In veel westerse landen doet zich een opmerkelijk sociaal fenomeen voor: vrouwen zijn religieuzer dan mannen. Er is ampel bewijs voor het bestaan van deze ‘genderkloof’, bijvoorbeeld een groot onderzoek uit 2016 van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Pew. Maar de kloof verklaren, blijkt een uitdagende wetenschappelijke puzzel met allerlei sociale en psychologische factoren, waar veel wetenschappers hun tanden op stuk bijten.
Met data van het LISS panel van het Tilburgse onderzoeksbureau Centerdata zijn onderzoekers van de Radboud Universiteit erin geslaagd de kloof tussen Nederlandse mannen en vrouwen te verklaren.
Grote verschillen tussen man en vrouw
Door een sterk proces van secularisatie is de religiositeit onder zowel Nederlandse vrouwen als Nederlandse mannen de afgelopen decennia sterk afgenomen. De ontwikkeling van een maatschappelijk leven los van kerk en geloof is geen eenduidig proces geweest. Nederlandse vrouwen blijken religieuzer te zijn gebleven dan Nederlandse mannen. In 2015 geloofde 50 procent van de vrouwen en 37 procent van de mannen in God of een hogere macht. Bij regelmatig bidden - ongeveer 1 x per week - liggen de percentages respectievelijk op 32 procent en 23 procent.
Ook bij andere dimensies van religiositeit zien we genderverschillen. Daarbij komt dat de verschillen de afgelopen decennia eerder groter dan kleiner zijn geworden, zoals wordt geïllustreerd in onderstaand figuur met betrekking tot het geloof in God of een hogere macht.
Terug naar de vraag waarom deze religieuze verschillen bestaan? De Nijmeegse onderzoekers richten zich bij de verklaring op de christelijke religie; bij niet-christelijke religies, zoals de islam, ziet het secularisatieproces en de genderverschillen daarbinnen er vaak heel anders uit.
Geen relatie tussen sociale status en religiositeit
In de sociale wetenschappen wordt vaak verondersteld dat vrouwen een lagere sociale status hebben dan mannen, bijvoorbeeld als het gaat om inkomen of opleiding, en dat de sociale afhankelijkheid van vrouwen zorgt voor minder bestaanszekerheid. Dat laatste zou bijdrage aan een grotere mate van religiositeit.
Vrouwen zouden vanwege hun sociale kwetsbaarheid eerder voor de veiligheid van religie kiezen dan mannen, al is het maar voor het vooruitzicht op een - hemels - hiernamaals. Voor Nederland gaat deze verklaring echter niet op: de gender verschillen in sociale status worden in ons land steeds kleiner. Bovendien vormt de verzorgingsstaat een vangnet dat de bestaanszekerheid van Nederlandse vrouwen tot op zeker niveau op peil houdt.
Verklaring ligt veeleer in gezondheid en persoonlijkheid
Wat verklaart dan wel de religieuze kloof tussen de seksen? Allereerst zijn er verschillen tussen Nederlandse mannen en vrouwen voor wat betreft gezondheidsbeperkingen. Vrouwen ervaren vaker beperkingen dan mannen, de daaruit voortvloeiende afhankelijkheid knaagt aan hun bestaanszekerheid en heeft een grotere mate van religiositeit tot gevolg.
Andere factoren die de religieuze genderkloof in Nederland verklaren, liggen op het vlak van persoonlijkheid. Zo zijn Nederlandse vrouwen plichtsgetrouwer dan mannen. De focus ligt bij vrouwen meer op orde en controle en ze houden daarmee makkelijker vast aan wat hen wordt voorgeschreven, ook op het gebied van religie. Daarnaast zijn Nederlandse vrouwen meer op de medemens gericht en zorgzamer, kenmerken die het verlengde liggen van de christelijke boodschap van liefde en compassie.
Mannen daarentegen zijn meer gefocust op leiderschap en onafhankelijkheid, kenmerken die juist botsen met religie en haar klerikale machtsstructuur en roep om devotie. Al met al hebben Nederlandse vrouwen een sterkere neiging dan Nederlandse mannen om het wereldbeeld te accepteren zoals het christendom dat voorschotelt: respect voor en nadruk op het behoud van tradities en het verspreiden van de boodschap van liefde voor de naasten.
Op basis van ons onderzoek is een verwachting uit te spreken over de toekomst van de religieuze (christelijke) genderkloof. Aanvankelijk dachten veel sociale wetenschappers dat die kloof kleiner zou worden door het voortgaande proces van modernisering. Wij tonen echter aan dat de hedendaagse religieuze genderkloof in Nederland veeleer is terug te voeren tot persoonlijkheid en niet 1-2-3 zal worden gedicht.
Joris Kregting, Peer Scheepers, Paul Vermeer en Chris Hermans zijn alle vier verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het hele artikel, dat gepubliceerd is in het tijdschrift ‘Review of Religious Research', is hier te lezen.
Foto: Ben White via Unsplash.com