De positieve en negatieve kanten van permanente morele paniekreacties

We leven in een tijd van ‘permanente morele paniek’. Die uit zich in energieke, irrationele en stigmatiserende reacties tegen mensen en groepen die worden gezien als symptomen van ongewenste veranderingen – tegen anderen als folk devils. Het mooie is, zegt criminoloog Abdessamad Bouabid, dat folk devils tegenwoordig ook zelf morele paniek weten op te wekken tegen de meerderheid.

Werk zorgde lang voor een stabiel inkomen en langdurige bestaanszekerheid. Gezinnen en families waren nog solide en hecht. De dominante cultuur en de heersende moraal waren redelijk statisch en vastomlijnd. Deze stabiliteit en duidelijkheid zorgden voor een sterk sociaal vangnet en tegelijkertijd voor een eenduidige persoonlijke én collectieve identiteit.

Eind vorige eeuw worden deze sociaaleconomische stabiliteit en sociaal-culturele zekerheid over de persoonlijke (wie ben ik?) en hiermee vervlochten gemeenschappelijke identiteit (wie zijn ‘wij’?) steeds meer ondermijnd door toenemende individualisering, culturele globalisering en internationale migratiestromen. Dit wordt ervaren te midden van een 24-uurseconomie, een over-flexibele arbeidsmarkt, een wildwest-woningmarkt en een bureaucratisch sociaal vangnet, die ook de bestaanszekerheid aantasten.

De zo ontstane sociaal-culturele en sociaaleconomische onzekerheid en angst – ook wel ontologische onzekerheid genoemd – maken het voor mensen moeilijk om een duidelijk collectief narratief te construeren, waarin de belangrijke menselijke behoeften van zekerheid en veiligheid gewaarborgd blijven.[1]

Steeds vaker morele paniekreacties

Samenlevingen reageren op dergelijke veranderingen en ontologische onzekerheid met morele paniek – oftewel het markeren van de collectieve identiteit en moraliteit door ‘de gemeenschap’ te (her)definiëren (wie zijn wij?) en af te zetten tegen ‘de Ander’ (wie zijn wij in ieder geval niet?). Dit gebeurt door allerlei energieke, irrationele[2] en stigmatiserende maatschappelijke reacties op gebeurtenissen en sociale groepen die worden gezien als symptomen van de ongewenste maatschappelijke veranderingen.[3]

Marokkanen en moslims werden hierin aangewezen als folk devils

Ook door mediatisering – het verschijnsel dat de massamedia steeds meer invloed krijgen – zijn zulke morele paniekreacties steeds frequenter waar te nemen. Daarom wordt nu gesproken van een tijd van massahysterie[4] of ‘permanente morele paniek’[5].

We construeren folk devils

In Nederland zien we dergelijke paniekreacties op gebeurtenissen als 9/11, de moord op Van Gogh (2004), de Hofstadgroep (2004-2006)[6], de rellen in Slotervaart in 2007, het ‘busincident’ in Gouda in 2008 en de rellen in Culemborg in 2009-2010[7]. Marokkanen en moslims werden hierin aangewezen als folk devils, oftewel als de belichaming van ‘de Ander’. Deze morele paniek zette zich voort in energieke maatschappelijke reacties op het vertrek en de terugkeer van Syriëgangers; de reeks liquidaties door de zogenaamde Mocro Maffia; op de komst van nieuwe groepen niet-Europese vluchtelingen en nieuwe azc’s.

Binnen deze paniekreacties zien we morele verontwaardiging en ressentiment over de voorrang die vluchtelingen zouden krijgen op de wildwest-woningmarkt en de over-flexibele arbeidsmarkt. Ze worden geconstrueerd als ‘gelukzoekers’ en een gevaar voor de verzorgingsstaat.

Morele barricades van meerderheidscultuur

Het zijn vooral media, politici en opiniemakers die de morele barricades van de meerderheidscultuur in de media en het politieke discours bemannen. Zij koppelen groepen aan sociale problematiek, zoals criminaliteit, overlast, extremisme en radicalisering. Hierbij zoeken ze de oorzaken veelal direct en indirect, impliciet en expliciet, in hun cultuur en religie die ‘anders’ zouden zijn. Aan de onproblematisch veronderstelde structuur van de Nederlandse samenleving die deze groepen sociaal-cultureel en sociaaleconomisch marginaliseert, besteden zij geen aandacht.

De beschuldiging van racisme strookt niet met tolerante zelfbeeld van ‘de ideaaltypische Nederlander’

Tegelijkertijd worden deze groepen gekoppeld aan een deviante moraliteit, waarin geen ruimte zou zijn voor westerse waarden als vrijheid van meningsuiting, gendergelijkheid, seksuele vrijheid en scheiding van kerk en staat.

Ook ‘postkoloniale migrant’ in beeld als folk devil

Tot slot zien we de laatste jaren ook ‘de postkoloniale migrant’ steeds prominenter in beeld komen als folk devil, wanneer deze steeds meer in verzet komt tegen racisme, en tegen de racistische en koloniale karikatuur Zwarte Piet in het bijzonder. De dominante culturele meerderheid reageert wederom energiek, omdat men ook dit ziet als weer een ander symptoom van de bredere dreiging van ‘de Nederlandse cultuur en identiteit’. De beschuldiging van racisme strookt bovendien niet met het tolerante zelfbeeld van ‘de ideaaltypische Nederlander’

Zij laten zo zien dat morele paniek een krachtig middel voor de sociaal zwakkeren is

Deze overreactie is dan ook te kenschetsen als irrationeel en misplaatst, omdat de aanpassing van de knecht van Sinterklaas niet het ware probleem is, maar de ervaren aantasting van de meerderheidscultuur en de bredere ongewenste sociaal-culturele veranderingen in Nederland.

‘Goede’ morele paniek is een krachtig middel

In deze tijd van permanente morele paniek en massahysterie is ook een positieve ontwikkeling waar te nemen. Folk devils en andere gemarginaliseerde groepen in Nederland zijn dankzij mediatisering steeds meer in staat om zelf morele paniek te instigeren.[8] Bewegingen als Kick Out Zwarte Piet, Black Lives Matter en #MeToo hebben bijvoorbeeld energieke en irrationele overreacties weten op te wekken, gericht op symbolen van discriminatie en racisme en op groepen binnen de meerderheidscultuur die de door hen gewenste sociaal-culturele veranderingen saboteren. Zij laten zo zien dat morele paniek een krachtig middel voor de sociaal zwakkeren is om normalisering van stigmatisering, racisme en seksisme te kunnen doorbreken.

Ik verheug me dan ook op een tijd van permante ‘goede’ morele paniek, waarin allerlei vormen van verborgen of ontkende onrechtvaardigheid eindelijk ook aangepakt zullen worden, zodat ook echt alle Nederlanders ontologische zekerheid kunnen ervaren.

Abdessamad Bouabid werkt als universitair docent Criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

Noten:

[1] Bauman, Z. (2000). Liquid Modernity. Cambridge: Polity Press; Giddens, A. (1991). Modernity and Self-Identity: Self and Society in the Late Modern Age. Cambridge: Polity Press; Young, J. (2007). The Vertigo of Late Modernity. London: Sage.

[2] De overreactie is irrationeel, maar de bezorgdheid is rationeel.

[3] Bouabid, A. (2018). De Marokkanenpaniek. Een Geïntegreerde Morele Paniekbenadering van het stigma ‘Marokkaan’ in Nederland. Den Haag: Boom Criminologie; Cohen, S. (2002). Folk Devils and Moral Panics. The Creation of the Mods and the Rockers (3e edition). Oxford: Routledge.

[4] Schuilenburg, M. B. (2019). Hysterie: een cultuurdiagnose. Den Haag: Boom.

[5] Cohen, 2002, p. xix; Kenneth Thompson (1998). Moral panics. London: Routledge; Jock Young (2005). Moral panics, Margate and Mary Poppins. Mysterious happenings in south coast seaside towns. Crime, Media, Culture, 1 (1).

[6] Bouabid, A. (2010). Moral panics & folk devils in post-Van Gogh Nederland. Een studie naar de maatschappelijke reactie op de moord op Theo van Gogh. Rotterdam: ESL/Criminologie (masterscriptie).

[7] Bouabid, 2018.

[8] McRobbie, A. & Thornton, S. L. (1995). Rethinking 'Moral Panic' for Multi-Mediated Social Worlds. The British Journal of Sociology, 46 (4), p. 559-574.

 

Foto: Marek Piwnicki via Unsplash.com