GGz Nederland is bereid om te zoeken naar een alternatieve manier om mensen met verward gedrag op te vangen, maar daar heeft ze wel extra geld voor nodig. In een onlangs aan de Tweede Kamer gestuurde brief schrijft Jacobine Geel, de voorzitter van de brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, dat de 30 miljoen extra die het ministerie per jaar wil vrijmaken vanaf 2017 niet genoeg is.
GGz-Nederland wil meer geld en verwijst naar anderen
De bedelbrief van GGz-Nederland past prima in een beeld dat de hoogleraar Zorginnovatie Philippe Delespaul op deze site heeft geschetst. Samengevat zegt hij dat de hausse over de problematiek rond mensen met verward gedrag sterk wordt overdreven en dat belanghebbende zorgaanbieders daarvan proberen te profiteren door zich uitdrukkelijk te presenteren als ‘redders in nood’. Nog afgezien van de vraag of de zorgaanbieders hun zelf aangenomen rol kunnen waarmaken, is hun vraag om meer geld op zijn minst merkwaardig als je bedenkt dat GGz-Nederland haar in 2009 geformuleerde visie op herstel-ondersteunende zorg nog nauwelijks heeft geïmplementeerd.
Psychiaters als Jim van Os en Niels Mulder, maar ook bestuurders als Sjef Czyzewski (Antes GGz), Jacobine Geel (GGz Nederland) en Marjan ter Avest (LPGGz) verschijnen keer op keer in de media als er iets aan de hand is. En even zo vaak wijzen ze naar de door de politiek aangewezen tegenmachten als het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de zorgverzekeraars als de bronnen van al het kwaad in de geestelijke gezondheid- en verslavingszorg. Maar vrijwel nooit krijgen we iets te horen over de observaties van onafhankelijke cliëntondersteuners, senior-ervaringswerkers, huisartsen, advocaten, wijkagenten, buurtbeheerders, maatschappelijk werkers of senior-familie-ervaringsdeskundigen.
Tekenend is dat de mensen die vanuit jarenlange cliënt- en praktijkervaring weten hoe de hazen lopen, er uiterst bekaaid van afkomen in de bijdrage van Czyzewski aan het dossier Verwarde Personen op deze site.
Nota bene: Czyzewski is lid van hetzelfde Aanjaagteam waarvan de voorzitter Liesbeth Spies op deze site zegt dat de mens met verward gedrag centraal behoort te staan.
Cliëntenvertegenwoordigers ‘verstatelijken’
Helaas laten de officiële cliëntenvertegenwoordigers ook verstek gaan, en dat heeft alles te maken met hun ‘verstatelijking’. Het gevolg enerzijds van een overheid die met subsidie de organisaties tot op de millimeter inhoudelijk stuurt en anderzijds de gewilligheid van de organisaties zelf om daarin mee te gaan. Daardoor handelen zij voornamelijk reactief en secundair en richten zij zich evenals de instellingen volledig op discussies over stelselkwesties, inkomensplaatjes, prijs en volumevraagstukken en toegangsdrempels.
Cliëntenvertegenwoordigers zijn steeds meer consumentenorganisaties geworden, wier innige banden met instellingen zoals het Trimbos Instituut, Phrenos, LPGGz en GGz Nederland de herstelbeweging geen goed doen. Verstatelijking leidt er namelijk toe dat mensen met een ingewikkeld leven niet meer binnen hun eigen logica en bestaan worden bezien, maar in die van de overheid, aanbieders en verzekeraars. Daardoor wordt de ruimte voor het anders-zijn, voor het nu-eenmaal-zo-zijn, navenant kleiner.
Mensen willen geen pillen, maar aandacht
Wanneer men vanuit ervaringsdeskundig perspectief zijn oor te luister legt bij de mensen waarom het gaat, bij degenen dus die door psychosociale, psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblematiek wel eens verward gedrag vertonen, dan bespeurt men de grote behoefte om nu eindelijk eens gehoord te worden. Mensen met verward gedrag willen geen pillen, maar aandacht voor wat misschien wel hun grootste klacht is: eenzaamheid en isolement.
Het biomedische model waarmee de Ggz werkt, biedt geen uitzicht op vervulling van deze behoefte. Natuurlijk, als je in een crisis belandt, is het fijn dat er ambulante zorg is en als het heel erg wordt een verblijf in een HIC. Maar de huidige GGz-sector lijdt aan een tunnelvisie en is, de zeldzame uitzondering niet te na gesproken, in de kern onmachtig om díe ondersteuning te bieden waardoor mensen zelf een begin kunnen maken met hun herstel.
Gemeenten: faciliteer zelfhulpgroepen
Peer-support in zelfhulpgroepen biedt zo’n mogelijkheid wel. Peer support, zo luidt de definitie van het kenniscentrum sociale innovatie van de Hogeschool Utrecht, is: ‘het geven van onderlinge steun door mensen die zich in dezelfde situatie bevinden, overeenkomstige ervaringen hebben of eenzelfde doel nastreven.’
In hun ontmoeting kunnen gelijkgestemden van elkaar leren en voorzichtig nieuwe relaties aangaan. Daardoor kunnen zelfdragende steunsystemen ontstaan, waar mensen op een heel natuurlijke manier weer het begin van het bolletje wol weten te vinden. Bij het vastlopen in situaties kunnen de netwerken van mensen met verward gedrag worden ingezet om met behulp van eigen-krachtconferenties een eigen plan te maken. Een plan dat vervolgens voorgelegd kan worden aan de zelfhulpgroep, om de voorstellen te toetsen aan de ervaringskennis van de deelnemers.
Het Aanjaagteam vertrouwt gemeenten de rol toe om praktisch handen en voeten geven aan het in ‘bouwstenen’ geformuleerde beleid. Nog afgezien van de vraag of gemeenten dat überhaupt kunnen, zou het veel beter zijn indien gemeenten zelfhulpgroepen gaan faciliteren opdat mensen met verward gedrag zélf aan duurzame oplossingen kunnen werken. Remedies die in tegenstelling tot de vigerende hopeloos makende symptoombestrijding wél perspectief bieden op herstel. Voorwaarde daartoe is dat gemeenten zelfhulp op wijkniveau organiseren, in eendrachtige samenwerking met huisartsen, buurtbeheerders en wijkteams. Alleen op die manier kan herstelondersteuning echt vorm krijgen en de positieve gezondheid van Machteld Huber de norm worden.
Van een dergelijke, op andere leest geschoeide zorg gaat een enorme preventieve werking uit. Bovendien kan het nodeloze traumatiserende opnames voorkomen die ook nog eens vreselijk duur zijn en, minstens zo belangrijk, kan het de menselijke maat weer leidend maken.
Hans van Eeken is ervaringswerker actief in het sociaal domein en de psychiatrie. Tot 2014 werkte hij in loondienst bij een grote geïntegreerde ggz-instelling. Sindsdien is hij zelfstandig ervaringswerker.
Foto: jesseb (Flickr Creative Commons)