Laat die frisdrank nou toch eens staan!

Ruim 40 procent van de Nederlanders kampt met al dan niet ernstig overgewicht. Een belangrijk doel uit de nota Gezondheidsbeleid uit 2011 is het terugdringen van zwaarlijvigheid. De overheid wil dat vooral bereiken door mensen meer te laten bewegen. Dat helpt dus niet. Minder frisdrank en eiwitrijk voedsel wel.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde juli vorig jaar dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland in de afgelopen dertig jaar sterk is toegenomen. Thans kampen ruim 6 miljoen mensen in ons land met matig of ernstig overgewicht, ofwel 41 procent van de bevolking. Ter vergelijking: begin jaren ’80 was 27 procent van de Nederlanders te zwaar.

Nederland eet te veel en te vet

De toename van het aantal mensen met overgewicht heeft zich vooral voorgedaan bij volwassenen. Meer dan de helft van mannen ouder dan 40 jaar is inmiddels te zwaar. Hoewel vrouwen minder vaak te zwaar zijn dan mannen, komt ernstig overgewicht bij oudere vrouwen juist iets vaker voor dan bij oudere mannen.

De vraag is waaraan deze stijging in het aantal zwaarlijvigen is te wijten. Het antwoord kan kort zijn: aan een disbalans tussen energie-inname en energiegebruik. Door ons steeds vetter geworden voedsel, nemen we dagelijks veel meer energie tot ons dan we gebruiken. En die overtollige energie slaan we vervolgens op als…vet.  Dat bleek onder meer uit een onderzoek waaraan 220 mensen deelnamen. De ene helft van de respondenten kreeg in de loop van zes maanden magere producten voorgeschoteld en de andere helft vergelijkbare volvette producten. Beide groepen vertoonden een toename van het lichaamsgewicht, maar de volvet-eters namen ruim een kilogram méér toe in lichaamsgewicht, en die extra toename bestond grotendeels uit lichaamsvet.

Frisdrank maakt dik

Gesteld nu dat we erin zouden slagen het aandeel vet in de huidige voedingsmiddelen terug te schroeven, dan nog is het probleem van zwaarlijvigheid niet opgelost. Er is immers nog het minstens zo grote gevaar van de frisdrank. Coca Cola, Seven Up, Fanta: het zijn de bekendste merken uit een ongelooflijk groot assortiment van suikerhoudende dranken die het risico op een te hoge energie-inname en daardoor overmatig lichaamsvet verhogen.

Frisdranken vormen in het bijzonder een gevaar voor de slanke lijn omdat ze, in tegenstelling tot suikerhoudend vast voedsel, het hongergevoel nauwelijks stillen. Ofwel, de consumptie van frisdrank gaat niet gepaard met minder eten. Wat je dan ook ziet, is dat de toename van overgewicht in een aantal landen parallel loopt met de stijging van de frisdrankconsumptie. In Amerika is er een directe relatie waar te nemen tussen de toenemende consumptie van  frisdrank en een stijging van het gemiddelde lichaamsgewicht.

Meer bewegen helpt niet, anders eten en drinken wel

Wat is nu de aangewezen methode om af te vallen? Minder eten, meer bewegen of geen of weinig frisdrank drinken?  Om te beginnen, wil ik eerst een mythe uit de wereld helpen: een mens valt niet af door meer te bewegen. Iemand die meer beweegt, zal de verbruikte energie proberen aan te vullen door meer te eten. Het netto-effect op het gewicht zou dus heel goed nul kunnen zijn.

Minder eten dan? Ja, maar ook  anders! Dus: we moeten voedsel nuttigen dat minder koolhydraat, minder vet en vooral veel meer eiwit bevat. Voedingswetenschappers en diëtisten raden mensen met aanleg voor overgewicht in de regel een dieet aan met een eiwitgehalte van10 tot 25 procent. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste vergt de vertering en verdere verwerking van eiwit 20 tot 30 procent van de uit eiwit opgenomen energie. De verhouding tussen de inname en het gebruik van energie is met andere woorden veel gunstiger dan bij de andere macronutriënten, te weten: koolhydraten (5 tot 10 procent) en vet (hooguit 3 procent). En ten tweede geeft de consumptie van eiwitten veel sneller een gevoel van verzadiging.

Klaas Westerterp is als hoogleraar Humane Energetica verbonden aan de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht.