Online, maar nauwelijks meer aanwezig in de publieke ruimte

Studenten van de Bildung Academie in Amsterdam onderwierpen zich een week lang aan een digitale ‘detox’. Filosoof Hans Schnitzler interviewde vijftien van hen over deze ervaring. Hij deed verslag in zijn boek ‘Kleine filosofie van de digitale onthouding’. Hieronder een fragment uit zijn boek dat morgen verschijnt.

Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat de internetgeneratie in toenemende mate last heeft van wat in de literatuur ook wel aangeduid wordt als de empathy gap. Volgens Sherry Turkle, hoogleraar aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) en tevens klinisch psychologe, komt dit onder andere doordat we in rap tempo de kunst van het gesprek  aan het afleren zijn. Dankzij de aanwezigheid van laptops, smartphones en tablets, die letterlijk tussen ons en onze gesprekspartners of geliefden in komen te staan, praten we eenvoudigweg minder met elkaar. Deze contactluwheid maakt het sociale dier dat de mens is, niet alleen schuchter, het ondermijnt bovendien zijn vermogen te ‘lezen’ en te ‘verstaan’ wat zijn medemens beweegt.

Zo wordt Turkle geconsulteerd door een privéschool in Upstate New York, omdat de docenten aldaar een verstoring van de vriendschapspatronen bij hun scholieren signaleren. Volgens de decaan van die school laten twaalfjarigen steeds vaker emotioneel onderontwikkeld gedrag zien en sluiten zij andere kinderen uit zoals achtjarigen dat zouden doen. ‘Ze lijken zich  niet in andere kinderen te kunnen verplaatsen […] ze ontwikkelen niet de manier van relateren waarbij ze luisteren, en leren hoe naar elkaar te kijken en elkaar te verstaan.’ Leraren die Turkle aanhaalt constateren dat studenten geen oogcontact maken en niet reageren op lichaamstaal. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat ze in elkaar geïnteresseerd zijn. Het is alsof ze allemaal tekenen  vertonen die bij het spectrum van Asperger horen,’ besluit een van hen.

De instantmens is vluchtig

De dynamiek van versnelling zorgt ervoor dat we ons hoe langer hoe meer zijn gaan plooien naar de verwachting dat alles en iedereen binnen swipebereik ligt; we zijn gewend geraakt aan  het idee dat de ander altijd en overal beschikbaar is en dat onze behoeften direct bevredigd kunnen worden. Dit digitale consumptie-ethos transformeert ons langzaamaan in instantmensen: ietwat koortsige wezens die steeds minder geduld kunnen opbrengen voor het feit dat gesprekken niet alleen onvoorspelbaar en schurend zijn, maar vaak ook ronduit saai of vervelend.

Student Wouter van de Amsterdamse Bildung Academie verduidelijkte wat deze theorie in de praktijk betekent: ‘Met een smartphone kan ik minder goed luisteren, gesprekken gaan te langzaam.’ Tijdens de detox merkte hij dat zijn gesprekken ‘veel intenser’ waren: ‘We kwamen veel verder in discussies, ze werden dieper en conceptueler,’ stelde hij vast, een vaststelling waarmee hij een wetenschappelijke bevinding bevestigde. Uit onderzoek dat Turkle aanhaalt blijkt dat louter de aanwezigheid van een smartphone al voldoende is om de diepgang uit een gesprek te halen. We staan voortdurend stand-by, ook wanneer we onze telefoon discreet op trilstand hebben gezet.

Geen tijd meer voor onze eigen gedachten

De gecultiveerde ongedurigheid van de whatsappende instantmens gaat niet alleen ten koste van de diepgang van zijn gesprek, maar heeft tevens gevolgen voor zijn empathische aanleg. Situaties van saaiheid of verveling, waarin de aanhoudende onmacht om de tijd te verdrijven zich niet zomaar laat wegscrollen, cultiveren namelijk het geduld en prikkelen, zoals we dadelijk zullen zien, de verbeelding, twee typisch menselijke capaciteiten die onontbeerlijk zijn voor het aankweken van zoiets als empathie. Dit punt werd wel heel trefzeker door Arne onder woorden gebracht: ‘Omdat je geen technologie hebt, laat je je gedachten meer over de dingen gaan. Omdat je het even kunt verwerken, worden zaken duidelijker en krijg je veel meer inzichten. Het maakt je meer vergevingsgezind naar jezelf en naar anderen toe.’

Dat er een relatie bestaat tussen de kunst van het spreken, de innerlijke dialoog en het vermogen tot invoelen – en dat deze relatie in digitale tijden ontwricht raakt – werd op een haast intuïtieve manier door Anne Jan verwoord. Allereerst ondervond hij dat de afwezigheid van externe digitale prikkels zijn verbale begaafdheid vergrootte. Naar eigen zeggen werd hij ‘creatiever in het praten’, sprak hij ‘speelser en vloeiender’ en hoefde hij minder naar woorden te zoeken.

Toen ik hem vroeg dit wat verder toe te lichten, zei hij dat het waarschijnlijk kwam doordat hij tijdens de detox eenvoudigweg meer met mensen in contact stond en meer met ze sprak. Maar in één adem voegde hij daar een interessante observatie aan toe: ‘In de tijd dat ik niet met digitale middelen bezig was, was ik in ieder geval bezig met in m’n hoofd nadenken, was ik aan het praten met mezelf. […] Ik was niet aan het scrollen, waarbij ik mijn geest eigenlijk als het ware lamleg.’

Innerlijke dialoog nodig voor empathie

Met deze praktijk van ‘in je hoofd nadenken’ en ‘praten met jezelf’, waarvoor momenten van afzondering en rust onmisbaar zijn, kom je letterlijk tot jezelf en geef je actief invulling aan de vorming van je persoonlijkheid. Maar we komen zelden aan zulke momenten toe omdat de tijdelijke onderbreking van sociale interactie en het negeren van impulsen van buitenaf, de windstilte die nodig is voor persoonsvorming, zich nauwelijks laten verenigen met de opdracht dag en nacht verbonden te zijn met de onlinegemeenschap.

Samenvattend: momenten van relatief isolement, waarbij je via de innerlijke dialoog leert voor jezelf na te denken, zijn niet alleen onmisbaar om je gedachten te ordenen en scheppende krachten aan te boren – oftewel om creatief te zijn –, maar ze zijn de noodzakelijke voorwaarde voor conversatie überhaupt en effenen de weg voor inleving. Zelfarticulatie gaat namelijk vooraf aan de bekwaamheid om jezelf begrijpelijk te maken voor anderen; hoe succesvoller deze zelfarticulatie, des te comfortabeler je met jezelf bent en des te gemakkelijker het wordt om je in een ander te verplaatsen.

Hans Schnitzler is filosoof. Morgen presenteert hij in Pakhuis de Zwijger zijn boek ‘Kleine filosofie van de digitale onthouding’.

 

Uitnodiging boekpresentatie Hans Schnitzler 29 september

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)