INTERVIEW Historicus Leo Lucassen over het verleden als laboratorium: ‘Moslims nu zijn de katholieken van toen’

 Wat hebben de katholieke Ieren in het negentiende-eeuwse Engeland gemeen met moslims in Nederland? Veel meer dan je zou denken, zegt Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis in Leiden. En de Geert Wilders van die tijd ging nog wel een stukje verder.

De Leidse hoogleraar sociale geschiedenis Leo Lucassen bestudeert sinds een paar decennia  migratiegeschiedenissen uit andere tijden en landen. Moeiteloos schudt hij het ene na het andere voorbeeld uit zijn mouw, van Polen die in de negentiende eeuw naar Duitsland trokken, Italianen die zich naar Frankrijk verplaatsten of Noren die naar Nederland trokken (zeventiende eeuw). Het zijn leerzame vergelijkingen voor wie de migratie en integratie van moslims in Nederland in gedachten houdt.

Neem de katholieke Ieren die vanaf het begin van de negentiende eeuw, gedreven door misoogsten en honger, niet alleen naar de VS, maar ook met honderdduizenden naar Engeland emigreerden. Ze kwamen in homogene sloppenwijken van Manchester, Liverpool en Londen terecht. Van meet af aan werden zij als een grote bedreiging gezien omdat ze voor een lager loon werkten en stakingen braken. Voor Friedrich Engels, de geestverwant van Karl Marx, waren het mensen zonder moraal en toekomstverwachtingen die de beschaving van de Engelse arbeiders verlaagden.

Zeker zo polariserend was de katholieke achtergrond van de Ieren. Volgens veel Engelsen stond die haaks op de eigen vrijheidslievende anglicaanse kerk. De protestantse bekeerling William Murphy bekwaamde zich er vanaf 1860 in om in plaatsen waar veel Ieren woonden urenlang de menigte op te hitsen, waarna de toehoorders de Ierse wijken introkken om mensen in elkaar te slaan en te vermoorden en huizen in brand te steken. Lucassen: ‘Een favoriete retorische vraag van William Murphy was: “Pausdom en katholiek despotisme of Engelse liberale vrijheid.” Voor Murphy was het katholicisme een religie die tegen alles inging wat de Engelsen Engels maakte:  een vrijheidslievend volk dat zich niet liet knechten door een patriarch in Rome. Murphy noemde iedere katholieke priester een leugenaar, een kannibaal en een dief. Daar kan Wilders nog een puntje aan zuigen.’ De anti-Ierse rellen in Engeland woedden decennialang en het duurde zeker een eeuw voordat de Ieren hun plaats hadden gevonden in de samenleving. Ook toen tweede en derde generaties Ieren waren opgeklommen naar de middenklasse, werd het negatieve beeld van Ieren nog lang bepaald door de achterblijvers in de verloederde wijken.

Met de Amerikaanse migratiedeskundige Aristide Zolberg vindt Lucassen dan ook dat het praten over katholieken in het negentiende-eeuwse Engeland en de VS sterk lijkt op de termen die moslims in Europa tegenwoordig treffen. Lucassen: ‘Mensen die denken dat moslimimmigranten heel erg verschillen van de groeperingen waarvan tot op heden sprake is geweest, zullen toch heel wat overeenkomsten zien met hoe katholieken vroeger werden bejegend, ook in Nederland. Het is zeer waarschijnlijk dat we over vijftig jaar, wanneer er zich een gematigde islam heeft gevormd, met zeer veel verwondering kijken naar wat hier nu aan de hand is.’

Katholiek Nederland

Nederland was geen Engeland, maar ook in ons land was er groot wantrouwen tussen katholieken en protestanten. Lucassen weet dat ook nog uit zijn eigen Limburgse jeugd in de jaren zestig. ‘Ik herinner me hoe ik als jongen de enige protestant in het dorp van achteren besloop om hem van dichtbij te bekijken. Ik had me de wildste voorstellingen van hem gemaakt.’ Net als moslims tegenwoordig werden katholieken als weinig vrijheidslievend en vrouwonvriendelijk beschouwd. ‘Vrouwen moesten zo veel mogelijk kinderen krijgen, dat werd bepaald door Rome en werd hun ingepeperd door de pastoor. Protestanten vonden van zichzelf dat ze  daarin vrij waren.’

Een hoogtepunt in de Nederlandse vijandigheid tegenover de katholieken was de driehonderdjarige viering van de bevrijding van Den Briel van de Spanjaarden in 1872. Voor de katholieken was dat helemaal geen feest, en de viering leidde in diverse plaatsen van het land tot gewelddadige opstootjes. In de essaybundel Bedreigend en verrijkend van de RMO schrijft Lucassen: ‘Katholieken zagen uiteraard weinig in het vieren van de moorddadige etnisch-religieuze zuivering door een bende protestantse hooligans in de Tachtigjarige Oorlog. Degenen die in de overwegend protestantse regio’s woonden, deden er niettemin goed aan de nationale driekleur uit te hangen omdat anders de kans groot was dat ze werden gemolesteerd en dat hun ruiten werden ingegooid. Omgekeerd zijn er diverse voorbeelden van protestanten die via anonieme briefjes met de dood werden bedreigd.’

Wat ook nog maar eens illustreert dat de Nederlandse godsdiensttolerantie niet de enige rode draad is in de Nederlandse geschiedenis. Over religie konden de gemoederen flink verhit raken. De historicus James Kennedy wees er onlangs op dat Geert Wilders dan ook helemaal niet zo’n grote breuk is met de Nederlandse traditie dan bijvoorbeeld moslimfilosoof Tariq Ramadan veronderstelt.

Apocalyptisch

Een andere interessante migratiegeschiedenis voor Nederland is die van de West-Indiërs (onder andere uit Jamaica) die vanaf 1948 naar Engeland kwamen. Vanaf de jaren zestig kwam deze migratie goed op gang en ontstonden de eerste conflicten in volksbuurten. Die vonden vooral plaats tussen migranten en de achterban van de Labourpartij, die de depolariserende toon van de eigen leiders afwees. Lucassen: ‘Politieke entrepreneurs verkondigden dat deze migranten nooit Engels konden worden omdat ze zwart waren. Op protestbijeenkomsten kwamen duizenden mensen af.’

Berucht waren de aanvallen van het conservatieve parlementslid Enoch Powell, die dagelijks voorspelde dat de voortdurende immigratie – inmiddels ook van Pakistanen en Indiërs – tot een grote chaos zou leiden. In zijn beroemde ‘Rivers of blood’-speech uit 1968 (te zien op Youtube) schetst hij, net als Wilders doet met Fitna, een apocalyptisch beeld. Het land zal overgenomen zijn door ‘the black man’, en met 50.000 immigranten per jaar  zijn eigen graf graven. Powell eiste een onmiddellijke stop van de immigratie en waar mogelijk de terugkeer van de huidige immigranten naar hun land. Hoe is het nu afgelopen met de West- Indiërs? Lucassen: ‘Gemengd,  maar het is zeker niet de chaos geworden die Powell voorzag.’ Weliswaar komen West-Indiërs vaker voor in de statistieken van werkloosheid en criminaliteit, maar er is ook veel integratie. Kinderen van West-Indiërs zijn gestegen op de sociale ladder, en hun rolmodellen zijn op allerlei plekken te zien. Het aandeel West-Indiërs dat met witte Engelsen trouwt, ligt al boven de 50 procent. Lucassen: ‘Dat zegt heel veel over de bereidheid om over raciale grenzen heen te stappen  en over hoe snel dingen kunnen veranderen. Het is ook vijf keer zo veel als het aantal Afro-Amerikanen dat met een witte Amerikaan trouwt (de slavernij speelt hier nog altijd door in de verhoudingen).’

Het huwelijkspercentage van moslims met niet-moslims ligt op het niveau van dat van de Amerikaanse zwarten, die daar al eeuwenlang wonen, met niet-zwarten. Lucassen: ‘We weten niet hoe zich dat in de toekomst zal ontwikkelen. Bij migrantengroepen met een religie die nieuw is in het land van vestiging, blijft men zich vaak lang oriënteren op huwelijkspartners uit de eigen groep. Van de Ieren weten we niet zo heel veel, maar het lijkt er sterk op dat ze lange tijd niet met protestantse Engelsen trouwden. Overigens kun je dan evengoed nog heel goed integreren, zoals de hindoe’s in Engeland en ook in Nederland laten zien. Daar zie je weinig gemengde huwelijken, maar velen zijn wel opgeklommen tot de middenklasse.’

Assimilatie

De migratiegeschiedenissen hebben onwillekeurig een relativerend effect: uiteindelijk komt het allemaal wel goed. Maar dat is niet de boodschap van Lucassen. ‘Als het probleem is opgelost, dan is de damage wel done. Polarisatie kan tot grote drama’s leiden. Eind negentiende eeuw kwamen er honderdduizenden Italiaanse arbeiders naar de industriegebieden in Oost-Frankrijk. Dat leidde tot veel vechtpartijen met grof geweld. In de zoutmijnen van Aigues Mortes kwam het in 1893 tot een pogrom tegen Italianen waarbij tientallen Italianen op beestachtige wijze werden vermoord. Nu zijn dat soort uitwassen in Nederland ook weer niet waarschijnlijk – we hebben een goed georganiseerde samenleving en een rechtsstaat die zich verre houdt van polarisatie.’ Daar komt bij dat het op onderdelen ook heel behoorlijk gaat met de integratie van Turken en Marokkanen. Lucassen: ‘Als je je realiseert dat veel van de huidige migranten in de crisisjaren tachtig zijn binnengekomen met weinig human capital, dan is het nog opmerkelijk hoeveel Marokkanen en Turken er in het hoger onderwijs terechtkomen.’

Opvallend aan de geschiedenis is dat ook assimilerende maatregelen soms effectief zijn. Dat gold voor de Polen die eind negentiende eeuw naar het Duitse Roergebied kwamen om te werken. Ook al hadden zij een Duits paspoort (Polen bestond in die tijd niet als staat), ze spraken Pools en waren sterk nationalistisch. Anti-Poolse maatregelen – geen Pools spreken op openbare bijeenkomsten – hadden de eerste jaren vooral een averechts effect. Maar een halve eeuw later, onder de nazi’s in de jaren dertig, was de sociale druk op de Polen om zich aan te passen effectiever. Ook al zal daaraan hebben meegeholpen dat de Poolse migranten zichzelf door hun lange verblijf in het westen van Duitsland inmiddels ook meer als Duitsers beschouwden. De eis van loyaliteit leidde volgens Lucassen tot verschillende naamsveranderingen: Kowalski werd Müller.

Dus assimilatiebeleid werkt soms. Wat vindt de hoogleraar daarvan? Lucassen: ‘Of mensen moeten assimileren, daarover is mijn mening inwisselbaar voor iedere andere; wat ik bestudeer is het lange termijn vestigingsproces van migranten en hun nakomelingen. En dan zie je dat er een zekere mate van assimilatie onontkoombaar is, of je dat nu leuk vindt of niet. Concreet denk ik dat het goed is wanneer mensen de Nederlandse taal leren, ook als dat ten koste gaat van hun eigen taal, en dat zij via het onderwijs zo veel mogelijk kansen krijgen, zowel mannen als vrouwen. Maar mensen moeten niet gedwongen worden hun godsdienst op te geven, hun namen te veranderen of hun contacten met het land van herkomst te verbreken. En je moet hun ook niet voorschrijven met wie ze moeten omgaan.’

Noren in Amsterdam

Lucassen verzet zich in scherpe bewoordingen tegen alles wat naar stigmatisering ruikt. ‘Hoofddoekjes verbieden is echt flauwekul. Het zal best dat dat appelleert aan authentieke emoties bij mensen die bang zijn voor islamisering, maar dat geldt ook voor antisemitisme. Politici moeten durven ingaan tegen zulke emoties, en durven zeggen: tot hier en niet verder, anders gaan we een akelige samenleving tegemoet. En als je PVV-stemmers gaat interviewen, dan zul je ook merken dat hun problemen veel gevarieerder zijn dan dat ze iets tegen hoofddoekjes hebben. Politici moeten problemen goed analyseren. In de PvdA-integratienota van vorig jaar lijkt het ook wel of alle problemen bestaan uit nikabs, hoofddoekjes en geen hand geven. Dat is onzin, het is vooral een probleem van onderklassevorming, die losstaat van de islam. Soms denk ik wel eens: gingen die “rotmarokkanen” maar meer naar de moskee, dan zouden ze zich beter gedragen en had je er minder last van op straat. Als je te veel meegaat in culturele verklaringen, dan zijn de stigmatiserende effecten nooit ver weg.’

Dan toch nog een verhaal uit de historie om onze hedendaagse opwinding te relativeren. Lucassen: ‘We kunnen er nu niet meer zo goed tegen als het niet goed gaat met migranten. Er is in de zeventiende eeuw een grote groep arme Noren naar Amsterdam gekomen, die deel uitmaakte van het proletariaat. Dacht je dat er toen ook maar iemand was die zich afvroeg: hoe zou het toch met de immigratie van de Noren gaan? Er was geen democratisch forum en er waren geen verwachtingen dat mensen gelijk moesten zijn. Het is de erfenis van de Franse Revolutie dat we de lat heel hoog leggen.’

Leo Lucassen is hoogleraar sociale geschiedenis aan de Leidse Universiteit.

Marcel Ham is hoofdredacteur van TSS.