COLUMN We denken steeds positiever over LHBT, nu ons gedrag nog

De acceptatie van lesbische vrouwen, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) groeit. Dat blijkt uit de nieuwe monitor van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Maar dat is niet genoeg. De kans dat je te maken krijgt met geweld op straat of dat je gepest wordt op school blijft een stuk groter als je homo- of biseksueel bent. Hoewel de Nederlandse bevolking dus steeds positiever denkt, merken LHBT’s door schade en schande dat het gedrag van veel Nederlanders daarbij achter blijft. Hoe kunnen we dat gedrag veranderen?

De afgelopen jaren zijn in Nederland opvallend veel methoden ontwikkeld om de situatie van LHBT’s op scholen en in wijken te verbeteren. Raadspellen, dialoogbijeenkomsten, voorlichtingen - aanpakken die met veel passie en inzet zijn ontwikkeld. Desondanks blijven de doelen van die methoden vaak zeer bescheiden. In een inventarisatie die ik vorig jaar met Movisie-collega’s maakte, viel op dat de meesten methoden ‘bespreekbaarheid’ als doel hebben. Als het zwijgen doorbroken wordt en voor het eerst met elkaar openlijk gesproken is over homo- en biseksualiteit en transgender-zijn, dan is het doel bereikt. Maar verbetert de situatie van LHBT’s daardoor? Onwaarschijnlijk. Soms wordt die situatie zelfs slechter.

Hoe kan dat? Er bestaan goede wetenschappelijke studies over wat er gebeurt als je een groep die in de meerderheid is, meningen laat uitwisselen over een groep die in de minderheid is. In een experiment is bijvoorbeeld aan een student gevraagd in het bijzijn van een andere student te vertellen dat hij vindt dat homoseksuelen ‘niet moeten zeuren over discriminatie’. De student die dit hoort blijkt hierdoor zijn mening over homoseksuelen negatief bij te stellen. Maar als de eerste student juist een positief verhaal houdt of niks zegt, was de mening van de student veel minder negatief. Deze en andere studies laten zien dat mensen hun mening makkelijk aanpassen aan wat zij denken dat anderen denken. Mensen die aanvankelijk een positieve mening hebben, slaan vaak om als ze merken dat anderen negatief denken. Vooral mensen uit de eigen groep, bijvoorbeeld uit de buurt, de vriendengroep of de klas, zijn bepalend. Aan het slechts ‘bespreekbaar maken’ van LHBT in een klas kleven dus risico’s.

Ergens over praten, het taboe doorbreken en openheid creëren - het klinkt allemaal prachtig, maar te vaak gebeurt dit nog zonder dat helder is hoe dit tot verandering in het gedrag van mensen moet leiden. Die gedragsverandering voor elkaar krijgen is niet makkelijk. Dat iemand gaat discrimineren wordt voorspeld door onder meer zijn of haar opvattingen, houding en vaardigheden. Mensen die niet discrimineren bezitten een heel pakket aan competenties: ze zijn onder meer gemotiveerd om dat niet te doen, kunnen reflecteren op eigen vooroordelen én kunnen groepsdruk weerstaan. Als puber kun je nog zo positief denken over homoseksuelen, maar als de rest van de klas ‘vuile homo’ roept naar een jongen die net uit de kast is, is de kans groot dat je gaat meedoen.

Het is daarom nodig dat veelbelovende methoden een echte kans krijgen. Ze moeten doorontwikkeld, uitgetest en geëvalueerd worden, met gebruikmaking van de rijke wetenschappelijke kennis die we in Nederland hierover hebben. We weten steeds meer over wat wel en wat niet werkt. Wanneer verschillende veel belovende werkwijzen gecombineerd worden kan het verschil worden gemaakt. Theaterstukken en films die inzetten op het vergroten van empathie voor LHBT’s zijn bijvoorbeeld kansrijk. En ook Gay Straight Alliances (GSA’s) die langdurig werken aan het veranderen van de sociale norm op een school zijn goed doordacht. Deze en andere ontwikkelaars van kansrijke interventies moeten de kansen én middelen krijgen om de krachten te bundelen en samen te werken aan deze verdere kwaliteitsverbetering.

Ambtenaren, politici, belangenbehartigers en ontwikkelaars: wees niet tevreden als LHBT bespreekbaar is gemaakt op een school of in een wijk. Gedragsverandering is nodig! Dan meldt het SCP over een paar jaar dat niet alleen de acceptatie is toegenomen maar ook dat de veiligheid van lesbische vrouwen, homo’s, biseksuelen en transgenders gewaarborgd is.

Hanneke Felten is werkzaam als projectleider en onderzoeker bij Movisie.