TWISTGESPREK ‘Kwetsbare mensen huisvesten gaat echt niet vanzelf’

Mensen met verward gedrag huisvesten gaat niet altijd vanzelf. En als het om grote aantallen gaat, dan kan een buurt dat niet altijd dragen, zo waarschuwde de Amsterdamse corporatiebestuurder Hester van Buren een paar jaar geleden. Ze trok aan de bel. Clemens Blaas, bestuurder van zorgorganisatie HVO-Querido, sms’te: ‘Wat maak je me nou?’ Hoe gaat het inmiddels met de huisvesting van kwetsbaren in de hoofdstad? Een tweegesprek.

‘Er zijn wijken – in Amsterdam vooral in Zuidoost en Nieuw-West – waar in bepaalde buurten of complexen het aantal kwetsbare mensen toeneemt. Dat is zorgelijk, want de sociale problematiek neemt daardoor ook toe. Het gaat dan bijvoorbeeld om verwarde mensen die omwonenden angst aanjagen, onberekenbaar zijn en een gevaar kunnen zijn voor zichzelf en hun omgeving.’

Dit zei Hester van Buren, bestuurder van de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale en ook lid van het bestuur van de landelijke vereniging van woningcorporaties Aedes, in 2017 tegen een lokale krant. We nodigen haar en Clemens Blaas, bestuurder van de grote zorginstelling HVO-Querido, die onder andere opvang en begeleiding biedt, uit voor een tweegesprek. Hoe doe je dat, het huisvesten van kwetsbare mensen in wijken en buurten?

Het citaat van Van Buren maakt de worsteling helder van veel corporaties met het groeiende probleem om uiteenlopende kwetsbare mensen – waaronder personen met het label ‘verward’ – bij elkaar in een wijk te vestigen. Sinds de nieuwe Woningwet van 2017 mogen corporaties alleen nog maar de groepen met de allerlaagste inkomens huisvesten. Wijken als het Amsterdamse Zuidoost en Nieuw-West, met veel goedkope woningen, worden daardoor minder gemengd en sociale problemen stapelen zich op.

Hester van Buren: ‘Toen ik die uitspraak deed, hoorden we bij Aedes vaak: “Het gaat niet goed.” Ik heb toen weleens geroepen dat we hele straten creëren waar alleen maar werklozen wonen. Het gaat er niet om dat corporaties deze mensen niet willen huisvesten, maar wel dat we het signaal willen afgeven dat het zo niet langer kan. Vooral in wijken waar veel verhuisd wordt, zien we de instroom van mensen met wie “iets is” erg hoog worden. Daarbij zijn er ook over de begeleiding van mensen niet overal even goede afspraken. Toen ik dat aanzwengelde, kreeg ik van jou, Clemens, een sms’je met “Wat maak je me nou?”’

Clemens Blaas: ‘Waarom stuurde ik dat sms’je? Kijk, wij zijn als zorginstelling voor zeer kwetsbare mensen al jaren bezig om te kijken hoe wij onze klanten zo goed mogelijk als gelijkwaardige burgers in de wijk kunnen laten wonen. En net op het moment dat wij op het punt staan om met de gemeente en corporaties afspraken te maken om het goed te regelen – 30 procent van de vrijkomende woningen zou voor onze doelgroep zijn, echt een doorbraak – komt dit geluid. Zo’n uitspraak versterkt de weerstand. Niet alleen bij woningcorporaties, maar misschien ook bij bewoners die denken dat ze nu ineens allemaal kwetsbare mensen in de straat krijgen. Gelukkig is de afspraak er gekomen, maar met de beeldvorming door die uitspraak was ik helemaal niet blij.’

Van Buren: ‘Mijn doel was met name om de politiek wakker te schudden, het was niet tegen HVO-Querido gericht. Koester nou die corporaties, was onze boodschap, juist in Amsterdam met van oudsher die gemengde wijken. Als er in een flat twee een beetje vreemde types op een galerij van negen wonen dan gaat het goed en houdt de buurt een oogje in het zeil, maar als de verhoudingen andersom zijn dan wordt het te veel.’

Acceptatie van mensen met lastig gedrag gaat niet vanzelf

Van Buren benadrukt dat acceptatie van mensen met lastig gedrag niet vanzelf gaat, en Blaas weet dat als geen ander.

Blaas: ‘Er speelt nog wat anders. Veel mensen vinden het niet eerlijk dat kwetsbare mensen die dakloos zijn geweest of een opname achter de rug hebben met voorrang een woning krijgen. Zelfs onze medewerkers hebben daar weleens moeite mee, en ook sommige corporatiemedewerkers. Waarom moeten anderen vijftien jaar wachten en zij niet? Dat is een voedingsbodem voor populisme en daarom moeten wij ervoor zorgen dat onze klanten hun verhaal kunnen doen.’

Van Buren: ‘De grote frustratie zit ’m erin dat er ook mensen geplaatst worden van wie je na korte tijd al weet dat het niet gaat lukken. Die hebben te weinig begeleiding en dan gaat het mis. Voor iedereen die betrokken is bij een dergelijke plaatsing is dat frustrerend en de kwetsbare huurder wordt als een hete aardappel door de stad geschoven.’

 Blaas: ‘Bij housing first lukt het niet meteen met zo’n 10 procent van de mensen. Daar houden we rekening mee, maar je weet natuurlijk niet vooraf met wélke 10 procent het misgaat. Nu blijkt uit de laatste cijfers dat het percentage zelfs flink lager ligt dan die 10 procent, maar de beeldvorming is anders.’

Meer investeren in welzijn

Clemens Blaas blijkt een warm pleitbezorger voor investeren in welzijnsinstellingen. Die zouden er zelfs voor moeten zorgen dat in een ideale wereld opvangorganisaties als HVO-Querido overbodig worden. ‘We hebben nu dure zorgoplossingen voor mensen waarin te laat is geïnvesteerd. Mensen die lang dakloos zijn of die lang in de psychiatrie verblijven, zijn moeilijk weer te integreren. Daarom vind ik dat de welzijnsinstellingen meer geld moeten krijgen om aan die preventie te besteden.’

Van Buren: ‘Wij kijken weliswaar meer dan jullie naar de omwonenden, maar ook dan zeggen wij met jullie tegen de gemeente dat het sociaal domein erbij hoort als er grote projecten worden gepland. Als corporaties kunnen we renoveren en vernieuwen wat we willen, maar dat is niet voldoende.’

Vaak valt te beluisteren dat corporaties behalve verhuren niet zoveel meer mogen sinds minister Blok hun sociale activiteiten aan banden legde. Maar Van Buren ziet wel ruimte: ‘Wij kunnen ontmoeting stimuleren. We steken veel energie in community building. Deze week bezocht ik een project in Diemen en daar sprak ik een bewoner die in 36 jaar nooit iemand had gesproken in zijn blok. Nu wel.’

Blaas: ‘Ik zou meer willen zien. Om te beginnen echt serieus meer investeringen in welzijn. Dat geld moet komen van de specialistische zorg zoals wij die bieden. We laten de zaken veel te lang op z’n beloop en grijpen dan te laat en te specialistisch in. Dan zijn er al te veel schulden, is er te weinig zingeving of werk, waardoor de ernstige problemen ontstaan.’

Marc Räkers werkt bij Eropaf! Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Dit is een fragment uit het twistgesprek dat onlangs verscheen in het zomernummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

 

Foto: gerogeri (Flickr Creative Commons)