Leven en dus ook sterven vraagt juist om betrokkenheid

Afgelopen donderdag gaf Marian Verkerk bij EenVandaag een reactie op het zogenoemde 'zelfdodingspoeder’ van de Coöperatie Laatste Wil. Dat was niet gemakkelijk. De redactie wilde het graag kort en bondig hebben. Het debat vraagt volgens Verkerk echter om een trager tempo.

Een trager tempo dat uitdieping van vragen toelaat en waar verschillende gezichtspunten hun nuance tonen. Reacties op Twitter waren onder meer ‘wat een betutteling’ en 'het is toch zeker mijn vrije keuze". Reacties die de nuance juist schuwen.

De wens tot sterven is een vrije keuze, zo stelt men.  Maar wat bedoelt iemand daar nu precies mee? De keuze is vrijwillig en in alle vrijheid tot stand gekomen? Mensen kiezen nooit in een sociaal vacuüm. Keuzes komen tot stand in een sociale en culturele context. Vrijheid van keuze vraagt om voldoende alternatieven.

Mensen binnenboord houden, dat kan beter

Kiest iemand vrij voor de dood in een samenleving waarin kwetsbaarheid, afhankelijkheid, fragiele ouderdom niet hoog scoren? In een samenleving waarin sommigen zich niet meer gezien voelen of verbonden voelen, kan hun keuze tot sterven er ook één zijn van niet meer mee willen doen.

Is dat een vrije keuze of moet de samenleving hen juist alternatieven bieden? Is een moreel beschaafde samenleving er juist niet op uit om zoveel mogelijk mensen binnenboord te houden? Dat dat laatste beter kan, lijkt mij onmiskenbaar.

Respect voor autonomie is niet zaligmakend

Respect voor vrije keuze kan ook betekenen: 'Zolang ik er een ander niet mee schaad, mag ik doen en laten wat ik wil'. Mijn recht op zelfbeschikking houdt in een vrijheid van keuze en controle, zowel over mijn leven als ook over mijn dood. Zeker, dat is een politieke positie die men kan innemen.

Het punt is echter dat het respect voor autonomie niet de enige en zaligmakende waarde is in onze samenleving. Andere waarden zijn even zozeer van belang: solidariteit en rechtvaardigheid bijvoorbeeld. Wij leveren een deel van ons inkomen in - en daarmee onze vrijheid om ons geld naar eigen goeddunken te besteden - door belasting te betalen voor een meer gelijke toegang tot gezondheidszorg. Die vrijheidsbeperking is het resultaat van een morele afweging tussen verschillende waarden.

Zo kan het recht op sterven - zo dat er al is - beperkt worden door andere waarden die wij eveneens in de samenleving hoog willen houden: de morele beschermwaardigheid van het leven bijvoorbeeld. Het respecteren van die waarde is niet voorbehouden aan een religieuze levensbeschouwing. Menselijke waardigheid en de beschermwaardigheid van het leven zijn van oudsher humanistische waarden waarmee het morele gehalte van de samenleving geborgd wordt. Ik steun een samenleving die behoedzaam omgaat met de verschillende waarden die wij door de eeuwen heen hooghouden en waarbij autonomie er één is, maar niet de enige. Het genuanceerde gesprek over levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding moet om die afweging tussen waarden gaan.

Dat is geen betutteling

De vrije keuze tot sterven is overigens onvergelijkbaar met alle andere keuzes die wij maken in onze samenleving. Ik kan kiezen - tot op zekere hoogte - welke opleiding ik wil volgen of wat voor werk ik doe. Ik kan daar fouten in maken en eerdere keuzes later betreuren. De keuze tot de dood is echter onomkeerbaar.

Ook daarom is behoedzaamheid op zijn plaats. Dat is niet betutteling. Immers betutteling is wanneer ik - soms met de beste bedoelingen - wordt weerhouden van het maken van fouten en de mogelijkheid ontnomen wordt te leren van mijn fouten en te groeien. Met de keuze tot de dood is er geen weg meer terug noch vooruit.

Tenslotte nog een laatste hartenkreet van mijn kant. De afgelopen jaren is er een transparante en maatschappelijk verantwoorde praktijk rondom euthanasie ontstaan. Daar zijn wij als Nederland met onze zuiderburgen redelijk uniek in. Die praktijk af te doen als betutteling doet geen recht aan wat is bereikt.

Het gaat niet alleen om de 'vrije keuze' maar juist ook om betrokkenheid

Zeker, het verzoek tot levensbeëindiging wordt getoetst door anderen en met goede redenen: uit barmhartigheid - nog zo een waarde - opdat mensen niet in de kou komen te staan, maar ook vanuit de zorg om menselijk leven.

Het leven kun je maar één keer verliezen. Een humanitaire samenleving draait niet alleen maar om de 'vrije keuze' maar juist ook om betrokkenheid.

Marian Verkerk is hoogleraar Zorgethiek aan de Rijksunversiteit Gronngen en het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Foto: Shaun Merritt (Flickr Creative Commons)