Statushouders kunnen best eerder aan het werk

De weg naar werk is voor statushouders veelal lang en moeizaam. De Sociaal-Economische Raad (SER) onderzocht wat hen belemmert en wat zij nodig hebben voor een snellere aansluiting op de Nederlandse arbeidsmarkt. 

Er is sinds enkele jaren veel politieke en maatschappelijke aandacht voor de sociaaleconomische integratie van statushouders, vluchtelingen met een voorlopige verblijfsvergunning. Een belangrijke vaststelling is in dit kader dat de problematiek waarvoor deze mensen zich gesteld zien, zo groot is dat snelle oplossingen niet in de rede liggen.

Voorop staat dat het in de publieke opinie heersende beeld van ‘de hoogopgeleide en snel inzetbare vluchteling’ slechts voor een zeer beperkte groep opgaat. Velen hebben beduidend meer tijd nodig om een plaats in de Nederlandse samenleving te verwerven. Dit staat een voortvarende zoektocht naar werk en onderwijs in de weg.

Daar komt bij dat de Nederlandse arbeidsmarkt niet in staat gebleken om op korte termijn grote groepen statushouders op te nemen. Een overgrote meerderheid van gemeenten meldt dat er in hun regio betrekkelijk weinig werk is voor deze groep. Zowel specifieke kenmerken van de doelgroep zelf – waaronder taalproblemen en de afwezigheid van bruikbare diploma’s – als het gebrek aan geschikte banen en een achterblijvende vraag vanuit individuele werkgevers spelen hierin een rol.

Het integratieproces stokt

Op grond van deze bevindingen is een goede en op maat gerichte ondersteuning van statushouders geboden. Toch is hiervan lang niet altijd sprake. Het integratieproces stokt onder meer door de manier waarop de huidige opvang en ondersteuning geregeld zijn – bijvoorbeeld door de sequentiële aanpak van huisvesting, inburgering en werk; door ontoereikende dienstverlening bij het koppelen van statushouders aan werkgevers en door de late en beperkte invulling van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid.

Het gevolg: statushouders hebben vaak erg veel tijd nodig om actief in de Nederlandse samenleving te gaan participeren.

Nieuwe aanpak is veelbelovend maar te kleinschalig

Tegelijkertijd zien we dat zowel de overheid als maatschappelijke en uitvoeringsorganisaties de ervaren tekortkomingen van het bestaande beleid aanvoeren voor een nieuwe aanpak.

De SER heeft veel nieuwe initiatieven samengebracht op de site werkwijzervluchtelingen.nl. Hier komt een beeld naar voren dat een meer succesvolle ondersteuning onlosmakelijk verbonden is met een vroegtijdig ingrijpen, een op maat gerichte ondersteuning en een hechte samenwerking tussen partijen op lokaal of regionaal niveau. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:

  • publieke en particuliere initiatieven om statushouders te screenen en direct te koppelen aan werkgevers, zoals de Refugee Talent Hub en de Competence Card;
  • gemeenten waar een op maat gerichte ondersteuning direct na huisvesting aldaar start. Dit gebeurt in Amsterdam, Leiden en in het Westland;
  • afspraken tussen partijen op decentraal niveau voor een snelle instroom in het beroeps- en hoger onderwijs, zoals de convenanten van de stichting UAF en gemeenten;
  • arbeidsmarktintermediairs die werkgevers actief benaderen en gericht ondersteunen. Zo zijn er in de regio’s Haaglanden en Groot-Amsterdam werkgeversservicepunten om statushouders bij werkgevers extra onder de aandacht te brengen.

Deze initiatieven maken duidelijk dat de komst van grote aantallen statushouders in de afgelopen jaren beslist het nodige in beweging heeft gezet. Toch moeten we eveneens vaststellen dat deze vormen van ondersteuning in de regel niet op grote schaal plaatsvinden. Veel nieuwe werkwijzen zijn weliswaar veelbelovend maar overwegend kleinschalig; het zijn lokale of regionale projecten voor een beperkt aantal statushouders. Ze hebben nog geen vaste plaats verworven in de reguliere dienstverlening en hulp aan statushouders.

Integratie kan effectiever met gerichte verbeteringen

De ondersteuning van statushouders in Nederland zou op tenminste vier onderdelen gebruik moeten maken van de recente ervaringen met deze nieuwe werkwijzen.

Zorg voor een vroegtijdige en parallelle aanpak
Statushouders zijn nu nog altijd vele maanden bezig om het traject van opvang, uitplaatsing en verplichte inburgering te doorlopen. Dit staat een snelle toetreding tot de arbeidsmarkt in de weg. Het is effectiever om deze vormen van ondersteuning zoveel mogelijk gelijktijdig in te zetten. Dat kan zowel in de centrale opvang als na uitplaatsing in een gemeente.

Geef meer aandacht aan regie en afstemming in de regio
Ondersteunende en dienstverlenende partijen, zoals onderwijsinstellingen, werkgevers en gemeenten, weten elkaar op lokaal en regionaal niveau vaak niet goed te vinden. Er wordt onvoldoende op elkaar afgestemd en er vindt te weinig informatie-uitwisseling plaats. Betere samenwerking op dit decentrale niveau is van groot belang om ook meer aangesloten integratieroutes voor statushouders te realiseren. Een herkenbare regierol van gemeenten hierin lijkt onontbeerlijk.

Er is meer informatie nodig voor een snelle bemiddeling
Momenteel is het moeilijk om een accuraat beeld van de mogelijkheden en directe inzetbaarheid van statushouders te geven. Dit heeft deels te maken met de onbekendheid van hun opleidingsachtergrond en arbeidservaring. Deels ook bieden de huidige digitale informatiesystemen onvoldoende inzicht in de mogelijkheden van zowel vraag als aanbod. Een uitgebreidere informatievoorziening is noodzakelijk om partijen bij elkaar te brengen.

Benader werkgevers gericht
Veruit de meeste statushouders hebben op de korte termijn geen direct perspectief op werk. Wel kunnen diverse mogelijkheden van werkervaring - stages, werkervaringsplaatsen en dergelijke - als een opstapje dienen naar werk. In de praktijk gebeurt dit echter op zeer beperkte schaal. Een gerichte benadering en zo nodig ondersteuning van werkgevers kunnen tot een grotere bereidheid leiden om statushouders in dienst te nemen.

Inzet voor andere kwetsbare groepen vergroot draagvlak

De aandacht voor deze verbeteringen in de huidige ondersteuningsinfrastructuur kan bijdragen aan een meer effectief en toekomstbestendig integratiebeleid voor statushouders in Nederland. Versnelling in het integratieproces van statushouders is nog steeds gewenst en noodzakelijk.

Tegelijkertijd bieden deze nieuwe vormen van dienstverlening en ondersteuning ook kansen voor andere kwetsbare groepen in Nederland. Het is daarom zaak om de nieuw gekozen werkwijzen zorgvuldig te beoordelen en te kijken of ze ook breder ingezet kunnen worden. Dit komt het draagvlak in de Nederlandse samenleving voor het actief ondersteunen van statushouders alleen maar ten goede.

Arend Odé en Karima Moaddine werken als beleidsmedewerker bij de Sociaal-Economische Raad. Dit artikel is gebaseerd op de SER-signalering ‘Nieuwe wegen naar een meer succesvolle arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen’, 2016. 

Foto: DFID - UK Department for International Development (Flickr Creative Commons)