Blanke migranten hebben een twee keer zo groot risico op het ontwikkelen van een psychotische stoornis als autochtonen, voor migranten met een donkere huidskleur geldt zelfs een vijfmaal hoger psychoserisico. Onder Noord-Afrikaanse immigranten zien we daarbij een disproportioneel sekseverschil in psychoserisico: in Europa hebben Noord-Afrikaanse mannen een vijfmaal hoger risico op het ontwikkelen van psychose dan Noord-Afrikaanse vrouwen. Het overgrote deel van het bewijs is gestoeld op onderzoek onder Marokkaanse Nederlanders. In Marokko is dit sekseverschil overigens niet aanwezig.
Een definitieve verklaring voor deze opvallende bevinding hebben we niet: een daling in sociale status na migratie, een kloof tussen verwachting en daadwerkelijk succes, of een hoger percentage druggebruik onder Marokkaans-Nederlandse mannen behoren tot onze hypothesen. Dit verhoogde risico voor psychotische stoornissen geldt niet alleen voor migranten van de eerste generatie met een persoonlijke migratiegeschiedenis, maar ook voor de tweede generatie die geboren is in het gastland als kind van één of twee gemigreerde ouders. De migratie zelf maakt dus niet het verschil, maar het lidmaatschap van een etnische minderheid. De oorzaak ligt waarschijnlijk in sociale uitsluiting. Hoe meer iemand in een minderheidspositie gedrukt wordt, des te groter het risico dat psychotische symptomen zich ontwikkelen.
Misdiagnose en selectieve migratie vormen geen verklaring
Over het waarom van dit verhoogde risico op psychotische stoornissen onder etnische en andere minderheidsgroepen bestaan verschillende meningen. Zandi en collega’s veronderstellen dat het te verklaren valt door structurele misdiagnostiek van etnische minderheidsgroepen. Zij beweren dat westerse clinici met hun westerse diagnostische instrumenten en wellicht een wat bevooroordeelde klinische blik, de neiging hebben om ervaringen die passen binnen de cultuur ten onrechte te bestempelen als psychotische symptomen (Zandi et al. 2011).
Ondanks dat de etnische achtergrond van een persoon de inhoud van psychotische ervaringen zeker kan kleuren, blijkt uit ons onderzoek dat misdiagnose geen verklaring vormt voor een verhoogd psychoserisico in vergelijking met autochtone groepen. Het kan immers ook niet verklaren waarom juist Marokkaanse mannen veel vaker psychotische klachten rapporteren dan Marokkaanse vrouwen. Andere onderzoekers menen dat mensen met aanleg voor psychose vaker hun geluk elders zoeken omdat ze door hun kwetsbaarheid geen aansluiting vinden in hun geboorteland (Ødegaard, 1932). Wij vonden echter dat migranten juist betere sociale vaardigheden hebben dan thuisblijvers en ontkrachtten daarmee de hypothese dat migranten een negatieve selectie vormen.
Zich buitengesloten voelen maakt iemand kwetsbaar voor psychoses
Naast het lidmaatschap van een etnische minderheid zijn er ook andere omgevingsfactoren die het risico op het ontstaan van een psychose vergroten. Deze factoren zijn het opgroeien in een stedelijke omgeving, een laag IQ, traumatische ervaringen en druggebruik. Een gemene deler van deze factoren is dat zij de kans op sociale uitsluiting vergroten, ook wel de ‘social defeat’-hypothese genoemd. Volgens deze hypothese kan de subjectieve ervaring dat iemand zich een buitenstaander voelt de dopaminehuishouding in het brein ontregelen, waardoor het psychoserisico toeneemt. Uit dieronderzoek is gebleken dat het dopaminesysteem van een rat die herhaaldelijk verslagen wordt door een soortgenoot (‘social defeat’) ontregeld raakt (Covington, III and Miczek, 2001). Het bewijs voor eenzelfde soort mechanisme in mensen is echter nog onvoldoende (Gevonden et al. 2014).
Jongeren die zich buitengesloten voelen zijn kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychotische symptomen. Een groep Turkse professionals schreef hierover in de Volkskrant van 10 januari 2011: ‘Al met al is er een groeiende groep jongeren aan het ontstaan die zich ontheemd voelen. Ze voelen zich niet welkom in de Nederlandse samenleving. Sommigen trekken zich terug in de eigen (religieuze) gemeenschap, anderen zonderen zich af en dreigen te vereenzamen, ernstige psychische klachten te ontwikkelen of vatbaar te worden voor de verleidingen van radicalisme of criminaliteit. Dat zou niet alleen dramatisch zijn voor deze jongeren, maar voor de hele Nederlandse samenleving.’
Groter risico op psychose verdwijnt niet vanzelf
Onze bevindingen laten zien dat het verhoogd psychoserisico onder etnische minderheden zich doorzet in volgende generaties en niet vanzelf zal verdwijnen. Bovendien kan een wildgroei aan psychische stoornissen onder vluchtelingen in Europa ontstaan, aangezien zij massaal geconfronteerd worden met sociale uitsluiting.
Het ontstaan van nieuwe psychosegevallen kunnen we voorkomen door laagdrempelige toegang tot gezondheidszorg, een eigen woning, onderwijs en werk te verstrekken. Vul de gaten in de arbeidsmarkt door mensen om te scholen. Vanuit de gemeenschap zelf kunnen sleutelfiguren, zoals imams of een voetbaltrainer, een cruciale rol spelen door vroege signalen van psychose te leren herkennen. Ontheemde jongeren moeten de boodschap en de ervaring krijgen dat ze belangrijk zijn en dat ze ertoe doen. Alleen dan kan hun wereld een veilige plek blijven.
Els van der Ven is GZ-psycholoog in opleiding bij GGZ Rivierduinen. Op 22 april 2016 promoveerde zij aan de universiteit Maastricht met het proefschrift: 'Ethnic minority position as risk indicator for autism-spectrum and psychotic disorders', 2016.
Referenties:
Covington, H. E., III & Miczek, K. A. (2001). Repeated social-defeat stress, cocaine or morphine. Effects on behavioral sensitization and intravenous cocaine self-administration "binges". Psychopharmacology (Berl) 158, 388-398.
Gevonden, M., Booij, J., Van den Brink, W., Heijtel, D., Van Os, J. & Selten, J. P. (2014). Increased release of dopamine in the striata of young adults with hearing impairment and its relevance for the social defeat hypothesis of schizophrenia. JAMA Psychiatry 71, 1364-1372.
Ødegaard, Ø. (1932). Emigration and insanity: a study of mental disease among Norwegian-born population in Minnesota. Acta Psychiatrica Neurologica Scandinavica Suppl 4, 1-206.
Zandi, T., Havenaar, J. M., Laan, W., Kahn, R. S. & Van den Brink, W. (2011). Predictive validity of a culturally informed diagnosis of schizophrenia: a 30 month follow-up study with first episode psychosis. Schizophr. Res 133, 29-35.
Foto: Liam Higgins (Flickr Creative Commons)