COLUMN Verlossing

Er is hulp, iemand die mij beschermt tegen de onverschilligheid van het geld, schrijft Sander Griek.

De eerste lentevluchten over het koekoeksnest zijn vervlogen. Het onderkomen van de dubbele-diagnosekliniek is een verouderd modernistisch gebouw met rondom veel glas en staal. Het geheel is net zo toe aan groot onderhoud als mijn leven. Drie weken na binnenkomst mag ik voor het eerst dit uitgewoonde huis verlaten om de verjaardag van de vorstin te vieren.

Daags daarna krijg ik bezoek van buiten. De afspraak is gemaakt door de sociaal verpleegkundige van de afdeling. ‘Ik denk dat zij de bescherming gaat geven die je nodig hebt. Zij kan je helpen om die financiële chaos van jou op orde te krijgen en daarmee dus ook je schulden.’

Versuft door eigenlijk alles stem ik in met haar voorstel. Mijn financiële toestand is al jaren net zo verontrustend als de toestand van mijn lijf en geest, en de schuldenlast lijkt onoverkomelijk. Daar kan ik alle hulp bij gebruiken die ik kan krijgen.

Even geen gezeik

Door de ruiten van de woonkamer zie ik het bewind, gestoken in kobaltblauw mantelpak, mijn richting op lopen. De weg door de glazen gang wordt gewezen door de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige. We schudden handen bij de woonkamertafel.

‘Hallo, ik ben Veronique.’

‘En energiek’, grap ik suf.

Ze grijnst.

‘Hoi, ik ben Sander, tijdelijke inwoner van deze kas. Wil je koffie of thee?’

‘Koffie alsjeblieft. Het is hier inderdaad wel erg warm zo achter het glas in de zon, ik doe mijn jasje even uit.’

Waarschijnlijk heel helder legt ze vervolgens uit wat beschermingsbewind inhoudt en wat het betekent als zij die taak op zich zou nemen voor mij. De essentie van haar verhaal blijft hangen; even geen gezeik meer aan mijn kop van al die instanties en mensen die wat van me moeten. Maar vooral een krachtig mens die weet om te gaan met mijn schuldeisers en hun personeel aan de voordeur. Iemand die mij beschermt tegen de onverschilligheid van het geld.

De uitspraak van de rechter voelt als een zege. Eindelijk rust

Ontslagen uit het ziekenhuis voor de geest beginnen we met de ordening van mijn administratieve chaos. Spoedig doet Veronique een verzoek voor beschermingsbewind bij de kantonrechter. Een half jaar later zien we elkaar voor de tweede keer bij mijn ontgroening in de rechtbank. De kantonrechter doet haar uitspraak en Veronique krijgt beschermingsbewind over mij.

De uitspraak voelt als een zege. Eindelijk rust. Vanaf nu wordt mijn post bij haar bezorgd. Post die wel bij mij thuis wordt bezorgd, is niet officieel genoeg, laat staan dat er verontrustende Dwangbevelen in naam van de Koningin tussen zitten. Als er wat is, kan ik altijd bellen en via de mail leer ik om vragen te stellen en zaken op te lossen.

Een jaar na de eerste ontmoeting ga ik het traject van schuldsanering in. Maar sommige deurwaarders hebben hun zaken niet op orde en blijven hun naam onrechtmatig eer aan doen. Veronique pareert de dames en heren op afstand. Ze komt bij paniek telkens op voor mijn rechten en verzacht pragmatisch mijn opgelopen emoties.

Nut betwijfeld

Na drie jaar zijn mijn schulden gesaneerd en toch houd ik de bescherming van Veronique voorlopig aan. Regelmatig wordt het nut van haar werk voor mij door anderen betwijfeld. Meestal door mensen die een goede boekhouder in dienst hebben voor hun zaak.

Na elf jaar bescherming wil ik het toch weer zelfstandig gaan proberen. Aan mij het initiatief om de regeling op te heffen. Het verzoek moet per brief. Brieven van de rechtbank die volgen, geven een onplezierige verdraaiing in mijn maagstreek. Na verloop van tijd zal dat verminderen, zeggen ze.

Nu de zege van Veronique tot een einde komt, zwelt de angst voor financiële zelfstandigheid aan. Nog even en ik ben weer helemaal alleen verantwoordelijk voor datgene wat mij bang maakt; geld, en vooral het gebrek eraan.

Sander Griek is ervaringsdeskundige bij Movisie