De wens van het volk staat weer centraal in het openbare debat. Na de winst van de PVV twitterde Geert Wilders opgetogen: ‘De PVV moet regeren. Het volk heeft gesproken. En ons de grootste gemaakt. Dat heet democratie. Speel daarmee geen spelletjes.’
Giftigheid
Dat heet democratie, aldus degene die decennialang met een niet aflatende giftigheid sprak van een ‘nepdemocratie’ en een ‘nepparlement’. Degenen die nu protesteren tegen de overwinningsclaims van Wilders moeten zich ineens neerleggen bij de democratie, want dit is de wens van het Volk.
Diverse columnisten, zoals Caroline de Gruyter in NRC, wezen er al terecht op dat minder dan een kwart (23,5 procent) van de stemmers voor Wilders kozen en dus meer dan driekwart niét. Hieraan herken je de populist, stelt De Gruyter: ze claimen hun winst, hoe beperkt ook, als dé wens van hét volk. Op dezelfde manier claimde Donald Trump destijds de overwinning, ook al had Hillary Clinton numeriek meer stemmen gekregen.
Het is nog maar de vraag of de problemen van de PVV-stemmers nu opgelost gaan worden
Maar met democratie heeft dat niets te maken, in een democratie worden immers álle mensen op voet van gelijkheid vertegenwoordigd, juist ook de minderheden. Dit is vastgelegd in onze grondwet, diezelfde grondwet die door Wilders met voeten getreden wordt en waarover de onderhandelaars voor een nieuwe coalitie eens een middagje gaan praten.
Horrorscenario
Het is nog maar de vraag of de problemen van de PVV-stemmers nu opgelost gaan worden. Wanneer in een horrorscenario morgen alle (oud-)migranten uit Nederland zouden vertrekken, zou de economie onderuitgaan en Wilders zijn vrouw kwijt zijn (en onze koning ook).
De vraag is dan ook of de migratie in het algemeen en de islam in het bijzonder (de unique selling points van Wilders) echt de grootste problemen van de kiezers zijn. Op Urk bijvoorbeeld is de bevolking voor meer dan 95 procent autochtoon, maar toch werd de PVV er (na de SGP) de tweede partij. In Volendam, met nóg minder niet-westerse allochtonen onder bevolking, werd de PVV de grootste partij.
Pesten in het groot
Wanneer we de ontwikkelingen bekijken met enige kennis van pesten in ons achterhoofd, zien we belangrijke parallellen. Pesten is een proces van sociale uitsluiting. Dat zie je in schoolklassen, op de werkvloer en in de samenleving als geheel.
Alles wordt uit de kast getrokken om aannemelijk te maken dat deze uitsluiting terecht is
Waar in tijden van vrede en veiligheid groepen relatief horizontaal zijn, gaan mensen bij onrust en onveiligheid op zoek naar groepsbinding en sterk leiderschap. Er is behoefte aan een positieve groepsidentiteit (wij zijn beter, wij hebben gelijk), die vaak gevormd wordt door een gemeenschappelijke vijand of zondebok aan te wijzen, met een veronderstelde inferioriteit of schuld.
Vervolgens wordt alles uit de kast getrokken om ook aannemelijk te maken dat deze uitsluiting terecht is, dat de andere groep (of persoon) werkelijk slechter is en de oorzaak van alle problemen. Zo ontstaat de situatie dat er mensen zijn naar wie geluisterd wordt en mensen die geen recht hebben iets te zeggen; mensen die getroost worden en mensen wier pijn niet belangrijk is. Mensen die bij ‘wij’ horen en mensen die tot ‘zij’ worden bestempeld.
Abject gedrag
De keuze van de zondebok of uitgesloten groep ligt niet altijd voor de hand. In een studie van de socioloog Norbert Elias in de jaren zestig, genaamd De Gevestigden en de Buitenstaanders, werd beschreven hoe er in een Engels arbeidersstadje sprake was van een dominante groep die zichzelf met succes als goed presenteerde, en de inwoners van de andere wijk als slecht, crimineel en inferieur. Alleen: in alle demografische opzichten waren de kenmerken van de bevolking van beide buurten gelijk: opleiding, inkomen, etniciteit, enzovoorts. De uitsluiting kon niet uit eigenschappen van de ‘inferieure’ buurt verklaard worden.
Een zondebok moet vooral zondebok blijven
Op dezelfde manier kan uitsluiting op het werk of in de klas niet verklaard worden uit eigenschappen van het slachtoffer. Rood haar, overgewicht of een andere huidskleur zijn geen enkel excuus voor anderen om zich tegenover deze persoon te misdragen. Pestgedrag is abject gedrag en dat weten we best.
Rechtvaardigen van pesten
Het rechtvaardigen van pesten vereist dus nogal wat moeite: voortdurend wordt herhaald en geroddeld dat de ander ‘raar’ is, uitsluiting aan zichzelf te danken heeft of ‘niet weerbaar’ genoeg is. Maar als het slachtoffer zich verzet of van zich afbijt, is hij ‘agressief’. Want een zondebok moet vooral zondebok blijven.
Pesten en uitsluiten kunnen niet verklaard worden vanuit eigenschappen van het slachtoffer
Uitsluiting is dus niet zo eenvoudig en logisch als het lijkt. Het kost behoorlijk wat tijd en moeite om het aannemelijk te maken en te houden. De debatten tussen de lijsttrekkers gingen steeds weer over migratie en de druk ervan op volkshuisvesting, over de verspreiding van opvang van vluchtelingen. De boodschap was duidelijk: zij zijn ons grote probleem. Dit werd in de media kritiekloos herhaald.
Zondebokken
Twee dingen zijn belangrijk. Ten eerste de volgorde, namelijk dat de behoefte tot uitsluiten aan de rechtvaardiging voorafgaat. Onveiligheid leidt tot groepsvorming, tot zoekgedrag dat zich na enig uitproberen richt op de persoon of groep die op dat moment, om welke reden dan ook, het kwetsbaarst is. De reden wordt er vervolgens bij gezocht.
Het pesten en uitsluiten kunnen dus niet verklaard worden vanuit eigenschappen van het slachtoffer. Dat is één. Het tweede is dat onveiligheid op deze manier leidt tot méér onveiligheid. Wangedrag tegenover anderen wordt immers niet gecorrigeerd, vaak zelfs beloond.
Vluchtelingen en mensen met een moslim/migratieachtergrond zijn niet de enige zondebokken
Vluchtelingen en mensen met een moslim/migratieachtergrond zijn hierbij niet de enige zondebokken. Tijdens de coronacrisis werden dikke mensen als schuldigen aangewezen: hun gewicht werd verondersteld hun eigen keuze te zijn, en nu hielden zij bovengemiddeld vaak de ziekenhuisbedden bezet. Slachtoffers van corona werden daarbij omgedoopt in ‘dor hout’, (dixit Marianne Zwagerman) die waren anders ook wel gesneuveld. Alsof het bomen zijn en geen mensen. Asielzoekers worden vaak voorgesteld als natuurramp (‘stroom’), in plaats van als mensen in nood.
Andere zondebokken zijn mensen met een lhbtiq+ identiteit (zie de agressie tegen Pride-vlaggen) en mensen die opkomen voor het algemeen belang (het klimaat bijvoorbeeld, of een coronabeleid dat mensen beschermt) of opkomen voor de belangen en de pijn van minderheden (mensen die protesteren tegen Zwarte Piet of voor de rechten van lhbtiq+ mensen). Zij worden aangemerkt als ‘woke’ en met disproportioneel geweld bestreden.
Wat mensen willen
Terug naar de oorsprong van uitsluiting: onveiligheid. Wat mensen willen zijn basale zaken zoals inkomen, huisvesting, rechtvaardigheid, vertrouwen en veiligheid. Een regering dus, die de belangen van álle mensen eerlijk en gewetensvol behartigt. Niet voor niets boekte Pieter Omtzigt met zijn Nieuw Sociaal Contract een even grote winst (plus twintig zetels) als Wilders.
Nog los van de vraag wat Omtzigt hiermee gaat doen: het idee van een sociaal contract dateert uit de zeventiende en achttiende eeuw en verwijst naar de manier waarop burgers hun gemeenschappelijke belangen in handen leggen van machthebbers.
Als vandaag de één uitgesloten kan worden, kun jij morgen de volgende zijn. Mensen weten dat
Dit ‘contract’ is onder druk komen te liggen: het sociale weefsel van onze samenleving brokkelt af, publieke voorzieningen, zoals volkshuisvesting, werden vermarkt. Grondstoffen, het klimaat en de mensen worden steeds verder uitgemolken, de kosten daarvan (vervuiling en ziekte) worden de samenleving in gekieperd en de winst verdwijnt in de zakken van rijke mensen die steeds rijker worden. Ondertussen dreigen (heersen) klimaatcatastrofes, oorlogen en pandemieën. De overheid laat het afweten en mensen vertrouwen elkaar niet meer.
Geen oplossing
Het wrange is dat zondebokdenken geen oplossing biedt, ook niet voor de PVV-stemmers. Zoals een pestende klas een onveilige klas is, is een uitsluitende samenleving een onveilige samenleving. Kinderen die hier geboren zijn, vragen zich nu af of zij wel mogen blijven of naar een voor hen onbekend land moeten, weg van hun vriendjes, weg van het land waar zij geboren zijn. Mensen met kritiek zijn niet langer veilig, dit geldt ook voor columnisten, politici, rechters.
Wanneer zondebokdenken en ontmenselijking nodig zijn om de bestaande orde te rechtvaardigen, is uiteindelijk iedereen in gevaar. Als vandaag de één uitgesloten kan worden, kun jij morgen de volgende zijn. En mensen weten dat.
Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog.
Foto: Lize Kraan