Persoonlijke betrokkenheid van burgervoogd is keihard nodig

Kinderen over wie de eigen ouders geen wettelijk gezag meer hebben, zien vaak een groot aantal professionele voogden aan zich voorbijtrekken met ontworteling als gevolg. Er is een alternatief. Ook een ‘gewone burger’ kan voogd zijn over een kind dat niet bij hem of haar woont. Deze burgervoogden kunnen voor het kind de broodnodige stabiliteit bieden.

Kinderen die niet meer thuis kunnen opgroeien wisselen nogal eens van woonplek. De meesten hebben in een of meerdere pleeggezinnen gewoond, in een gezinshuis en op meerdere leefgroepen.  Ze raken vaak ontworteld. Zelfs als ze op een stabiele plek zitten en dus niet te maken krijgen met de ‘carrousel’ van overplaatsingen waar de Week van het Vergeten Kind met succes aandacht voor vraagt.[i]

Steeds nieuwe mensen

Het doorverhuizen is echter niet de enige vorm van discontinuïteit waar deze kinderen mee te maken krijgen.[ii] Groepsleiders, behandelcoördinatoren, gezinshuisouders, pleegouders; bij iedere woonplek horen nieuwe mensen. Hebben ze dan eindelijk een stabiele woonplek gevonden, dan is het helaas vaak nog niet gedaan met de wisselingen. Ongeveer een derde van deze kinderen staat onder voogdij. Die voogdij wordt uitgeoefend door een professionele voogd, die namens een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming het wettelijk gezag over het kind uitoefent. Ook deze voogden wisselen nogal eens, doordat ze van baan of functie veranderen, zwanger worden of verhuizen. Al deze wisselingen maken het voor deze kinderen en jongeren lastig om contact te houden met mensen die ooit belangrijk waren in hun leven.


Marleen heeft de voogdij over Amber, haar 12-jarige voormalige pleegdochter die sinds 2,5 jaar in een gezinshuis woont. ‘We wilden de voogdij over Amber krijgen op het moment dat ze in het gezinshuis ging wonen. De dagelijkse zorg voor haar opgeven, dat was nog tot daaraantoe. Maar geen zeggenschap meer hebben, dat wilden we echt niet! Bovendien dachten we: als er nog een instelling, nog een partij, komt in het leven van Amber, namelijk het gezinshuis, dan moet er ook een partij vertrekken. In dit geval de voogdijinstelling. Anders wordt het veel te druk om zo’n kind heen. We hebben natuurlijk uitgebreid met iedereen overlegd. Ook met haar ouders. Die vroegen vooral wat Amber er zelf van vond. En als Amber het goed vond, vonden zij het ook prima.’

Iemand die blijft

Als ouders blijvend niet in staat zijn om verantwoordelijk te zijn voor de verzorging en opvoeding van een kind, kan de rechter het ouderlijk gezag beëindigen. Omdat in Nederland altijd iemand het gezag moet hebben over een minderjarige, wordt er dan een voogd benoemd. Op dit moment is dat vrijwel altijd een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming. Toch biedt de wet ook de mogelijkheid om de voogdij te beleggen bij een ‘voogd natuurlijk persoon’. We noemen deze persoon ook wel een burgervoogd. Deze burgervoogd heeft dezelfde taken als een voogd bij een gecertificeerde instelling: ervoor zorgen dat het kind verzorgd en opgevoed wordt, het financiële vermogen van het kind beheren en het kind juridisch vertegenwoordigen.[iii] Maar een burgervoogd heeft meer te bieden: hij of zij is persoonlijk betrokken bij het kind én blijft. Vaak een leven lang - dus ook als het kind meerderjarig wordt.

Een gemiste kans

Op dit moment staan circa 10.000 kinderen onder voogdij van een professional, die werkt bij een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming. In de Methode Voogdij die deze voogden hanteren, is de overdracht van deze voogdij aan een burgervoogd één van de eerste doelstellingen. Maar in de praktijk komt daar weinig tot niets van terecht.

Gezien de caseload van veel voogden is dit wel begrijpelijk. Maar ook onbevredigend. Om niet te zeggen: een gemiste kans. Een burgervoogd kan namelijk veel betekenen voor een kind wiens situatie ontwricht is. Iemand die niet alleen een formele rol speelt in je leven, maar ook komt kijken bij de schoolmusical, die je meeneemt naar de Efteling, die op je verjaardag komt. Iemand die je vertrouwt en die je altijd kunt bellen. Kortom, iemand die een blijvende verbinding maakt tussen jou en de ‘gewone wereld’. Iemand die houvast en stabiliteit biedt.

Burgervoogdij is realistisch alternatief

Burgervoogdij is dus een realistisch alternatief voor kinderen in leefgroepen en gezinshuizen. Dat erkent ook minister Hugo de Jonge in zijn laatste voortgangsbrief kinderbeschermingsmaatregelen.[iv] De Alliantie Burgervoogdij[v] heeft onlangs een subsidie gekregen van het Fonds Welzijnswerk[vi] om kinderen, jongeren, begeleiders, voogden en betrokken burgers te informeren over en te ondersteunen bij de stap naar burgervoogdij. Er zijn op dit moment vermoedelijk enkele tientallen burgervoogden.[vii] Over een paar jaar zouden dat er zomaar enkele honderden kunnen zijn.

Mariska van der Steege is orthopedagoog, organisatie-adviseur en lid trekkersgroep Alliantie Burgervoogdij. Kees Dijkman is communicatieadviseur en coördinator Alliantie Burgervoogdij.

Noten:

[i] Zie: https://www.hetvergetenkind.nl/actueel/104/petitie-overhandiging.

[ii] Bakker, K. (2017). Niet Thuis: over-leven en opvoeding in jeugdtehuizen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut; Helm, P. van der (2017). Hoop! Hoop het gewone leven voor kinderen die het niet getroffen hebben. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

[iii] Steege, M. van der, Sondorp, E., Willems, P., Braak, J. van den & Alarcon, I. (2017). De relevante kennis over ‘burgervoogdij’ op een rij. Woerden: VanMontfoort, te downloaden via  https://www.burgervoogd.nl/wp-content/uploads/2017/06/Kennisdocument-burgervoogd_herzien-okt-2017.pdf.

[iv] Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34880-12.html pagina 15.

[v] Zie: www.burgervoogd.nl.

[vi] Zie: http://www.fondswelzijnswerk.nl

[vii] Het aantal burgervoogden wordt nergens landelijk bijgehouden. Deze schatting is gebaseerd op een interpretatie van de cijfers van het CBS over de jeugdbescherming.

 

Foto: firoz.jokhi (Flickr Creative Commons)