Om de democratie te behouden, moeten we veranderen

De debatten voor de Tweede Kamerverkiezingen verlopen saai en voorspelbaar. We zouden daardoor bijna vergeten dat de democratie onder druk staat, en dat jongeren de grote verliezers zijn. Voormalig ambtenaar, lobbyist en consultant Maarten Koningsveld betoogt in zijn boek ‘Democratie in Crisis’ dat we moeten veranderen om de democratische rechtsstaat te behouden. Een fragment.

Al sinds de oudheid zijn gezaghebbende denkers bang dat in een democratie groepen jonge en arme mensen de macht naar zich toe trekken, omdat de meerderheid het daar voor het zeggen heeft.

Jongeren, lager opgeleiden en armen zelden verkozen

Onder deze democratiecritici treffen we een bekende naam aan: Plato. Hij waarschuwde in zijn boek De Republiek voor het bestuur door jongeren. Hij voerde aan dat jonge mannen (vrouwen waren immers geen optie voor functies in het bestuur) ijdel, wispelturig en belust op drank en andere verleidingen zouden zijn. Door die groep zou je toch niet moeten willen worden bestuurd.

In de representatieve democratie die sinds de negentiende eeuw steeds meer de norm werd in grote delen van de wereld, deed het probleem van de ijdelheid, wispelturigheid en verleidingen van jonge mannen zich als probleem niet echt voor. De reden daarvoor: uit die groep jonge mannen wordt maar zelden iemand verkozen voor een belangrijke functie in een representatieve democratie.

Hoewel het electoraat in bijna alle delen van de wereld altijd voor een groot deel uit jongeren, laagopgeleiden en arme mensen heeft bestaan, is het voor mensen met zo’n achtergrond moeilijk om te worden verkozen. Mensen met geld, opleiding en ervaring hebben het immers gemakkelijker om te worden verkozen. Ze zullen – wanneer ze zich willen laten kiezen tot machthebber – daarbij ook niet weglopen om verkiezingsbeloften te doen die goed vallen bij de grootste groepen kiezers. Dat zijn traditioneel dus de jongeren, armen en laagopgeleiden.

Wereld veroudert in rap tempo

De vertegenwoordigende democratie is een overheidssysteem dat ervoor zorgt dat er bestuur dóór een elite, maar vóór de meerderheid is. Maar de tijden veranderen en zo ook de westerse democratische landen. Het gaat over het algemeen goed met de economie en steeds grotere groepen in westerse maatschappijen hebben een behoorlijk inkomen.

Het aantal 65-plussers groeit overal als deel van de totale bevolking, het aandeel jongeren in de bevolking krimpt en overal zien we een stijgende gemiddelde leeftijd. De Britse politicoloog David Runciman voorspelt dat deze demografische veranderingen een grote invloed zullen hebben op hoe onze democratieën functioneren. Waar jongeren automatisch ver in de toekomst kijken, zullen oudere kiezers meer geneigd zijn om voor politici te stemmen die hen beloftes doen waar ze op een kortere termijn iets aan hebben.

Resultaat van demografische ontwikkeling

Hij beschrijft het in zijn boek ‘How Democracy Ends’. In vroeger tijden zou een democratie meestal aan z´n einde komen doordat de bevolking vindt dat de verschillen tussen rijk en arm te groot worden. Er staat dan iemand op die de massa doet geloven dat de zittende elite de schuld is van hun problemen. Dat leidt dan tot protesten en het omarmen door de massa van het fascisme of het communisme.

Er zijn in de huidige tijd heel wat mensen die de vergelijking maken tussen de opkomst van rechts-nationalistische partijen nu met de opkomst van het nationaalsocialisme in de jaren dertig van de vorige eeuw. Runciman beschrijft echter dat de situatie nu behoorlijk anders is.

Hij beschrijft hoe de huidige westerse maatschappijen zijn veranderd door hun demografische samenstelling. Het verschil met de politieke elite is voor een belangrijk deel ingelopen: de massa is ouder, rijker en hoger opgeleid dan ooit. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar het heeft wel gevolgen voor onze maatschappij.

Het is niet zo dat iedereen opeens rijk, hoog opgeleid en oud is, maar de verschuiving is wel zodanig, dat democratie niet meer zal worden afgeschaft vanwege het verschil tussen de massa en de elite. Daarmee is de dreiging van een meerderheid die de elite opzijschuift te klein en zal de democratie als systeem dus overleven.

Jongeren als grote verliezers

De verliezers van deze ontwikkeling zijn de jongeren. Runciman stelt dat de democratie is veranderd: het was in het overgrote deel van z'n tweeënhalve millennium oude geschiedenis een systeem voor en over jongeren, en de angsten die ze hebben. Nu is democratie vooral een systeem voor en over ouderen.

Het gevaar van deze ontwikkeling schuilt in de risico’s voor de lange termijn, die op korte termijn onvoldoende worden gevoeld. Jongeren zijn van oudsher de groep die het meeste belang bij de lange termijn heeft. Het milieu, onderwijs en de houdbaarheid van stelsels voor sociale zekerheid of pensioenen zijn onderwerpen waarbij het belang van de lange termijn haast per definitie verschilt van het belang van mensen die korter vooruit hoeven te kijken als ze slechts uit hun eigen belang redeneren. Het is daarom logisch dat ouderen minder openstaan voor veranderingen.

Er is een trend om het verschil tussen jong en oud te benadrukken, dat gebeurt in de pensioendiscussie en nu ook rondom corona. Traditioneel beeld van die tegenstelling is dat ouderen behoudend zijn en jongeren verandering willen.

Maar er is ook gelijkheid: digitalisering bedreigt de grondbeginselen van onze democratische rechtsstaat en leidt ertoe dat de rechten van alle burgers, jong en oud, worden aangetast. Met mijn boek doe ik een pleidooi om open te staan voor verandering, juist omdat dát de enige manier is om onze democratische rechtsstaat te kunnen behouden.

Dit artikel is een licht bewerkt fragment uit het boek ‘Democratie in crisis’, geschreven door Maarten Koningsveld, en uitgegeven door S2uitgevers, Haarlem.

 

Foto: Mihai Lucîț (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2125 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. ” Nu is democratie vooral een systeem voor en over ouderen”

    Juist veel ouderen zitten thans in het verdomhoekje van de maatschappij: zij worden eerder ontslagen en vinden weer moeilijk werk (boven 45 jaar) en bovendien bestaat er grote eenzaamheid onder hen (boven 70 jaar).
    De pensioenen zijn meer dan een decennia lang bevroren en de AOW leeftijd is tot ten minste 67 jaar verhoogd. In de verzorgingstehuizen worden ouderen op minimale basis verzorgd en behoren zij tot de grootste risicogroep om aan Corona te overlijden.
    Het opnemen van een lijfrenteverzekering om eerder met werken te kunnen stoppen wordt fiscaal met 70% belastingkorting bestraft terwijl de 2e Kamer bij de instelling van deze regeling 12 geleden daartoe niet heeft besloten.
    Ouderen hebben juist weinig van de politiek te verwachten en dat terwijl jongeren de ouderen van de toekomst zijn.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *