Samenwerking Almere en inwoners: ‘Menselijkheid terug in beleid’

Jarenlang werden ze door de overheid gewantrouwd en in onmogelijke financiële en sociale posities gedrongen. Toch zetten gedupeerde ouders van het toeslagenschandaal zich in voor het herstel van vertrouwen tussen burger en overheid. In samenwerking met de gemeente Almere.

Ruim twee jaar geleden concludeerde de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag onder voorzitterschap van toenmalig Tweede Kamerlid Chris van Dam (CDA) dat duizenden ouders door toedoen van Belastingdienst, wetgever en rechtspraak tussen 2005 en 2019 ongekend groot onrecht was aangedaan. Tijdens het Tweede Kamerdebat over dat verslag zei premier Rutte dat het helingsproces verder moest gaan dan ‘alleen de financiële kant, de teruggave waar mensen recht op hebben’.

Mooie en ongetwijfeld welgemeende woorden van de minister-president, die echter niet kunnen verhullen dat vele ouders nu nog steeds in afwachting zijn van compensatie. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zei in januari 2023 te vrezen dat het richting 2030 gaat voor gedupeerden duidelijkheid hebben over compensatie.

En de Nationale ombudsman waarschuwde medio vorig jaar dat een deel van de gedupeerde ouders pas in 2026 geholpen wordt als het tempo van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen niet snel omhooggaat. Hij bepleitte alternatieven om de gedupeerde ouders en gezinnen te helpen.

Grote reserves

Een van die alternatieven om gedupeerden te helpen, bevindt zich vlak bij het treinstation van Almere Muziekwijk, in een non-descript kantoorgebouw. In wat je gerust een bouwsel van een cynische geest mag noemen, geven enkele gedupeerde ouders, onder wie Rachelle Tweeboom en Faith Bruyning, het helingsproces zelf vorm. Beiden maken deel uit van een groep van zo’n 2400 inwoners van Almere die getroffen zijn door de kindertoeslagaffaire.

Ook Bruyning moest even slikken toen ze het gebouw aan de Louis Armstrongweg 90 voor het eerst zag. ‘Je moet wel door de lelijkheid heen leren kijken.’ Bij de laatste bezichtiging adviseerde de vastgoedambtenaar van de gemeente de initiatiefnemers om zich in te houden bij de keuze van de kleur van de muurverf. Breeduit lachend, zegt Bruyning: ‘Dat advies hebben we in de wind geslagen.’ Wat heet: de kamers zijn kanariegeel, appeltjesgroen, kobaltblauw en knalroze geverfd. ‘We hebben de ambtenaar en de aannemer uitgelegd dat die kleuren pasten bij onze missie. En dat begrepen ze.’

'Wij wilden met het gemeentebestuur samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, met erkenning van onze expertise'

Eenmaal voorbij de glazen toegangsdeur is er warmte, voel je je welkom en hoor je vrolijke stemmen. En dan te bedenken dat het Almeerse gemeentebestuur eerst grote reserves had bij het idee om samen met gedupeerde ouders van de kindertoeslagaffaire lokaal een herstelproces in gang te zetten.

Bruyning: ‘Wij wilden met het gemeentebestuur samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, met erkenning van onze expertise. Niet als ervaringsdeskundigen, want dan kon de gemeente onze adviezen gemakkelijk naast zich neerleggen. In een van onze eerste gesprekken met de gemeenteraad werd de ombudsman erbij gehaald om ‘een vertaalslag te maken’. ‘Alsof we een andere taal spraken.’

Er was een neutrale partij nodig om de verschillende perspectieven samen te brengen. Stichting number 5 was bij uitstek de partij om die rol op zich te nemen.

Experts van eigen leven

Number 5 is in 2017 opgezet door Constantijn en Laurentien van Oranje. De stichting ziet ‘mensen als experts van hun eigen leven, zij weten als geen ander wat wel en niet werkt’. Bronkennis van de mensen om wie het gaat, is voor number 5 het startpunt om een vraagstuk echt te doorgronden. De stichting stimuleert daarom dat de houders ervan, zoals de gedupeerden van de kindertoeslagaffaire, als experts erkend worden. Vanuit dat perspectief stelde de stichting in 2021 samen met gedupeerde kinderen, jongeren en ouders een rapport op, (Gelijk)waardig herstel. Number 5 in Den Haag en number 90 in Almere zijn beide onderdeel van de stichting.

Negatief effect

Bruyning vertelt dat de overheid haar zeven jaar lang door de mangel heeft gehaald. Dat heeft haar vertrouwen in de overheid bepaald geen goed gedaan. ‘Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat we ‒ burger en overheid ‒ elkaar nodig hebben om ervoor te zorgen dat er nooit meer zoiets als een toeslagenaffaire plaatsvindt en dat de menselijkheid terugkeert in het beleid.’

Number 90 wil met haar werk het goede voorbeeld geven en een neutrale plek zijn waar overheid, burgers, organisaties en bedrijven op een gelijkwaardige manier oplossingen uitwerken tegen de gevolgen van het toeslagenschandaal. Tweeboom: ‘Waar we scherp op zijn, is dat we niet zoals het systeem gaan bepalen wat gedaan moet worden. We zorgen er met andere woorden voor dat mensen de regie over hun eigen leven behouden. Ook bieden we mensen een plek waar ze zich met elkaar kunnen verbinden en iets durven uitproberen.’ Ze vervolgt: ‘Vaak wordt beleid bedacht vanuit de bekende ivoren toren: hoog en ver weg van de dagelijkse wereld van de mensen voor wie het beleid bedoeld zou moeten zijn. Als dat knelt, vooral in de uitvoering, blijven de bedenkers daarvan meestal onkundig.’

Een illustratief voorbeeld van hoe beleid soms verkeerd uitpakt, is een recentelijke aanpassing van de woonregels in Almere. Om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen, moeten woningzoekenden aan voorwaarden voldoen. Dat is alleszins billijk. Maar wat bleek? ‘De door de kindertoeslagaffaire getroffen moeders kregen in de nieuwe verordening hoogstens een tweekamerwoning toegewezen. Hun eventuele uit huis geplaatste kinderen telden niet mee voor de urgentie. Een extra kamer is echter essentieel om het contact tussen moeder en uit huis geplaatst kind te kunnen herstellen. Dankzij onze bemoeienis is nu in de verordening vastgelegd dat moeders met een uit huis geplaatst kind met urgentie in aanmerking komen voor woningen met drie of meer kamers als er sprake is van contactherstel of van een mogelijkheid daartoe.’

Na vele gesprekken zijn we ervan overtuigd dat uitvoeringsorganisaties met ons willen samenwerken

Bruyning weet dat het wantrouwen van de burgers tegen de overheid niet zomaar weg is. ‘De achterdocht en argwaan zijn ontstaan doordat de overheid geen oog heeft voor mogelijke negatieve effecten van eenmaal ingezet beleid. Bovendien werden mensen voor hetzelfde beleid van het ene naar het andere loket doorverwezen. Eerlijk gezegd waren we er dan ook niet heel blij mee dat uitvoerende organisaties die deel hadden aan de kindertoeslagenaffaire eveneens deel zouden gaan uitmaken van het herstelproces. Na vele gesprekken zijn we er nu van overtuigd dat de diverse uitvoeringsorganisaties met ons willen samenwerken. In die samenwerking houden we overigens wel vast aan onze neutraliteit en onafhankelijkheid.’

De onverwoestbaar ogende klomp beton buiten en de warmte en veelkleurigheid binnen, typeert number 90. De gedupeerde ouders zijn niet geknakt door de kindertoeslagenaffaire, ze zijn hun boosheid voorbij en werken met veel elan aan herstel van vertrouwen. Ze bieden daarmee hoop op een betere toekomst, voor zichzelf en voor de overheid.

Een onzichtbare overheid

Movisie komt in 2023 met een serie publicaties over hoe gemeenten hun betrouwbaarheid kunnen vergroten als basis voor de vertrouwensrelatie met burgers. Daarin schrijft het kennisinstituut dat het een roep om een meer nabije overheid ziet ontstaan. Dit is een bewerkte versie van een tekstdeel uit deze publicaties.

In de afgelopen jaren is de overheid steeds verder van de burger af komen te staan en daarmee ook onzichtbaarder geworden voor burgers.

Minder fysiek contact

Dat komt in de eerste plaats doordat burgers minder fysiek contact hebben met de voor hen meest nabije overheid, namelijk de gemeente, en dat ze moeite ervaren om fysiek in contact te komen met de gemeente of instanties die zij als onderdeel van de lokale overheid beschouwen. Zo worden ook de politie en de wijkagent, door burgers vaak herkend als onderdeel van de lokale overheid, als minder zichtbaar ervaren dan vroeger.* Dat betekent dat hulpvragen of signalen van onvrede minder snel en minder direct kunnen worden geadresseerd.

In gemeenten waar niet wordt gewerkt met buurt- of wijkteams moeten inwoners al gauw met hun hulpvraag naar het gemeentehuis of dienen ze te bellen met een algemeen nummer. Daarbij hangt het van de deskundigheid van de medewerker af in hoeverre je makkelijk en snel naar de juiste afdeling of persoon wordt doorverwezen.

Digitalisering van dienstverlening

Dat burgers moeite ervaren om fysiek met de (lokale) overheid in contact te komen, heeft ook te maken met de digitalisering van een heel groot deel van de dienstverlening. Hierdoor hebben inwoners veel minder persoonlijk contact met de overheid. Daarnaast hebben niet alle burgers de digitale vaardigheden om gebruik te maken van het digitale contact met de overheid.

Volgens sommige onderzoekers** wordt een gebrek aan vertrouwen in de overheid mede veroorzaakt doordat een groep burgers beperkt zelfredzaam is en ‘bureaucratische competenties’ mist. Ze weten niet goed hoe en waarvoor ze bij de overheid terechtkunnen, vinden het taalgebruik moeilijk, kennen de digitale weg niet. Dat pleit voor meer directe ondersteuning en fysieke nabijheid om mensen makkelijker te kunnen helpen.

Steeds verder weg

Ten derde geven burgers aan dat ze, door het centraliseren van de besluitvorming, steeds verder af komen te staan van de plek waar de beslissingen worden genomen. De invloed van gemeenten op de aanpak van vragen van burgers en problemen wordt ook nog beperkt door een toenemende regionalisering van beleidsopgaven. Beleid wordt steeds meer gemaakt en uitgevoerd op een bovengemeentelijk niveau.

Jan van Dam is freelancejournalist.

 

Noten

*    Peeters, T. e.a. (2021). Van persoonlijke krenking tot vertrouwensbreuk. Verwey-Jonker Instituut

** Meer, Frits van der (2022). Bouwen aan vertrouwen in sector overheid, caop.nl/artikelen/2021/bouwen-aan-vertrouwen-in-sector-overheid

 

Foto: Shaanthi Photography

Reacties op dit artikel (1)

  1. Ik denk dat het probleem breder is dan deze bekende gedupeerden. Eigen ervaring van mij in WMO/WLZ zowel als sommige interviews tv zie je ook dat er alleen op vinkjes wordt gelet.

    Na 5 jaar heb ik nog steeds geen hulp, ik heb alles gezegd, tot vermoeidheid, depressies tot problematiek jeugd en heden in verband met mishandeling. De instanties die niet tot amper met elkaar communiceren of kijkt wat er werkelijk gebeurt. Dat je gewoon staat op “Wajong” dat je een CIZ indicatie hebt. Ze sturen en schuiven je gewoon af en geven je mee ‘zoek het zelf maar uit” ook al geen netwerk en vermoeidheid en migraines die je allemaal alleen moet verwerken. Vastzitten in systeem terwijl je leven veranderd, jij ontwikkeld bent zowel ook in gezondheid.

    De menselijke maat moet landelijk verplicht ingevoerd worden en onderbouwingen van einde zorgovereenkomst/aanmelding moet verplicht zijn/ook in gemeente. Nu mogen teveel (overheid)instanties je maar afschuiven of weigeren zonder je gezien of gehoord te hebben of zonder in oplossingen gedacht te hebben. Anderen kijken meestal weg of gaan te snel over op ‘goed vertrouwen’ dat de misverstanden overzien worden en jij er de dupe van wordt. Hierdoor ergere lichamelijke klachten ontwikkeld, stress, concentratiegebrek, financiële overzicht kwijt weer van concentratiegebrek en dus een spiraal naar beneden steeds verder weg van nog hulp te kunnen vinden of uit te kunnen leggen omdat je alles al gezegd hebt. Verder dat ‘victim blaming’ hier ook klakkeloos door wordt overgenomen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *