Maak kennis met Melissa: Melissa gaat als wijkteamlid langs bij Jan Kroos, die in paniek het wijkteam belt, omdat hij met zijn gezin binnen een paar dagen op straat zal worden gezet. Samen gaan Melissa en Jan aan de slag en Melissa vindt een plastic tas met ongeopende enveloppen. Naast verschillende aanmaningen van de woningbouwcorporatie en een vonnis ‘Uithuiszetting wegens huurschulden’ van de rechtbank, vindt ze brieven van het Centraal Administratie Kantoor, de Sociale Verzekeringsbank, het UWV, de Belastingdienst, DUO en het CJIB.
Melissa maakt een overzicht en bepaalt wat als eerst moet gebeuren: zorgen dat de familie Kroos in hun woning kan blijven wonen. Ze overlegt met de woningbouwconsulent uit haar wijkteam en komt erachter dat de helft van de huurschuld uit de calamiteitenpot kan worden betaald.
Het gezin kan blijven en Melissa voorkomt verergering van de situatie. Het gezin heeft geen vrienden of familie waar ze naar toe hadden kunnen gaan en de daklozenopvang heeft een wachtlijst. Tegelijkertijd begint het nu eigenlijk pas. Nu moet Melissa bespreken hoe het gezin een dreigende uithuiszetting in de toekomst kan voorkomen en hoe ze de problemen met de Rijksuitvoeringsinstellingen (DUO, CAK, SVB, Belastingdienst, UWV) op zullen lossen.
Meer maatwerk door topdown maatregelen?
Naar aanleiding van het rapport ‘Regels en Ruimte Verkenning Maatwerk in dienstverlening en discretionaire ruimte’, roept het kabinet in een reactie op 16 januari jl. op tot meer maatwerk: ‘Het doel van de maatregelen die het kabinet in deze brief noemt, is een betere dienstverlening aan burgers door het leveren van meer maatwerk. Maatwerk dat is afgestemd op hun individuele situatie.’ Het kabinet is dus ook on board als het om maatwerk gaat. Beter laat dan nooit.
De maatregelen die het kabinet voorstelt zijn niet lichtzinnig: het starten van verkenningen en pilots, het ontwikkelen van toolkits om wetgeving te versoepelen en samenwerking te versterken en vooral aansluiten bij wat op Rijksniveau al gaande is. Alle bekende registers worden opgetrokken om dit vraagstuk te tackelen. En daarin schuilt precies het probleem: Uit de kabinetsreactie doemt een beeld op van een grootschalig Rijksbreed programma dat over het land zal worden uitgerold. Top-down maatwerk, zogezegd.
Goede intenties, verkeerd startpunt
Natuurlijk is het goed dat het Rijk nadenkt over het verbeteren van de dienstverlening door de verschillende Rijksuitvoeringsinstellingen, maar juist de Rijksdienst en haar uitvoeringsorganisaties zijn ten diepste verkokerd. Dat deze oproep tot integraal werken en maatwerk wordt ondertekent door de ministers van Justitie, Financiën, OCW, SZW, VWS en BZK zegt genoeg.
Hoe kunnen deze ministeries vanuit de uitvoeringsinstellingen waar zij voor verantwoordelijk zijn ‘de individuele situatie’ bepalen? Waar blijven Melissa en de duizenden andere professionals die lokaal hun werk doen, die juist in complexe situaties vastlopen in bureaucratische systemen en die hier, dwars door de standaarden, wensen, eisen en regels van de verkokerde publieke organisaties heen, oplossingen voor vinden?
Het mogelijk maken van maatwerk en daarmee van het sociale domein van de toekomst zou niet moeten gaan over wetten, structuren en top down Rijksbrede programma’s, maar over hoe we de kennis en ervaring van professionals zoals Melissa gaan zien, waarderen en benutten.
Nieuw paradigma om het goede te doen
In ons pamflet Doen Wat Goed Is, Pleidooi voor Praktische Wijsheid in het Sociale Domein pleiten we voor een nieuw paradigma, een nieuwe manier van kijken. Daarbij maken we gebruik van het werk van Aristoteles die in zijn Ethica Nichomachea niet zo zeer onderzoekt wat efficiënt handelen, effectief handelen of rechtmatig handelen is, maar wat goed handelen is.
Hij stelt dat rechtvaardige en redelijke regels in sommige gevallen leiden tot onrechtvaardigheid en onredelijkheid. Op dat moment heb je praktische wijsheid nodig (de hoogste vorm van kennis volgens Aristoteles) om het goede te doen.
Wat is dat goede dan? Volgens Aristoteles is dat het zoeken naar het juiste midden tussen twee uitersten. Tussen de regels en de ruimte, stellen wij. Waar regels en standaarden soms tot het tegenovergestelde leiden, en totale ruimte leidt tot willekeur, zoekt Melissa het juiste midden. Ze betaalt de helft van de huurschuld en gaat met het gezin om tafel om te bepalen hoe verder.
In de praktijk leren wat het goede is
Het praktisch wijze paradigma houdt vooral een paradigma shift in, omdat we met Aristoteles van handelen een ethische in plaats van een technische categorie maken. Het gaat niet om efficiency, effectiviteit of rechtmatigheid, maar om professionals die dagelijks het goede doen achter de voordeur.
De meeste mensen vinden het veel prettiger om over ‘goed handelen’ te praten of na te denken, dan om het ook daadwerkelijk te doen. De professionals zoals Melissa daarentegen zetten zichzelf continu op het spel. Ze bewegen zich buiten de standaarden om te doen wat volgens hen goed is, om rechtvaardigheid te herstellen voor inwoners die dat nodig hebben. Het zijn juist deze professionals die overlopen van de praktische wijsheid over de vraag hoe je dat doet en wanneer je dat doet. Ze handelen praktisch wijs.
Praktische wijsheid op Rijksniveau benutten
Als het Rijk deze praktische wijsheid niet ziet dan voorspellen wij dat Melissa en haar collega’s bij de Rijksuitvoeringsinstellingen ergens volgend jaar geconfronteerd worden met een nieuwe lijst van competenties en trainingsprogramma’s die ze moet volgen om efficiënt maatwerk te kunnen leveren. Lijsten die ze al eerder kregen, aangezien bestuurders en beleidsmakers sinds de decentralisaties ieder politiek- bestuurlijk dilemma uiteindelijk als een competentieprobleem vertalen.
Als het Rijk de praktische wijsheid van de professionals wel ziet, kan zij morgen al beginnen met het benutten hiervan. We stellen voor om samen met het kabinet een raad van praktisch wijzen in te stellen. De Praktisch Wijze Maatwerk Raad. Een groep professionals die hun praktisch wijze oplossingen verder mogen ontwikkelen en op basis van hun inzichten de ministers adviseert op wat er op stelselniveau nodig is om maatwerk mogelijk te maken. Opdat het kabinet niet kiest voor ‘de regels’ of ‘de ruimte’ maar daarin het juiste midden zoekt en doet wat goed is.
Sophie Albers en Albert Jan Kruiter schreven Doen Wat Goed Is; Pleidooi voor praktische wijsheid in het sociale domein. Het verschijnt vandaag, op 14 februari bij Van Gennep. Albers en Kruiter werken bij de School voor Publieke Waarden. Dagelijks vinden ze samen met professionals het sociale domein van de toekomst uit.
Foto: Artform Canada (Flickr Creative Commons)