Maatwerk in tijden van schaarste

Zelfs als hulpverleners aantonen dat het voor cliënt én samenleving beter is als maatwerk wordt toegepast, vangen ze vaak bot. Is het niet handig om in te zetten op het verminderen van de schaarste aan voorzieningen?

Een trap tegen zijn hoofd op het voetbalveld heeft het leven van Andrej op zijn kop gezet. Hij kan zich daarna niet meer concentreren en wordt bang voor van alles en nog wat. Hij gaat drugs gebruiken en raakt verslaafd.

Het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden raakt betrokken bij Andrej als hij veel ruzie krijgt met zijn buren. Andrej is niet zozeer een bedreiging voor zijn buren. In dit geval is het andersom. De buren zijn een bedreiging voor hem. Er is sprake van mishandeling en geweld. Andrej moet daar weg. Hij heeft een plek nodig in een woonvoorziening. Maar het moet wel een voorziening zijn waar hij kan blijven gebruiken, want afkicken lukt nu niet. Het is heel ingewikkeld om bij zo’n voorziening een plek te bemachtigen. De vraag is groot en het aanbod klein.

Straffen alleen helpt weinig

Anneke Aanstoot is manager van het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden. De veiligheidshuizen zijn ontstaan, omdat vanuit Justitie werd opgemerkt dat ze steeds met dezelfde mensen te maken krijgen. Straffen alleen helpt weinig om ze op een ander spoor te krijgen en dus was de gedachte om de samenwerking te zoeken met zorg en welzijn. Het zijn vaak cases zoals die van Andrej.

Hoe krijg je het Openbaar Ministerie mee om een zaak naar voren te halen?

Om zicht te krijgen op de knelpunten heeft Aanstoot samen met het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) een actieonderzoek gedaan bij twintig taaie dossiers.[i] Het gaat daarbij vaak om toegang tot schaarse voorzieningen. Een bewoner is in afwachting van een hoger beroep in een strafzaak, maar hoe krijg je het Openbaar Ministerie mee om een zaak naar voren te halen? Voor een andere bewoner heeft een casemanager wel bij vijftig instellingen geïnformeerd en is bij een flink aantal op bezoek geweest om te kijken of hij terechtkon. Uiteindelijk zonder succes.

Verdeling van schaarste

Bij de verdeling van schaarste gaat het niet alleen om toegang tot instellingen. In veel gemeenten is ook het vinden van een passende woning een groot probleem. Jonathan Berg van de Erasmus Universiteit heeft een jaar en acht maanden het Rotterdamse programma voor kwetsbare huishoudens (PRIO) geëvalueerd.[ii] Hij was aanwezig bij allerlei casusbesprekingen.

De Rotterdamse onderzoekers maken een onderscheid tussen hulpverleners (die een plan voor een bewoner maken) en dienstverleners die de toegang regelen. Tussen de hulpverleners en de dienstverleners bestaat een logische spanning. De hulpverleners komen op voor hun bewoner, de dienstverleners hebben zicht op hoeveel andere mensen ook een beroep doen op die voorziening. De noodzaak tot maatwerk ontstaat als mensen wel een aanspraak doen op een voorziening, maar niet helemaal voldoen aan de criteria en er toch goede redenen zijn om een uitzondering te maken. Of als de reguliere werkwijze van een instelling tot onwenselijke uitkomsten leidt voor de betrokkene.

Hoe je een verhaal vertelt

Bij de verdeling van schaarse middelen en voorzieningen gelden allerlei regels, maar het gaat ook om iemand wat gunnen. Berg merkte daarom dat ‘storytelling’ van enorm belang is. ‘Het is belangrijk hoe je een verhaal vertelt. Een casus waarbij een moeder zonder verblijfsstatus een woning zoekt, is kansloos. Maar als haar kind wel een verblijfsstatus heeft, moet je daar de nadruk op leggen.’

Voor mensen in marginale posities is het vaak lastig om gezien te worden als ideale cliënt

Berg stelt dat er een klassiek verhaal is waarmee hulpverleners denken de grootste kans te hebben voor hun cliënt. Dat is het verhaal van iemand die buiten zijn of haar schuld in de problemen is gekomen en die van goede wil is en er alles aan wil doen om er weer bovenop te komen. ‘In de praktijk zien hulpverleners dat een deel van hun cliënten hier niet in past. Voor mensen in marginale posities is het vaak lastig om zich te presenteren en gezien te worden als de ideale cliënt. Ze maken bijvoorbeeld keuzen die op de lange termijn juist slecht uitwerken.’

Weggelaten informatie

De prijs van de schaarse voorzieningen wordt daarom vaak betaald door mensen die het minste passen in het ideale verhaal. Mede-onderzoeker Lieke Oldenhof (Erasmus Universiteit) stelt daarom dat het noodzakelijk is om te reflecteren op het verhaal dat hulpverleners vertellen. ‘Goede storytelling hoort bij het vak, maar brengt ook risico’s met zich mee. Bijvoorbeeld dat informatie - die van belang is voor een inschatting of iemand ergens past - wordt weggelaten. Of dat er stereotypen worden gebruikt. Het is dus goed om daarop te reflecteren.’

Als we een systeem hebben dat heel veel nadruk legt op zelfredzaamheid, dan doe je al snel wat verkeerd. De bewoner had iets moeten doen, maar heeft dat nagelaten (een verlenging aanvragen van een verblijfsvergunning) of heeft iets gedaan wat niet handig was (intrekken bij een ouder die terminaal ziek is en dan hopen dat je in het huis kan blijven).

Bewoners willen sommige mogelijkheden gewoon niet, bijvoorbeeld omdat de regels er te streng zijn

Bewoners hebben bovendien vaak negatieve ervaringen met hulpverlening waardoor ze minder gemotiveerd zijn. Ook dat past niet in het ideale plaatje. Sommige mogelijkheden willen ze gewoon niet, bijvoorbeeld omdat de regels er te streng zijn. Dat was het geval bij degene voor wie de caseworker van het Haagse Zorg- en Veiligheidshuis tevergeefs vijftig voorzieningen heeft afgestruind. Oog hebben voor de redenen waarom mensen niet in het klassieke plaatje passen, helpt om te voorkomen dat de lastige gevallen steeds opnieuw worden afgewezen.

Impasses doorbreken

De schaarste aan voorzieningen leidt tot impasses. In veel gemeenten wordt gewerkt met de door het Instituut voor Publieke Waarden ontwikkelde doorbraakmethode om impasses te doorbreken. Hierbij wordt een perspectiefplan gemaakt en wordt dat plan onderbouwd met een waardendriehoek, waarbij zowel wordt gekeken naar de Legitimiteit (de regels), naar het Rendement (wat zijn de kosten en baten van het plan) en de Betrokkenheid (wat versterkt de regie van de bewoner). Toch werkt ook de doorbraakmethode niet altijd goed als het gaat om de toegang tot schaarse middelen en voorzieningen.

‘De doorbraakmethode is niet bedoeld om schaarstevraagstukken op te lossen’

Oldenhof begrijpt heel goed waarom dat wringt. ‘De doorbraakmethode onderbouwt waarom de doorbraak beter is dan de reguliere aanpak. Maar bij schaarse voorzieningen is de vraag waarom de een meer aanspraak kan maken op een voorziening dan een ander.’ Waar de doorbraakmethode kijkt naar één casus, gaat het hier dus om het vergelijken van verschillende cases.

Perspectief levend houden

Albert Jan Kruiter van het IPW erkent dit probleem volmondig. ‘De doorbraakmethode is bedoeld om mensen die vastzitten in bureaucratie te helpen die te doorbreken, niet om schaarstevraagstukken op te lossen.’

In de praktijk hebben hulpverleners helaas wel vaak te maken met schaarste. Bovendien kan je bureaucratie en schaarste niet los van elkaar zien. De bureaucratie komt gedeeltelijk voort uit de wens om schaarste eerlijk te verdelen. Daarom zijn er allerlei regels voor bijvoorbeeld het verkrijgen van een urgentiebewijs voor een woning.

Schaarste zet de verhoudingen tussen hulpverleners onder druk

Kruiter ziet veel schaarste als het gaat om woonproblematiek en om wachtlijsten in de ggz. Toch gaat het hem te ver om te zeggen dat de doorbraakmethode niet werkt bij schaarste. Het betekent alleen dat het langer duurt voor de gewenste situatie wordt gerealiseerd. ‘Onder de doorbraakmethode ligt een perspectiefplan. Als in dat plan zelfstandig wonen als doel staat, kan dat door de schaarste langer duren en woont iemand langer in een instelling voor beschermd wonen. Dan is hij pas zelfstandig op zijn 27ste in plaats van op zijn 23ste. Het is wel zaak om in de tussentijd het perspectief levend te houden. Je moet daar in je plan rekening mee houden.’

Spanning vergroten

In het actieonderzoek van het Haagse Zorg- en Veiligheidshuis merkte Aanstoot dat schaarste de verhoudingen tussen hulpverleners onder druk zet. De doorbraakmethode kan die spanning vergroten. De methode onderbouwt heel goed waarom de doorbraak voor deze ene persoon belangrijk is en wat er kan gebeuren als er geen toegang komt tot de voorziening.

‘Je moet de relatie bouwen vóór de nood aan de man is’

Aanstoot: ‘De kracht van het IPW is dat het hen als externe soms lukt om een plan door de bureaucratie te jassen. Maar wij zitten de volgende dag weer om tafel met diezelfde partners voor een andere casus. En dat doet wat met de relatie. En dan kan het succes van Andrej een belemmering vormen voor het succes van Amir.’

Aanstoot gebruikt een mooie metafoor om toch een goede samenwerking te komen: ‘Je moet het ijzer smeden als het koud is. Je moet de relatie bouwen vóór de nood aan de man is. Zodat je een beroep op partners kan doen als de nood aan de man is.’

‘Zwoegwerk’

Door de schaarste worden bewoners en hulpverleners elkaars concurrenten. Bij Andrej is het uiteindelijk gelukt, maar bij een deel van de andere twintig cases uit het actieonderzoek niet. Aanstoot noemt casework daarom ‘zwoegwerk’. ‘Je moet vasthoudend zijn, goed kunnen omgaan met tegenslagen en toch moed houden.’

Kruiter bepleit dat gemeenten veel meer werk steken in het verminderen van de schaarste. Dat kan door heel goed in kaart te brengen hoe het komt dat mensen schaarse voorzieningen nodig hebben en wat kan worden gedaan om in een vroeger stadium te voorkomen dat het zover komt. ‘Als je een goede analyse maakt van alle keren dat een doorbraak nodig is, zie je wat de maatschappelijke prijs is van de schaarste. Dan zal je zien dat een extra huis bouwen eigenlijk een hele goedkope vorm van hulpverlening is.’

Pieter Hilhorst is lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Dit artikel is een bewerking van het stuk dat hij schreef voor het Maatwerk Magazine dat eens per jaar wordt gemaakt door de Citydeal Eenvoudig Maatwerk.

 

Noten:

[i] Harry Kruiter, Rosa Snuverink (2023) Doorbraak. Doen wat nodig is. Zeven verhalen achter de casus. IPW & Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden

[ii] Jonathan Berg, Jeroen van Wijngaarden, Lieke Oldenhof (2022), Losmaken wat vast zit. Evaluatie van het PRIO programma, gericht op het helpen van kwetsbare Rotterdammers die vastlopen in het systeem. Erasmus School of Health Policy & Management

 

Foto: Malingering (Flickr Creative Commons)