Laat vakmigranten bijdragen aan personeelstekorten langdurige zorg

Een zorgvuldig arbeidsmigratiebeleid kan personeelstekorten in de langdurige zorg tegengaan. Daarmee pakt migratie goed uit voor arbeidsmigranten, cliënten, zorgverleners en voor onze samenleving, betogen Sonja Avontuur, Christine Otten en Monique Kremer van de Adviesraad Migratie (ACVZ).

‘De langdurige zorg dreigt volledig vast te lopen.’ We zien het elke dag op tv of lezen het in de krant. Vooral in de verzorgende en verpleegkundige beroepen vanaf mbo-3 niveau worden de komende jaren grote personeelstekorten verwacht. Het CBS schat het huidige tekort aan werknemers in de verpleeghuiszorg, thuiszorg, gehandicaptenzorg en ggz op 34.000. Door dubbele vergrijzing en ontgroening kan dat oplopen tot ruim 85.000 medewerkers in 2031 (Kamerbrief prognose personeelstekort). Wie zorgt er straks voor ons?

Goede professionele zorg

Alle zeilen moeten dus worden bijgezet. Misschien kan de zorgvraag nog een beetje verminderen, maar de meeste mensen in Nederland hechten aan goede professionele zorg. En er kan meer worden ingezet op zorginnovatie en technologie: tijdens de coronapandemie konden we toch ook beeldbellen?

Ook is het cruciaal om de arbeidsomstandigheden in de zorg te verbeteren, zodat het werk aantrekkelijker wordt. En moeten we niet meer werken? Aan de andere kant: het CBS waarschuwt dat Nederland al de hoogste arbeidsparticipatiegraad ter wereld heeft. En als deeltijdwerkers meer gaan werken, wie neemt dan hun mantelzorgtaken over?

Er kan ook meer worden gedaan om migranten die nu al in Nederland wonen aan het werk te helpen. Relatief veel statushouders en gezinsmigranten staan langs de kant. Maar de zorg heet migranten niet hartelijk welkom: zij zijn fors ondervertegenwoordigd in de sector. We schreven daar al eerder de verkenning  Van asielzoeker  naar zorgverlener over. Strikte kwalificatie-eisen, een weinig flexibele werkcultuur (‘zo doen we het nu eenmaal’), en discriminatie spelen daarbij een rol.

Zorgvuldig beleid nodig

Maatregelen om de zorg voor medewerkers aantrekkelijker en toegankelijker te maken, zijn dus hard nodig. Maar ook die zullen de toekomstige personeelskrapte niet volledig het hoofd kunnen bieden. Daarom hebben we daarnaast ook zorgvuldig arbeidsmigratiebeleid nodig.

In 2021 zijn er in de zorg slechts veertig werkvergunningen aangevraagd, waarvan de helft is afgewezen

Voor kennismigranten leggen we in Nederland de rode loper uit, maar verpleegkundigen en verzorgenden kunnen geen gebruikmaken van deze regeling. Ook EU-migranten mogen aan de slag. Maar die zullen vermoedelijk steeds minder naar Nederland komen, want er is voor hen thuis steeds meer werk, ook in de zorg. En wie het rapport van Emile Roemer heeft gelezen over de misstanden rondom arbeidsmigranten, begrijpt dat werken in Nederland ook niet zo aantrekkelijk meer is voor inwoners van andere lidstaten van de EU (‘Geen tweederangsburgers’).

Wie nu in Nederland vakmigranten van buiten de EU aan wil trekken, krijgt meestal het deksel op de neus. Anders dan in Duitsland of het VK is er in Nederland geen uitnodigend migratiebeleid voor verpleegkundigen en verzorgenden van buiten de EU. Het is voor zorgorganisaties bijzonder lastig om een werkvergunning te krijgen. En als ze die krijgen is die is maar twee jaar geldig, wat migranten en werkgevers bar weinig langdurige zekerheid biedt. In 2021 zijn er in de zorg slechts veertig vergunningen aangevraagd, waarvan de helft is afgewezen.

Nu is de deur helemaal openzetten niet verstandig, gezien de al eerder aangehaalde misstanden op de arbeidsmarkt. Een Bulgaarse arbeidsmigrant weet vaak niet eens of hij of zij in dienst is bij de  directe werkgever of een uitzendbureau. En waar hij of zij zijn rechten kan halen. Er zijn naar schatting 14.000 uitzendbureaus en het duurt nog tot 2025 voordat deze branche echt gereguleerd wordt.

Waarom zou je mensen dwingen terug te keren die juist helemaal zijn ingebed, de taal en cultuur begrijpen?

En denk ook aan de samenleving die graag wil dat mensen inburgeren, de taal leren. Mensen zijn bezorgd over het tekort aan huisvesting. Bovendien: denken we wel voldoende na over wat het aantrekken van arbeidsmigranten betekent voor het land van herkomst?

Brede welvaart centraal stellen

Daarom pleiten we ervoor om bij het toekomstige arbeidsmigratiebeleid  brede welvaart centraal te stellen en niet enkel de wensen van werkgevers, zoals dat historisch vaak het geval is geweest. Die benadering zorgt ervoor dat arbeidsmigratiebeleid niet simpelweg vertrekt vanuit het idee ‘als het goed is voor onze economie, is het goed voor onze samenleving’, maar vanuit de vraag of migratie op de lange termijn de samenleving ten goede komt. Bij arbeidsmigratie voor de langdurige zorg is dat het geval, meer dan bij sectoren die niet direct van maatschappelijk nut zijn.

Het CBS gebruikt voor het begrip brede welvaart de driedeling ‘hier en nu’, ‘later’  en ‘elders’ (Monitor Brede Welvaart 2022). Die is ook goed te gebruiken om de condities voor zorgvuldig arbeidsmigratiebeleid verder uit te werken.

Goed werkgeverschap

Brede welvaart ‘hier en nu’ vereist bijvoorbeeld het bestrijden van uitbuiting, het erkennen van kwalificaties, en goed werkgeverschap, zoals het rechtstreeks in dienst nemen van migranten voor werk dat niet tijdelijk is.

Arbeidsmigranten voor de langdurige zorg moeten vanzelfsprekend de Nederlandse taal en cultuur leren kennen. Voor cliënten in de zorg is het immers essentieel dat ze goed kunnen communiceren. Al moeten we niet vergeten dat onze samenleving inmiddels superdivers is en migranten zelf ook steeds ouder worden.

Brede welvaart ‘later’ vereist dat de mensen die nu in Nederland komen werken ook later nog inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Overheid en werkgevers dienen te investeren in de ontwikkeling van vakmigranten, zodat ze aan het werk blijven.

Nederlandse overheid moet het initiatief voor een uitnodigend arbeidsmigratiebeleid naar zich toe trekken

‘Elders’ vereist samenwerking met de landen waarvandaan Nederland in een zorgpartnerschap vakmigranten voor de langdurige zorg aantrekt, bijvoorbeeld door het versterken van opleidings- en zorginstellingen. Dat is een betere manier om braindrain te compenseren dan circulaire migratie. Want waarom zou je mensen dwingen terug te keren die juist helemaal zijn ingebed, de taal en cultuur begrijpen? We mogen juist blij zijn als zij willen blijven.

Duurzame zorgpartnerschappen

De Nederlandse overheid dient dus het initiatief voor een uitnodigend arbeidsmigratiebeleid naar zich toe te trekken. Om verdringing van laaggekwalificeerde krachten tegen te gaan, zou dat gericht moeten zijn op zorgverleners vanaf mbo-3 niveau.

De bredewelvaartbenadering kan op dit moment het beste vorm krijgen door het ontwikkelen van duurzame zorgpartnerschappen met zendende landen. Nederland kan daarvoor inspiratie opdoen in Duitsland. In het Triple Win-programma ontwikkelde dat land bilaterale partnerschappen met verschillende landen, zoals Bosnië en Herzegovina, Vietnam en de Filipijnen. De overheid heeft de touwtjes in handen, migranten krijgen (taal)training en intensieve begeleiding. Participerende werkgevers krijgen de zekerheid dat mensen meerdere jaren aan de slag kunnen en dat de werving ethisch is. Landen van herkomst krijgen geld dat teruggestuurd wordt en een gelegenheid om werkloze verpleegkundigen in hun land aan het werk te helpen.

Alle zeilen moeten worden bijgezet in de langdurige zorg. Dus ook het zeil van de arbeidsmigratie, maar dan wel op zorgvuldige wijze.

Sonja Avontuur en Christine Otten zijn senior adviseurs van de Adviesraad Migratie (ACVZ), waarvan Monique Kremer voorzitter is. Het ACVZ-rapport Zorgvuldig Arbeidsmigratiebeleid is uitgekomen op 29 september 2022.

 

Foto: RODNAE PRODUCTIONS (Pexels.com)

Dit artikel is 988 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. ‘Vakmigranten’ laten bijdragen om het tekort aan zorgmedewerkers te laten oplossen is symptoombestrijding. Deze sector m.n. de ouderenzorg is voor veel (toekomstige) medewerkers geen aantrekkelijke werkgever. Slechte betaling en arbeidsomstandigheden gecombineerd met een bedrijfsmatig slecht functionerend management vormen hierbij de hoofdoorzaak.
    In de praktijk zullen die ‘vakmigranten’ eerst opgeleid moeten worden en de taal leren spreken.
    Bovendien bestaat in Nederland woningnood waardoor veel van deze mensen geen woning kunnen vinden. Met hun te verdienen salaris is het bovendien onmogelijk om de hoge huurprijzen te bekostigen. Bovendien is het op termijn zo, indien zij de Nederlandse nationaliteit hebben aangenomen, zij waarschijnlijk om dezelfde reden als de autochtone werknemers in de zorg daar niet zullen blijven werken.
    In Nederland staan een miljoen mensen aan de kant die niet voor een baan in aanmerking kunnen komen. De zorgsector zou hier uit kunnen putten door hen een goed salaris, goede arbeidsvoorwaarden en baanzekerheid te bieden
    Dat is trouwens een stuk goedkoper dan werknemers ver van Europa hier heen te halen.
    De maatschappelijke acceptatie voor nog meer migratie in Nederland staat trouwens bij de bevolking onder grote druk. De Oost-Europese ‘arbeidsmigranten’ geven wat dat betreft het slechte voorbeeld. Goed voor de winsten van werkgevers maar de samenleving mag opdraaien voor de maatschappelijke kosten.

  2. Zelf ervaar ik constant dat er discriminatie is op de werkvloer. Deze sector wordt geheel beheerst door vrouwelijke medewerkers die bewust dan wel onbewust collega’s van de andere sekse haast stelselmatig uitsluiten. De discriminatie in de zorg op de werkvloer moet maar eerst worden aangepakt. Meer mensen die ik ken overwegen een ander beroep te gaan kiezen omdat de sfeer verziekt is. Ik zie niet waarom er extra geld naar de zorg moet om de zakken te vullen van het management als de discriminatie niet wordt aangepakt.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *