Code rood voor ‘nieuwe democratie’

Op de wankele basis van ‘samenredzaamheid’ wordt in Nederland momenteel een dubieus soort bestuur gevestigd: de participatieve democratie, betoogt Annemarie Kok.

Is het eigenlijk niet bizar? Terwijl miljoenen Hongaren, Polen en Amerikanen worden geconfronteerd met de kwetsbaarheid van hun rechtsstaat en haar instituties, gaan er bij ons in Nederland steeds meer stemmen op ons systeem van vertegenwoordigende democratie half dan wel volledig op te heffen.

De voorstellen voor een radicaal andere, ‘echte’ democratie komen niet alleen van rechts-populisten en van de zogenoemde Do it yourself-beweging, maar ook van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), doorsnee politieke partijen en lokale bestuurders.

De durfals van Code Oranje

‘Herontwerp de democratie – in hoog tempo – met de aanwezige kracht uit de samenleving!’, zo luidt het motto van ‘Code Oranje’, een afgelopen najaar gesmeed verbond van honderden burgemeesters, wethouders en raadsleden van onder meer PvdA-, VVD-, en CDA-huize. Probeer het gewoon eens uit, roepen deze ‘democratische’ durfals: vervang gemeenteraadsverkiezingen door loting. Of laat een gekozen raadslid eens plaats maken voor een burger die ergens veel verstand van heeft!

Het haastige Code Oranje bepleit ook vergaande vernieuwing van het nationále bestuur. Volgens de aanvoerder van dit gezelschap, PvdA-burgemeester Bert Blase van Heerhugowaard, staat Maurice de Hond te ‘trappelen’ om debatten in de Tweede Kamer digitaal te ‘voeden’ met de meningen ‘op straat’. Kan het nog ‘directer’? Misschien als we Maurice meteen maar minister-president maken?

Ministerie stimuleert radicale opvattingen

Radicale opvattingen als die van Code Oranje worden opmerkelijk genoeg al sinds 2015 gestimuleerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, gepropageerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (via de organisatie ‘Democratic Challenge’) en voluit gesteund door onder anderen SCP-directeur Kim Putters. Samenleven gaat bepaald niet meer van harte, meent Putters. Ook hij wil ‘burgermacht’ als de bliksem vergroten; het is al vijf voor twaalf gewéést, zei hij vorig jaar in zijn Willem Drees-lezing.

Terwijl lokale bestuurders officieel nog wachten op ‘experimenteerruimte’ breken ongeduldige overheden overal in het land al in op de gangbare democratische verhoudingen. Zo stelde de gemeente Groningen eind januari gedeeltelijk zelfbestuur in voor de Oosterparkwijk – tegen de wens van de bestaande bewonersorganisatie. Andere experimenten presenteerde deze gemeente kortgeleden zonder blikken of blozen in een bijeenkomst getiteld ‘Stadjers aan de macht’.

Vernieuwingsdrift is slecht voor de rechtsstaat

Is dit dus de toekomst van de rechtsstaat: dat de straat regeert? Nee, dát toch niet: de participatieve democratie moet worden ‘verbonden’ met het huidige representatieve systeem, benadrukken de gematigden der vernieuwers.

Punt is alleen dat minstens vier kwesties nog in de lucht hangen: waaróm vernieuwen precies moet, wat we er eigenlijk mee op gaan schieten (en wat we er mogelijk door zullen verliezen), hoeveel burgers prijs stellen op deze omwenteling (niemand die het weet), maar ook: hoe je de ene en de andere vorm van democratie zodanig combineert dat gekozen politici en bestuurders óók nog iets te doen houden, en wij straks beschermd zullen zijn tegen de macht van de zelfbesturende medeburger.

Gezien de onhelderheid rond deze prangende vragen was ik blij met de woorden van rechtsfilosoof Wouter Veraart onlangs in NRC Handelsblad. Hij maakt zich zorgen over de staatsrechtelijke vernieuwingsdrift van politieke partijen: ‘Ze draaien aan allerlei knoppen maar hebben weinig aandacht voor de gevolgen. Ze willen antwoord geven op de onvrede over de gevaren van buiten en over de onvrede die zich op de instituties zelf richt. Maar als je alles tegelijk op de schop neemt, is dat slecht voor de rechtsstaat. Die is toch erg gebaat bij bestendigheid, continuïteit en kalm overleg.’

Er is genoeg sociale samenhang

Laten we nu even teruggaan naar 2013. Want behalve met ‘onvrede’ (die er altijd was en zal zijn) hangt de hunkering naar Nieuwe Democratie ook nauw samen met het toen gelanceerde concept van de participatiesamenleving, oftewel de ‘doe-democratie’.

Drie redenen had het huidige kabinet Rutte voor dit nieuwe beleid. Het eerste motief is ‘hard’: omvangrijke bezuinigingen. Het tweede motief is qua onderbouwing eerder boterzacht: wij doen al van alles zelf, en zouden (netwerkende moderne mensen als we zijn) graag nog méér zelf en samen willen doen.

Het derde motief voor een inactievere overheid was dat het sociale weefsel van de samenleving sterker wordt als we verantwoordelijk worden voor elkaars wel en wee, inclusief het wijkbeheer. Of Nederland werkelijk een probleem heeft rond sociale cohesie, is echter zeer de vraag. In mijn essay Binding genoeg. De stad en het geheim van aangenaam samenleven (2017) betoog ik dat er juist sociale samenhang plenty is.

Saamhorigheid valt niet op te leggen

Intussen is de participatiesamenleving een feit: sinds 2015 zijn fenomenen als sociale wijkteams, keukentafelgesprekken en dienstbare ambtenaren aan de orde van de dag. Binnen de nieuwe ‘lokale verzorgingsstaat’ staan ‘de eigen kracht van mensen en initiatieven uit de wijk’ voorop.

Een jaar later constateerde het SCP dat buurtsaamhorigheid niet valt op te leggen. Dat hoefde niemand te verbazen. Velen van ons zijn immers nu al flink belast door wat het dagelijks leven van ons vergt. Velen van ons zijn tevens erg gesteld op privacy. En met ‘de buurt’, hoe belangrijk ook, onderhouden velen van ons geen exclusieve relatie.

Maar op de wankele basis van ‘samenredzaamheid’ wordt nu dus wel met man en macht gebouwd aan het idee van ‘maatschappelijke democratie’.

Militante vormen: ‘Neem de gemeenteraad over’

Naast burgemeesters, politici en deskundigen vraagt ook een beperkte groep burgers om bestuurlijke verandering. Participatieprofessionals, zo worden zij in de vakliteratuur soms genoemd. In eigen kring heten ze kantelaars, stadmakers, ruimtemakers. Net als Code Oranje en Kim Putters vinden zij dat er dringend beslismacht en budget moet worden overgeheveld naar kleine gemeenschappen van burgers in de wijk of de stad.

Dat dit verlangen soms militante vormen aanneemt, leert een blik op een door de Rijksoverheid gesponsorde website als Nieuw Nederland.nl. Je kunt daar zomaar belanden in blogs met titels als ‘Wees revolutionair en neem de gemeenteraad over’. De site is een initiatief van het Amsterdamse bottom-up-bolwerk Pakhuis de Zwijger, waar 1 maart jl ‘how to hack representative democracy’ op het programma staat. De opvattingen over ware democratie van Wilders, Baudet, Roos en Dijkgraaf verbleken er nog net niet bij…

Beroepspolitici moeten niet buigen

Al met al beangstigt mij nog het meest dat gewone wethouders en raadsleden kennelijk bereid zijn hun roeping op te geven. Dit is ongetwijfeld mede het gevolg van het lawaaiige anti-elitaire populisme dat ons land sinds vijftien jaar teistert.

Juíst nu echter, zouden beroepspolitici de rug recht moeten houden en duidelijk moeten maken dat het in een democratie nu eenmaal altijd ‘polderen’ geblazen is, ook al meent de burgemeester van Heerhugowaard dat dit model zijn langste tijd heeft gehad.

Wedden dat de meeste mensen echt wel kunnen snappen dat goed besturen een vak apart is? En dat ‘gerepresenteerd worden’ iets anders is dan je altijd kunnen herkennen in wat onze afgevaardigden besluiten?

Wie de democratie radicaal van karakter wil veranderen, zou bovendien nog eens goed moeten bedenken dat de unieke leefkwaliteit in ons land – vrede, vrijheid, gelijkheid, welvaart – te danken is aan de vruchtbare wisselwerking die er in een complexe, pluralistische samenleving als de onze sinds jaar en dag bestaat tussen tijdelijk besturende elites én de overige leden van de samenleving, die het jaar rond op tal van andere manieren kunnen ‘meedoen’ en desgewenst hun stem kunnen verheffen.

Annemarie Kok is filosoof en journalist. Ze schreef het essay ‘Binding Genoeg. De stad en het geheim van aangenaam samenleven’. Gratis te downloaden via www.trancity.nl.

Foto: Antonio Rubio (Flickr Creative Commons)