Wie wil er nou voor zijn eigen land vechten?

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog willen we steeds minder voor het eigen land vechten. Maar hoe post-heroïsch is de mens nu eigenlijk, zo vragen de onderzoekers Wolfgang Wagner, Michal Onderco en Alexander Sorg zich af, gelet op de oorlog in Oekraïne.

In Oekraïne vechten mensen iedere dag voor hun land, vaak in loopgraven die aan de Eerste Wereldoorlog herinneren. Tot de Russische agressie was dit soort oorlogen voor ons, West Europeanen, iets van de laatste eeuw, of iets dat letterlijk ver weg plaatsvindt, bijvoorbeeld tussen Ethiopië en Eritrea. Voor ons was de vraag of we voor ons land zouden vechten niet meer dan hypothetisch.

Forse verandering

In enquêtes van de World Values Survey (WVS) en de European Value Survey (EVS) wordt sinds 1981 juist deze hypothetische vraag gesteld: ‘natuurlijk hopen we allemaal dat er geen oorlog meer komt, maar als het zover zou komen, zou u dan bereid zijn om voor uw land te vechten?’ Voor de beiden onderzoeken zijn duizenden mensen in een toenemend aantal landen, binnen en buiten Europa, bevraagd. In de laatste ronde, eind 2022 afgesloten, werden 153.716 mensen in 90 landen, waaronder China, Brazilië en Irak, benaderd.

Heel kort: de bereidheid om te vechten nam wereldwijd af

Wat blijkt? Over een periode van vier decennia is een forse verandering zichtbaar in de verhouding tussen diegenen die zeggen als de nood aan de man komt voor hun land te zullen vechten en diegenen die zeggen dat niet te doen. Heel kort: de bereidheid om te vechten nam wereldwijd af. Het WVS-team had hier ook een verklaring voor:

Op veel plekken zijn de levensomstandigheden verbeterd, de kwetsbaarheid voor verhongering, ziekte en geweld afgenomen en meer mensen ontwikkelden daardoor een gevoel van existentiële zekerheid. Meer mensen zien mogelijkheden voor zelfrealisatie als gevolg van hoger inkomen, gezondheid en opleiding en beschouwen het menselijk leven daardoor als waardevol. Ze vinden het daarom bijna niet te rechtvaardigen om hun leven op te offeren. De maatschappij verandert in een ‘post-heroïsche samenleving.’

Individuele reflectie

Onderzoekers op het gebied van vrede en veiligheid juichten deze ontwikkeling toe. Volgens Ronald Inglehart, Bi Puranen and Christian Welzel (2015) is de afnemende bereidheid om te vechten op individueel niveau een belangrijk oorzaak voor de relatief vreedzaam verlopen jaren sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. In zijn boek Where have all the soldiers gone? (2009) herinnert historicus James Sheehan het militarisme van de laat 19de eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw. Van dat militarisme was in het westen van Europa geen spoor meer terug te vinden. Sterker nog, in bijna alle Europese landen is de bereidheid om te vechten voor het vaderland dramatisch afgenomen.

Maar juist op het moment dat een aantal boeken een afname van oorlogen en politiek geweld constateert, toont de laatste World Values Survey een einde en zelfs een ommekeer van de trend tot minder vechtbereidheid aan. In Argentinië, bijvoorbeeld, steeg die bereidheid van 44 procent (2013) naar 61 procent (2017), in China en Egypte naar 90 procent (2018).

Trend gekeerd

In een nieuw onderzoeksproject, gefinancierd door de Nationale Wetenschapsagenda, onderzoeken wij waarom de bereidheid om te vechten weer is toegenomen. Onze hypothese is dat de toename van gewapende conflicten in de buurtlanden daarin een belangrijke rol speelt. Data die we in juni 2022 in Nederland hebben verzameld, lijkt dit te onderschrijven.

Net voor de massale Russische inval in Oekraïne, in januari 2022, was de verhouding tussen Nederlanders die zouden willen vechten en diegenen die dat niet zouden willen doen nog 51 procent versus 49 procent. Vijf maanden later was de verhouding verschoven naar 56 procent versus 44 procent.

In Oekraïne zelf is de bereidheid om te vechten al sinds de bezetting van de Krim en de oorlog in de Donbas hoog. Volgens de WVS/EVS data gaf 56 procent van de Oekraïners in 2011 aan dat ze bereid waren om voor hun eigen land te vechten. In 2020 was dit cijfer gestegen naar 70 procent.

Neerwaartse spiraal?

De toenemende bereidheid om te vechten, leidt niet rechtstreeks tot meer oorlog.  Maar als Inglehart, Puranen en Welzel gelijk hebben en de afnemende bereidheid om te vechten op individueel niveau de fundering van de ‘long peace’ was, dan is deze recente ontwikkeling wel zorgwekkend. Beelden uit Oekraïense steden laten zien hoe ‘het vechten voor eigen land’ er in de praktijk uitziet en met welke desastreuze gevolgen je geconfronteerd kan worden.

We kunnen neerwaartse spiraal niet uitsluiten

Maar wat is het resultaat van de toenemende militarisering van de publieke opinie en het beleid in onze contreien?  We kunnen niet uitsluiten dat er een neerwaartse spiraal ontstaat als de toename van geweld en de bereidheid om te vechten elkaar wederzijds versterken.

Voor ons onderzoek gaan we vooral kwantitatieve methoden gebruiken om de samenhang tussen oorlogen in naburige landen en de bereidheid om te vechten, onderzoeken. Nog dit najaar gaan we ook met focusgroepen in gesprek om kwalitatief uit te zoeken wat mensen motiveert om al dan niet voor hun land te vechten. We hopen ook meer te leren over hoe de oorlog in Oekraïne de houding in Nederland verandert. Oftewel: hoe post-heroïsch zijn we nu eigenlijk?

Wolfgang Wagner is hoogleraar internationaal veiligheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Michal Onderco is hoogleraar internationale betrekkingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Alexander Sorg is postdoc aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

Foto: Dennis van Zuijlekom (Flickr Creative Commons)