COLUMN We leven niet in een individualistisch land

Eén van de meest gemaakte opmerkingen tijdens bijeenkomsten is dat zorgzame buurten onrealistisch zijn. Onze samenleving is immers individualistisch en mensen zijn onvoldoende bereid zich in te zetten voor anderen. Hoogleraar Marcel Canoy ontkracht dit.

Tijdens bijeenkomsten over zorgzame buurten wordt vaak genoemd dat die helemaal niet realistisch zijn. Niet zelden wordt dan een studie van European Values van stal gehaald waarin de stelling voorkomt: ‘Het is de plicht van het kind om te zorgen voor een zieke ouder’. In Georgië vindt 93 procent van de ondervraagden dat. Nederland staat stijf onderaan met 16 procent. Zie je wel, we zijn een land van individuen. Zelfs voor onze eigen zieke ouders willen we niet zorgen, laat staan voor anderen.

Als er keuze is, waarom zou je het dan zelf doen?

Het is instructief om even dieper te kijken, niet alleen naar de oorzaken van die 16 procent, maar ook naar een bredere context, die gelukkig ook is verzameld door dezelfde auteurs van deze European Values Studie.

Je kunt hier kiezen

De reden dat zo weinig Nederlanders zeggen voor hun zieke ouders te willen zorgen, is dat wij de gehele ouderenzorg hebben geïnstitutionaliseerd. Als er keuze is, ook als die keuze misschien niet altijd de maatschappelijk beste keuze is, waarom zou je het dan zelf doen? Die keuze is er in Georgië niet. Dat is niet per se beter voor Georgiërs, maar heeft weinig tot niets te maken met de bereidheid zich in te zetten voor anderen.

Bovendien staat er het woord ‘plicht’ en daar houden Nederlanders nu eenmaal niet van

Nederland is namelijk ook wereldkampioen vrijwilligers. Kennelijk zijn wij zo’n pervers landje dat we ons willen inzetten voor iedereen in de samenleving, behalve voor onze eigen zieke ouders. Bovendien staat er in de vraag ook nog het woord ‘plicht’ en daar houden Nederlanders nu eenmaal niet van.

Tolerant land is meer inclusief

Laten we naar een aantal andere uitkomsten kijken uit de eerder genoemde studie. Als eerste behoort Nederland met Scandinavische landen tot de top als het gaat om culturele eenheid. Die is gedefinieerd als de combinatie tussen moderniteit, vertrouwen en tolerantie. Dat betekent niet automatisch dat een land dat hier hoog op scoort niet individueel gericht is, maar een tolerant land is wel meer inclusief ten opzichte van bijvoorbeeld migranten en lhbti+ dan minder tolerante landen. Je zou het misschien niet zeggen in het huidige politieke tijdsgewricht, maar we scoren daarin nog altijd hoog.

Ons land kan mooie rapportcijfers laten zien over vertrouwen

De bereidheid je in te zetten voor anderen is onder meer gebaseerd op solidariteit. Hoe scoren we daar op? Of je nu kijkt naar vertrouwen tussen mensen binnen hun familie, buren, buurt of vertrouwen in iemand die je voor het eerst ziet, ons land kan mooie rapportcijfers laten zien. Zo scoort Nederland beter in ‘vertrouwen op je buren’ dan Duitsland en Zweden en veel beter dan Frankrijk of Italië.

Er wordt ook een daling van solidariteit in Nederland gerapporteerd. De onderzoekers snappen er niets van. Nou ik ook niet, want onzin hoef je niet te snappen. Ik denk dat het vooral te maken heeft met interpretaties van een ongelukkig geformuleerde stelling over zorgen voor zieke ouders.

Goede doelen, eenzaamheid en criminaliteit

Er zijn ook andere manieren om solidariteit te meten. Op het gebied van sociale solidariteit staat Nederland helemaal bovenaan. We geven niet alleen meer geld aan goede doelen en doen meer vrijwilligerswerk, maar zijn ook meer solidair met kwetsbare groepen dan andere landen. Toch vreemd voor zo’n individualistisch land.

Het warme Brazilië staat onderaan, ons koude kikkerlandje fier aan kop

Je kunt ook indirect meten hoe individualistisch een land is, bijvoorbeeld door te kijken naar eenzaamheid. Drie keer raden welk land daar het beste scoort. Tromgeroffel. Het warme Brazilië staat onderaan, ons koude kikkerlandje fier aan kop met de minste mensen die zeggen zich vaak eenzaam te voelen.

Een nog indirectere maatstaf voor individualisme is te kijken naar criminaliteit. Immers, als mensen teruggeworpen zijn op zichzelf zullen ze vaker crimineel gedrag vertonen. Ook hier zien we dat we goed scoren – substantieel beter dan bijvoorbeeld België, Frankrijk of Zweden. En we zouden vast nog veel beter scoren als drugscriminaliteit eruit gefilterd wordt.

Aanpraten, papegaaien en navelstaren

Goed, we zijn daarmee bepaald niet slechter af dan de rest, maar hoe gaat het in ons land zelf? Kijk even mee naar stand van het land van het SCP. Het Planbureau maakt zich (terecht) zorgen over van alles. Het welzijn van jongeren, een stijgende hoeveelheid schoolverlaters en afnemend vertrouwen in de politiek, het zijn allemaal herkenbare zaken. Maar ook: ‘De samenhang die mensen ervaren in de buurt bleef hoog, net als het vertrouwen dat mensen hebben in anderen.’ En ondertussen schieten bovendien burgerinitiatieven als paddenstoelen uit de grond in ons o zo individualistische land.

Een rechts-extremistisch kabinet dat nare dingen gaat doen met migranten kan de sociale cohesie ernstig aantasten

Sommige problemen ontstaan omdat we ons dingen aanpraten, papegaaien en navelstaren. Het gras is niet groener bij de buren, maar als we het maar vaak genoeg zeggen en luie journalisten het leuker vinden om negatief nieuws te brengen dan om dingen te checken, gaan we er vanzelf in geloven. Natuurlijk zijn er redenen tot zorgen, bijvoorbeeld wanneer een rechts-extremistisch kabinet nare dingen gaat doen met migranten. Dat kan de sociale cohesie ernstig aantasten. Maar dat mag het bredere maatschappelijke verhaal niet verstoren.

Van repliek dienen

De trend dat het vertrouwen in de politiek afneemt, is al vele jaren gaande. Het gas in Groningen en de toeslagenaffaire hebben allicht niet geholpen. Het oneindige gedraal om die onverkwikkelijke zaken fatsoenlijk af te handelen evenmin. Het pathetische kleutergedrag van de winnaars van de recente verkiezing al helemaal niet. Maar juist in de context van afnemend vertrouwen in de politiek is het zaak om onszelf niet in een grotere put te praten en burgerkracht maximaal te benutten.

U weet wat u te doen staat

Zit u morgen in een zaal en een vrouw op leeftijd of een heer op hoge poten jeremieert over de individualistische samenleving en hoe vroeger alles beter was? U weet wat u te doen staat. Het klopt niet, het leidt nergens toe en het geeft geen energie. De volgende keer dat het mij overkomt in zo’n zaal vraag ik: ‘En, wat gaat u er zelf aan doen?’

Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU. Hij is daarnaast adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).