Gelijke rechten voor vrouwen vergen ook bij niet-moslims cultuurstrijd

Vrouwenrechten worden nog te vaak met voeten worden getreden. Niet alleen in moslimlanden, maar ook bij ons. En wie iets zegt over genderstereotypen, wordt volgens Eva Brems versleten voor humorloze zeurkous. Echt gelijke rechten vergen een cultuurstrijd.

 
Met het VN Vrouwenverdrag (1979) kregen overheden de verplichting opgelegd om de nodige wetten te maken om de rechten van vrouwen te beschermen en om culturele gedragspatronen te veranderen. Maar het realiseren van vrouwenrechten gaat nergens vanzelf, het is een beweging die overal op sterke culturele weerstand botst, en die nergens langs louter politieke weg kan worden gerealiseerd. Er komt altijd een proces van culturele verandering bij kijken.

Vrouwenbesnijdenis als foltering bestempelen werkt niet

Een diepgewortelde culturele praktijk waarbij wij ons ervan bewust moeten zijn dat wij de blik van een buitenstaander hebben is meisjesbesnijdenis. Die blik van de buitenstaander is een voordeel omdat we ter discussie kunnen stellen wat voor de betrokkenen vanzelfsprekend is, maar het is ook een enorme beperking die kan maken dat onze goedbedoelde interventie niets bereikt. Wetten die vrouwenbesnijdenis verbieden zijn gemakkelijk aan te nemen, maar bereiken in de praktijk zo goed als niets.

Wel succesvol zijn programma’s waarin mensen uit dezelfde cultuur met een gemeenschap werken rond meerdere thema’s tegelijkertijd, waar het bestrijden van meisjesbesnijdenis bijvoorbeeld samengaat met meer vaccinaties, registratie van geboortes, en meer meisjes naar school sturen. En waar men de praktijk niet bestempelt als foltering of onderdrukking van vrouwen, maar de nadruk legt op de negatieve gezondheidsgevolgen. Ook een goed inzicht in lokale dynamieken is van groot belang. Zo is het bijvoorbeeld nodig om een hele gemeenschap en zelfs de naburige gemeenschappen te betrekken om te vermijden dat meisjes die in het programma stappen onhuwbaar worden. In dit verhaal is wel degelijk nog een rol voor westerse buitenstaanders, maar dan het is een ondersteunende rol, ter versterking van lokaal gewortelde initiatieven.

Wie iets zegt over genderstereotypen is een humorloze zeurkous

Vrouwen zijn nog altijd in zo goed als alle domeinen van de samenleving opvallend ondervertegenwoord in topfuncties. Dit ‘glazen plafond’ wordt veroorzaakt door een complex geheel van factoren, waarvan er heel wat cultureel zijn. Eén factor zijn heersende vooroordelen over de leidinggevende capaciteiten van vrouwen. Er worden aan vrouwen stereotiepe kenmerken toegeschreven zoals emotionaliteit of geringe stressbestendigheid. Ook factoren die op het eerste gezicht economisch zijn, blijken bij nader inzien cultureel. Bepaalde hogere functies, zoals ingenieurs, zijn gekoppeld aan opleidingen waar vooral mannen voor kiezen. Het feit dat vooral meisjes voor verpleegkundige studeren en vooral jongens voor ingenieur is uiteraard cultureel gekleurd omdat het sterk samenhangt met genderstereotiepen, die bijvoorbeeld een zorgende rol met een vrouw associëren.

Het zijn deze alomtegenwoordige beelden en opvattingen, die ervoor zorgen dat de trein van de emancipatie in het zicht van het eindstation nog zo langzaam vooruitkomt. Wie daar iets over zegt, wordt versleten voor humorloze zeurkous. Dat werkt, dat maakt dat leuke jonge vrouwen niet met feministes geassocieerd willen worden, en dat ze hard mee lachen met seksistische moppen. Het banale alledaagse seksisme in genderstereotiepen is aanvaard, het is voor velen onzichtbaar. Maar zonder een cultuurverandering op dit front zijn er geen echte gelijke kansen. Een eerste stap is het erkennen van het probleem. Het is niet normaal dat een speelgoedfabrikant in zijn catalogus kinderen in genderrollen duwt. En het is niet normaal als vrouwen maar twintig procent van de leidinggevenden uitmaken. Dat erkennen is al de helft van de oplossing, dan kan de cultuurverandering snel gaan.

Nog maar kort geleden viel verkrachting niet onder foltering

De opstellers van de Universele Verklaring van de rechten van de mens wilden in 1948 zeker niemand uitsluiten, maar impliciet was hun uitgangspunt de westerse man wiens mensenrechten beschermd moesten worden. Dat leidde tot een sterke oriëntatie op de publieke sfeer - de verhouding met de overheid en de schendingen die zich daar voordoen - ten nadele van de private sfeer waarin heel wat schendingen van de rechten van vrouwen gebeuren. De ‘mensenrechtencultuur’ was aldus een obstakel voor vrouwenrechten. Inmiddels is dit in hoge mate rechtgetrokken door een sterke en globale vrouwenrechtenbeweging, die onder de slogan ‘Vrouwenrechten zijn mensenrechten’, zowel de normen als de  prioriteiten hebben weten te veranderen.

Het is onvoorstelbaar, maar tot de jaren negentig werden verkrachting en seksueel geweld niet onder de definitie van foltering gebracht. Dus als iemand werd gearresteerd en door de politie zwaar fysiek mishandeld, was dat foltering, maar als die persoon in diezelfde situatie werd verkracht (wat heel vaak is wat vrouwen overkomt), was het geen foltering. Door de actie van vrouwenorganisaties is dit veranderd, en kunnen verkrachtingen nu zelfs een misdaad tegen de mensheid zijn. Eenzelfde ontwikkeling is te zien bij huiselijk geweld. Er liep een scheidingslijn tussen de publieke en de private sfeer, zodat iemand die systematisch vernederd, geslagen en gepijnigd werd door haar partner, geen slachtoffer was van een mensenrechtenschending, in tegenstelling tot iemand die dezelfde behandeling onderging van een overheidsagent. Ook dat is nu veranderd.

Boerkaverbod bereikt het omgekeerde van betere vrouwenrechten

In Nederland praat men er wel al lang over, maar in België hebben we het: een boerkaverbod. In het politieke en maatschappelijke debat daarover kwam het argument van de vrouwenrechten vaak terug - vrouwen die een gezichtssluier dragen zouden hiertoe gedwongen worden door mannen in hun omgeving. Gek genoeg had men geen belangstelling voor wat de vrouwen in kwestie er zelf van vonden. Om die reden zijn we met het Centrum voor Mensenrechten van de Universiteit Gent vrouwen gaan interviewen die in België een gezichtssluier dragen.

Zij bleken allemaal (27) het dragen van de gezichtssluier autonoom beslist te hebben, in hun persoonlijke zoektocht naar een diepere religieuze beleving, en dit vaak ondanks zware tegenstand in hun onmiddellijke omgeving. Natuurlijk zijn er vrouwen die gedwongen worden zich te sluieren, maar er is dus ook een groep die er zelf voor kiest.  Met hen wordt in de debatten zo goed als geen rekening gehouden. Een verbod neemt hen de autonomie af om een keuze te maken die voor hen fundamenteel is, en kan dus onmogelijk worden beschouwd als bevorderlijk voor hun vrouwenrechten.

De eerste les voor het succesvol benaderen van culturele conflicten is dan ook naar elkaar luisteren, elkaar trachten te begrijpen. Door op een blinde manier op basis van het eigen cultureel kader een betekenis te construeren, en blind en doof te blijven voor de beleving van de betrokkenen, heeft de wetgever die vooropstelde vrouwenrechten te willen bevorderen, voor deze vrouwen net het omgekeerde resultaat bereikt.

Minderheidsvrouwen zijn bij links en rechts karikaturen

Vrouwenrechten van minderheidsgroepen worden misbruikt voor de politieke of maatschappelijke agenda van groepen uit de meerderheidssamenleving. Dit is het meest manifest bij extreem rechts, dat vrouwonvriendelijke praktijken bij minderheidsgroepen graag extra benadrukt om zo de afkeer voor deze minderheden te voeden, en een anti-migratie standpunt of soms zelfs een racistische agenda naar voren te schuiven. We moeten ons de vraag stellen, en niet enkel ter rechterzijde van het politieke centrum, hoe vaak we over minderheidsvrouwen spreken als karikaturen en hen gebruiken om een punt te maken, ook om te tonen hoe links en multicultureel we wel zijn. Een culturele verandering bij de autochtone bevolking is aan de gang, en in onze positionering daar tegenover gebruiken we minderhedenkwesties - en focussen we op die symbolische vrouwendossiers - zonder recht te doen aan de autonomie van de vrouwen om wie het gaat, aan de complexiteit van hun ervaring, en zonder echt bezig te zijn met het zoeken naar oplossingen.

In grote delen van de wereld is er ten aanzien van vrouwenrechten al veel ten goede veranderd, maar de strijd is nog niet voltooid. Als we echt gelijke rechten en gelijke kansen willen voor vrouwen en meisjes, kunnen we er niet onderuit: we moeten de cultuurstrijd aangaan.

Eva Brems is hoogleraar Mensenrechten aan de Universiteit Gent. Dit artikel is een samenvatting van haar Mensenrechtenlezing 2013 ‘Vrouwenrechten in mannenculturen’, Radboud Universiteit Nijmegen, 10 december 2013.