Kwetsbare kinderen in kooien opsluiten?

In de maatregelen rond corona vergeet de regering volwassenen en kinderen met ernstige beperkingen of psychiatrische problemen. Nu ingrijpen is noodzakelijk.

Voor de Tweede Wereldoorlog werden psychiatrische patiënten in grote instellingen vaak opgesloten in kooien. Voor een klein bedrag kon de gegoede burgerij die op zondag bezichtigen.

Een goed systeem

In Nederland hebben we inmiddels een systeem opgebouwd waarbij volwassenen en kinderen met ernstige beperkingen of psychiatrische problemen steeds beter opgevangen worden. In sommige gevallen kunnen ze ambulant thuis worden begeleid of in het weekeinde naar huis, verder is er dagbesteding, bijvoorbeeld op zorgboerderijen. In toenemende mate kunnen gezinshuizen een alternatief bieden voor de grote residentiële voorzieningen (‘Zo thuis als mogelijk’) en voor veel kinderen is er speciaal onderwijs, iets waar de meesten iedere dag weer naar uitkijken.

We hebben een systeem waarin tienduizenden medewerkers en leerkrachten hun uiterste best doen om een humaan en zinvol leven en een perspectief te bieden aan onze kinderen en volwassenen die het minder getroffen hebben.

Onvoldoende nagedacht

Maar in de maatregelen rond corona is deze groep vergeten. Zorgboerderijen en het speciaal onderwijs hebben de deuren gesloten, ambulante begeleiding komt in sommige gevallen niet meer langs en de druk op de leefgroepen neemt toe. Instellingen besluiten om bezoek niet meer toe te laten. Soms mogen kinderen niet meer onbegeleid naar buiten. De psychiatrische problemen van kinderen en volwassenen nemen toe, vaak met incidenten tot gevolg en daarmee overgebleven medewerkers die afhaken. Gezinshuizen die boodschappen willen doen, worden door boze burgers beschuldigd van hamsteren.

We hebben hier onvoldoende over nagedacht. In de Volkskrant van 27 maart jl. worden de zorgen van twee ouders van een jongen met een meervoudig gehandicapte zoon geschetst: zij aarzelen of ze zoon Boris naar huis moeten halen, omdat ze niet meer langs mogen komen. Andere ouders zijn niet in staat om hun kinderen terug te halen en vele volwassenen in instellingen hebben niet eens een netwerk waar ze naar terug zouden kunnen. En dat terwijl we weten dat, áls in de gesloten, onderbemenste instellingen corona uitbreekt, niemand meer weet wat te doen.

Actie voordat het te laat is

Ik stel daarom voor om ons in de aanpak van corona meer te richten op deze kwetsbare groep. Dat betekent dagbesteding en speciaal onderwijs weer openstellen en een nationaal coördinatiecentrum inrichten voor de gehandicaptenzorg, GGZ en jeugdzorg om cliënten en medewerkers te ontlasten en tijdig maatregelen te kunnen nemen als het mis gaat.

Dit centrum kan bijvoorbeeld, als veel medewerkers van een zelfde instelling besmet raken, bijspringen en ervoor zorgen dat de zorg doorgaat. Ook kan ze adviezen geven aan instellingen over het verstandig omgaan met beperkende maatregelen en over wat wel kan en wat wel verantwoord is en kan ze goede voorbeelden verzamelen en delen. Hopelijk worden dan minder beperkende maatregelen genomen en wordt dan minder aan vrijheidsbeneming gedaan onder het mom van corona-veiligheid.

Wanneer er niemand meer is om voor onze kwetsbare mensen te zorgen, kunnen we ze alleen maar gaan opsluiten, en daar gaan we de wrange vruchten van plukken in de komende jaren. Getraumatiseerde cliënten hebben in de regel een veel langere weg terug.

Peer van der Helm is lector Residentiële Jeugdzorg aan de Hogeschool Leiden.

 

Foto: photoheuristics.info (Flickr Creative Commons)