COLUMN Reuver: hulpverleners als schietschijf

‘Hij slaat onze kinderen met de hoofden tegen de muur. Tot bloedens toe.’ Ik slikte en schreef haar woorden op. Ik was negentien jaar oud en stagiaire bij het maatschappelijk werk. De vrouw tegenover mij ging ik helpen om naar een veilige opvangplek te komen. We maakten een vluchtplan en planden alles tot in de puntjes. Maar we wisten beiden dat het risico bestond dat het fout zou gaan. Als haar man ontdekte dat ze met de kinderen wilde vluchten zou de hel los breken.

Op het nippertje ging het goed. Gelukkig. Ik kon weer verder en ging andere cliënten ondersteunen: een gezin dat uit huis gezet dreigde te worden, een man die zelfmoord overwoog, een vrouw die verkracht was.

Ik werk al lang niet meer als maatschappelijk werker, maar spreek nog steeds mensen die te maken hebben met afschuwelijke praktijken. Seksueel en huiselijk geweld, anti-homo/lesbisch geweld, suïcide. Hulpverleners die bij het afscheid nemen van een cliënt  moeten denken: ‘Ik hoop dat ik je de volgende keer levend terugzie’. Het voelt als een luxe om die verantwoordelijkheid niet meer te hebben. Onderzoeken, methodieken voor hulpverleners mogen ontwikkelen, boekjes schrijven: mijn huidige werk past uitstekend bij mij. En als onderzoeker krijg ik nu beter betaald, en magazines en tv- en radioprogramma’s zijn bovendien geïnteresseerd in mijn visie. Werd ik als hulpverlener niet eens voor de lokale wijkradio gevraagd, als onderzoeker mocht ik aanschuiven bij radio 1 en Pauw en Witteman. En letterlijke deadlines heb ik nooit meer, alleen nog data waarop ik een onderzoeksrapport of een column moet insturen. En een niet onbelangrijk voordeel: ik word nooit als schietschijf in een NOS-headline gebruikt…

‘Hulpverlening kende gezin Reuver’, kopte de NOS op donderdag 7 november direct na het bericht over een man die zijn dochtertje van 3 jaar oud en zichzelf vermoordde na een urenlange gijzelingsactie. Was het dan beter geweest als hulpverleners niet bekend waren geweest met het gezin? En als hulpverleners een voet over de drempel hebben gezet bij een cliënt, betekent dit dat zij vanaf dat moment de verantwoordelijkheid volledig overnemen van deze cliënt? Ik zie de aankondiging al voor me: ‘Beste cliënten, denkt u er aan om bij het intakegesprek ook uw eigen verantwoordelijkheid in te leveren. Dit kan bij de balie. Hartelijk dank voor uw medewerking!’

De media oordelen vaak hard over hulpverleners. Natuurlijk moet er goed geëvalueerd worden welke stappen en welke beslissingen er zijn genomen, en wat er beter had gekund en hoe dan. Maar de eerste steen is vaak al geworpen voordat er een woord gewisseld is. Veel journalisten en columnisten oordelen zonder echt te beseffen hoe het is om mensen te ondersteunen die mogelijk zichzelf of een ander in gevaar brengen. Het is aan de ene kant een prachtbaan: je kunt een kwetsbaar iemand een veilig thuis bieden, een schuilplek of een nieuw perspectief. Maar het kan aan de andere kant ook zijn dat alles wat je doet pijnlijk tekort schiet. Hoeveel protocollen, overleggen met ketenpartners en intervisie je er ook tegen aangooit.

Terwijl ik deze column schrijf, wordt de digitale brandstapel al aangestoken. De ene na de andere columnist zal deze week een houtje op de stapel gooien. Tot de vlammen zo hoog zijn dat de hulpverleners in Reuver zelf diegenen zijn die een veilig heenkomen moeten zoeken. Wat het verhaal is van mensen die dagelijks met deze zaken te maken hebben is voor de meeste media helaas niet interessant. Het verhaal van beroepskrachten die over het algemeen hun stinkende best doen om te zorgen dat het beter gaat met gezinnen zoals dat in Reuver. Een verhaal over hoe beslissingen worden afgewogen, zorgvuldig moeten worden besproken en nog eens worden bekeken. Een verhaal dat ook hulpverleners wel eens ziek zijn, moe, chagrijnig, uitgeblust of gewoon toe zijn aan een vakantie. Een verhaal van gewone mensen, maar ook een interessant en vooral belangwekkend verhaal.