en De Jong spreekt graag op bijeenkomsten van leerkrachten in het basisonderwijs.
Maar nergens in het boek van De Jong vind je cijfers. Om hoeveel ouders gaat het eigenlijk? Om hoeveel kinderen en jongeren? De Jong hield het vaag: aan een zaal vol leerkrachten vroeg hij: wie herkent dit? Dan gingen de vingers omhoog. Tja, dat is een vorm van framing in de categorie: wie denkt wel eens aan de Eiffeltoren? Zeg dan maar eens: nee, nooit. Bovendien gaat het om àndere ouders, aangegeven door leidsters in de kinderopvang of leerkrachten op school. Dat zegt toch eigenlijk meer over de verhouding tussen ouders en professionals, of liever gezegd: over de beeldvorming van ouders die bij leerkrachten en leidsters heerst.
In NRC Next gaf De Jong wel cijfers: volgens hem zijn er in elke klas wel één of twee problematisch verwende kinderen. Kijk, daar kunnen we wat mee. Zo’n klas telt gemakkelijk 30 kinderen. Als op 30 kinderen er 1 of 2 problematisch verwend zijn, gaat het dus om 1/30 tot 1/15 deel oftewel 3,3 tot hooguit 7% van de kinderen. Zeven procent!! Als ik als pedagoog in deze tijd van overvloed en consumentisme zou constateren dat slechts 7% van de kinderen problematisch verwend is, dan zou ik toch echt een rondedansje maken. Tijd voor een feestje, zou je zeggen. Maar nee, niet volgens Willem de Jong. En met hem vele andere pedagogen.
Waarom dan toch die klaagzangen, en vanwaar hun succes?
Deze pedagogen sluiten duidelijk aan bij een gevoel van maatschappelijke onvrede. De wereld is onoverzichtelijk en onzeker. Met hun diagnose van de opvoeding geven zij een gevoel van houvast. Men is het eens over het probleem en de onvrede krijgt een duidelijke vorm. Dit mechanisme staat wel bekend als Morele Paniek, waarbij de volksduivels in dit geval de opvoeders en hun verwende kinderen zijn.
Er is nog een andere invalshoek. Volgens de filosoof René Gude is de opkomst van het Christendom aan het begin van onze jaartelling (dus 2000 jaar geleden) mede te danken aan de sterke aantrekkingskracht en het gevoel van houvast van de begrippen schuld en zonde. Op die manier bekeken, wordt duidelijk dat die succesvolle pedagogen met hun klaagzangen eigenlijk de dominees zijn van deze tijd. Na een periode van secularisatie zoeken mensen naar houvast, dat niet geboden wordt door onze alles-relativerende postmoderne filosofie. De pedagogen prediken zonde en verval, en een ieder knikt instemmend om vervolgens gelouterd weer naar huis te gaan. De parallel is duidelijk: wij zijn allen verantwoordelijk voor ons eigen succes en verantwoording schuldig, niet zozeer aan de overheid, maar aan God, of anders wel aan ons eigen geweten.
Ondanks dat de cijfers het tegendeel uitwijzen: Nederlandse ouders doen het prima, steken meer tijd in de opvoeding dan ooit, kinderen zijn gelukkig en slechts een kleine minderheid is problematisch verwend, is het succes van de pedagogen duidelijk. En dat ligt niet alleen aan hen: degenen die roepen dat het allemaal wel meevalt, hebben minder succes (en als zij zzp’er zijn: minder inkomsten). De succesvolle pedagogen sluiten aan bij een behoefte aan richting en zingeving die óók past bij deze tijd, namelijk eigen verantwoordelijkheid en eigen schuld. De nieuwe religie is niet zozeer het christendom, als wel het neo-liberalisme dat elke verwijzing naar structurele tekorten afserveert als slachtofferdenken.
Maar het lijkt me geen goede ontwikkeling. Ouders zijn gebaat bij een heldere analyse en ondersteuning in hun belangrijke maatschappelijke taak. In plaats van ze voortdurend te bashen, zouden we ze kunnen steunen met een coherent beleid of met helder, positief advies. Dat is overigens iets wat J/M wèl doet, met tips over hoe je je kind op een goede manier kunt verwennen.
Wat De Jong en consorten ook mogen beweren, de gevolgen van hyperparenting en verwennende ouders zijn te verwaarlozen. De meeste ‘verwende’ kinderen komen uiteindelijk prima terecht. Dit gaat helaas niet op voor kinderen die het echt slecht hebben: zij die opgroeien in armoede. Hierover zijn wèl cijfers beschikbaar, namelijk 11 procent. Zij kunnen niet op vakantie, hebben niet altijd een warme maaltijd en hebben niet dezelfde kansen op een succesvolle schoolcarrière. Maar dat is een probleem dat structureel beleid vereist, in plaats van een morele oproep tot beter gedrag en eigen verantwoordelijkheid. En daar hebben de ministers duidelijk geen zin in.
Bronnen en literatuur
1. Aryan van der Leij in Het Parool van zaterdag 13 april 2013: ‘Ouders hebben het te druk met zichzelf’. En in de Volkskrant van dezelfde datum: ‘Aan pret ten onder’. Mayke Calis in de regionale dagbladen van zaterdag 9 februari 2013: ‘Kinderen steeds minder zelfstandig.’ En thema-uitzending van Nederland 3 en vpro: `Alles voor je kind’ http://programma.vpro.nl/vpro-thema/
2. Het jubileumonderzoek van J/M: http://www.jmouders.nl/Themas/Opvoeding/Opvoeden/Heimwee-naar-de-drie-Rs.htm
2. Lex Herweijer en Ria Vogels: Ouders over opvoeding en onderwijs. SCP 2004
3. Onderzoek van Unicef: http://www.vertreknl.nl/6911/nederlandse-kinderen-zijn-gelukkig
4. Opvoeden tot zelfsturing en autonomie: C. Brinkgreve: Vroeg Mondig, Laat Volwassen. Amsterdam: uitgeverij Augustus, 2004.
5. Willem de Jong: Het verwende kind syndroom. Pica 2011 en de bespreking daarvan in Nrc Next van woensdag 11 januari 2012
6. Over Morele Paniek: http://nl.wikipedia.org/wiki/Morele_paniek
7. René Gude: Geschiedenis van de filosofie (5 cd’s) cd2 nr 3: het succeselement van de christelijke filosofie. Op 1’19”
8. Tips van J/M voor ouders: goed verwennen: http://www.jmouders.nl/Themas/Opvoeding/Opvoeden/Goed-verwennen-het-kan.htm
9. onderzoek naar gevolgen van hyperparenting: B. Levering en S. Ramaekers (2011) : Hyperouders, verwende kinderen. Pedagogiek in Praktijk 17(60): 6-13.
10. Armoede en schoolsucces: http://tm.thiememeulenhoff.nl/assets/documentenservice_zen/hjk/archief/2010/10_juni_2010/jrg37_nr10_juni2010_M.Kruitwagen_J._van_Hoeij_Ook_arme_kinderen_doen_mee_pag_52_54.pdf
11. Over neo-liberalisme en gevolgen voor mens en samenleving: Paul Verhaeghe: Identiteit. Amsterdam: de Bezige Bij, 2012.