Welzijn inzetten om zorg te ontlasten

Om de gezondheid van mensen te bevorderen en de zorg te ontlasten, wordt steeds meer gekeken naar de welzijnssector. Maurits Sanders, Johan Visser en Casper van den Bergh zien mogelijkheden om de potentie van welzijnsoplossingen nog beter te benutten.

De kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg staan onder druk. Meer dan ooit ligt de nadruk op preventie. De domeinen zorg en welzijn zijn daarom in beweging. Individuele zorgvragen zijn zo nauw verbonden met sociale en psychische problematiek dat de domeinen inmiddels ook institutioneel actief met elkaar in verbinding zijn gebracht.

De welzijnssector kan een wezenlijke bijdrage leveren aan het ontlasten van het zorgstelsel

Deze beweging wordt ook al financieel ondersteund. Zo worden met het Integraal Zorg Akkoord (IZA) transformatiegelden beschikbaar gesteld en biedt ook het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) financiële ruimte voor welzijnsoplossingen.

Verschuiving van zorg naar welzijn

De gedachte is dat de welzijnssector een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het ontlasten van het zorgstelsel. De sector staat immers dicht bij de mensen en hun leefwereld, is verankerd in sociale gemeenschappen en schrijft niet direct een zorgoplossing voor. In een toekomstbestendig stelsel zijn zorgverlening, welzijnsoplossingen en samenredzaamheid in collectieven van burgers (gemeenschapszin) complementair aan elkaar.

Het welzijnswerk kan een brug slaan tussen de zorg en de lokale gemeenschappen

Met de verschuiving van zorg naar welzijn en van welzijn naar gemeenschapszin moet de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid ook op lange termijn worden geborgd. Het welzijnswerk kan daarnaast een brug slaan tussen de zorg en de lokale gemeenschappen.

Welzijnsorganisaties geven op uiteenlopende manieren invulling aan deze functies. De bijna duizend Nederlandse welzijnsorganisaties hebben een breed palet aan activiteiten en doelgroepen waar zij zich op richten: van jongeren tot ouderen, van programma’s gericht op het aanpakken van eenzaamheid tot het faciliteren van mantelzorg en vrijwilligerswerk met steunpunten.

Deze institutionele verwevenheid leidt tot vraagstukken

De domeinen zorg en welzijn zijn geen gescheiden circuits, maar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het voorbeeld Welzijn op Recepteen alternatief voor mensen met psychosociale klachten waarbij de huisarts patiënten doorverwijst naar een welzijnscoach in plaats van bijvoorbeeld pillen voor te schrijven – laat zien dat met de toekenning van financiële middelen en de plaats die het heeft gekregen in het GALA-akkoord, zorg en welzijn ook institutioneel steeds meer met elkaar verbonden zijn.

Deze institutionele verwevenheid leidt tot vraagstukken die beter moeten worden geadresseerd om de positie van welzijnsorganisaties in het toekomstbestendige stelsel te borgen. Hieronder worden deze punten nader uitgewerkt.

Inzet op welzijn niet vrijblijvend

Zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben een zorgplicht. In wet- en regelsystemen is gedefinieerd waar burgers recht op hebben. Dit is voor iedereen hetzelfde. Ook zijn er normen waarbinnen aan deze zorg invulling moet worden gegeven. Op de naleving hiervan wordt toezicht gehouden door onder andere de Nederlandse Zorgautoriteit.

Beleidsvrijheid van gemeenten mag niet worden verward met vrijblijvendheid

Bij welzijn ontbreekt de landelijke opdracht en het landelijke kader. De opdrachtgeversrol ligt veelal bij gemeenten die over het ambitieniveau en de beschikbare middelen hun eigen beleidsafwegingen maken. Beleidsvrijheid van gemeenten bij het organiseren van welzijnstaken mag echter niet worden verward met vrijblijvendheid.

Meer landelijke sturing van de gemeentelijke beleidsafwegingen is noodzakelijk

Om de transitie van zorg naar welzijn te volbrengen, moet welzijn het niet afleggen tegen andere lokale belangen. Dat betekent dat landelijke sturing van de gemeentelijke beleidsafwegingen meer noodzakelijk is. Deze sturing kan op verschillende manieren vorm krijgen, bijvoorbeeld het oormerken van financiële middelen en het vaststellen van landelijke kwaliteitsnormen voor de uitkomsten van welzijnswerk.

Door dergelijke ingrepen worden welzijnsorganisaties in positie gebracht om de transitie van zorg naar welzijn en verder naar gemeenschapszin te ondersteunen.

Andere verdeling van middelen

Bij de zorg wordt via het Budgettair Kader Zorg bepaald wat de financiële ruimte is. Dit is geoormerkt geld dat ten goede komt aan de zorg. Voor welzijn krijgen gemeenten van de Rijksoverheid middelen uit het gemeentefonds. Deze gelden zijn veelal niet geoormerkt. Dit biedt de gemeenten beleidsvrijheid om deze middelen ook buiten het welzijnsdomein in te zetten.

Tegelijkertijd laat de evaluatie een toename van het gebruik van gemeentelijke voorzieningen zien

Naarmate meer welzijnsoplossingen in samenhang met zorg worden aangeboden, zal de financiële druk op gemeenten toenemen. Een recente evaluatie van Welzijn op Recept laat veelbelovende resultaten zien als het gaat om welzijn van mensen en een kostenreductie voor (met name de langdurige) zorg. Tegelijkertijd laat de evaluatie ook een toename van het gebruik van gemeentelijke voorzieningen zien, zoals huishoudelijke hulp en ondersteuning en huisaanpassingen. Vanuit GALA zijn hiervoor weliswaar tijdelijk meer middelen beschikbaar, maar het is de vraag of dit voldoende is en hoe dit structureel geborgd kan worden.

Meer financiële middelen moeten van zorg naar welzijn verschoven worden

Ontluikende initiatieven voor domeinoverstijgende bekostiging houden vooralsnog onvoldoende tot geen rekening met de noodzaak van een substantiëlere verschuiving van middelen tussen zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten. Dat moet anders.

Om gemeenten in staat te stellen de positie van welzijn in de transitie niet vrijblijvend te laten zijn, moeten meer financiële middelen van zorg naar welzijn verschoven worden. Dat brengt wel met zich mee dat ook geborgd wordt dat deze gelden aan welzijn worden besteed, zodat de zorg daadwerkelijk baat heeft van de uitkomsten van het welzijnswerk.

Daadkrachtiger welzijnsorganisaties

Bij een sterkere verbinding tussen het zorg- en het welzijnsdomein kan de neiging ontstaan dat zorgorganisaties meer op de welzijnsstoel gaan zitten of nieuwe welzijnsfuncties binnen zorgorganisaties definiëren. Dit speelt bijvoorbeeld bij ouderenzorgorganisaties die in het kader van het langer thuis wonen van ouderen sociale netwerken ontwikkelen. De kennis en kunde hiervoor is nu juist al in het welzijnsdomein voorhanden. Het is dus belangrijk dat zorg- en welzijnsorganisaties goed op de hoogte zijn van elkaars aanbod en expertise.

Het is essentieel dat juist de welzijnsorganisaties naar de voorgrond treden

Dit vraagt een nadrukkelijke rol van welzijnsorganisaties bij het opstellen van de werkagenda’s die samenhangen met de regioplannen, maar ook dat zij hun werkwijzen verder professionaliseren, pilots loslaten en bewezen effectieve interventies verder opschalen.

Daar komt nog bij dat welzijnsorganisaties nu niet overal, en soms slechts vanuit een secundaire rol, betrokken zijn bij transformaties vanuit het IZA. Het is essentieel dat juist de welzijnsorganisaties naar de voorgrond treden bij besluitvorming over hun rol en de stappen in de transitie. Alleen dan komt de expertise van welzijnsorganisaties tot zijn recht en zorgen we voor welzijn.

Maurits Sanders is eigenaar van PPS Construct en als kerndocent Publiek-Private Samenwerking verbonden aan Nyenrode Business Universiteit. Johan Visser is manager Data en Zorgfinanciering bij Zorginstituut Nederland. Casper van den Bergh is manager bij zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid en lid van de Raad van Toezicht van welzijnsorganisatie Facet. Bijdrage aan dit artikel is van de laatste twee op persoonlijke titel.

 

Foto: Thirdman via Pexels.com

Dit artikel is 2092 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Dus de welzijnssector moet volgens deze auteurs worden ingezet om de budgettaire problemen van de zorgsector te helpen verlichten. Dat is new public management, compleet met het landelijk vaststellen van de kwaliteit van de uitkomsten van welzijnswerk. Zie je het voor je?
    Welzijnswerk moet op eigen merites worden ingezet. Ook al verschillen daarvoor de ideeen., gelukkig maar!
    Zelf vind ik de kern daarvan: mensen helpen grip op hun bestaan te krijgen door ontmoeting en belangenbehartiging..
    De auteurs denken puur hierarchisch en zouden er goed aan doen de zorgsector te stimuleren om zich te ontdoen van perverse prikkels zoals betaling per verrichting. Terugdringen van de marktwerking. Stoppen met publieke bekostiging van alternatief genezen en van modeziekten en kwakzalverij.
    In de zorgcultuur bestaat m.i. een overtrokken idee van maakbaarheid. Alles wat medisch- technisch kan moet kennelijk altijd en voor iedereen beschikbaar zijn. Het gebruik daarvan wordt gestimuleerd ook al zijn middelen soms erger dan de kwaal.
    Welzijnswerk is geen middel om dat zorgsysteem te helpen voortbestaan. Dat moet zichzelf saneren.
    Een kwalitatief goed aanbod van welzijnswerk helpt mensen minder zorg te vragen. Daarvoor hoeft het geen adjudant van de dokter te worden.
    Benieuwd of ik alleen zo denk.

  2. Exact zoals Jan van Eeden het formuleert. Burgers zouden in onze complexe maatschappij geholpen moeten worden, waar nodig, een goed leven te leiden. Welzijn is hiervan de essentie. Dan volgt vanzelf een reductie van de zorgvraag als gevolg van schuldenproblematiek en eenzaamheid. In die volgorde graag! Niet het tekort aan zorgaanbod moet bepalen of Wekzijnswerk nodig is, de echte menselijke behoefte volgens Maslow zou leidend moeten zijn. Het artikel spant het paard echt achter de wagen door vanuit het primaat van zorginstituties te redeneren. Draai het om!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *