Privacy hoeft geen probleem te zijn bij bestrijding uitgaansgeweld

Hoe voorkom je dat beschonken lieden elkaar te lijf gaan? Hoogleraar chirurgie aan de Universiteit van Cardiff Jonathan Shepherd heeft er een methode voor gevonden. Een aanpak die vanwege zijn gebleken succes ook door Amsterdam wordt uitgeprobeerd, dit ondanks de privacybezwaren.

Tot voor kort werden de meeste geweldsincidenten in Cardiff die tot ziekenhuisopname leiden vanwege de privacy van patiënten niet bij de politie gemeld. Daardoor was het voor de wetshandhavers niet of nauwelijks mogelijk om een effectief preventiebeleid op te zetten. Ik heb een model ontwikkeld waardoor de politie met gegevens van ziekenhuizen en andere hulpverleners wel tijdig op de juiste plaats kán zijn zonder dat de privacy van mensen wordt geschaad.

Aanpak gaat uit van slachtoffers

In het door mij ontwikkelde Cardiff-model verzamelen de spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen via de slachtoffers gegevens over plaats, datum, tijd en aard van het geweld. De geanonimiseerde gegevens worden gedeeld met politie en gemeente, zodat dezen hotspots en hot times kunnen identificeren en daarop preventieve maatregelen kunnen nemen. De ervaringen in Cardiff leren dat de aanpak een positieve bijdrage levert aan een verbeterd politioneel en gemeentelijk veiligheidsbeleid en de kans op (herhaald) slachtofferschap van ernstige geweldscriminaliteit vermindert.

De aanpak van het Cardiff-model is gericht op de slachtoffers: het gaat primair om het voorkomen van letsel en om het verminderen van het risico op letsel bij mensen die tijdens het uitgaan te veel drinken. De beste manier om hen te bereiken, is door met ze te praten als ze in het ziekenhuis komen om hechtingen of gips te laten verwijderen. Via een speciaal daartoe ontwikkelde campagne -Have A Word- worden professionals getraind om op dat moment een bondig advies te geven over verantwoord alcoholgebruik. Het gaat om ziekenhuispersoneel, maar ook om vroedvrouwen, jongerenwerkers, politieagenten en apothekers. Inmiddels zijn er in Wales al 6 duizend professionals in deze aanpak getraind.

Cardiff-model is niet zonder meer toepasbaar

Het Cardiff-model is sinds zijn introductie in 1996 verder doorontwikkeld en wordt nu ook in Kaapstad en in 4 steden in de Verenigde Staten toegepast. Op het Europese vasteland is Amsterdam de eerste stad waar de methode wordt getest. In 2012 startte een pilot met 7 ziekenhuizen in de regio Amsterdam-Amstelland, de gemeente Amsterdam, de politie, GGD-instellingen en zorgverzekeraar Achmea.
Een van de grote voordelen van het Cardiff-model is namelijk zijn eenvoudige aanpak. Er komt geen nieuwe technologie of nieuwe medicatie bij kijken. Het gaat puur om het verzamelen en gebruiken van informatie. Daarmee is overigens niet gezegd dat het Cardiff-model altijd en overal gemakkelijk geïmplementeerd kan worden. Er zijn vier uitdagingen.

Ten eerste kan de informatie-uitwisseling ingewikkeld zijn in steden die meerdere ziekenhuizen hebben met spoedeisende hulpafdelingen. Er is dan een centrale analyselocatie nodig.

Ten tweede kan de privacy vooral in de startfase voor belemmering zorgen. Het argument van vertrouwelijkheid van persoonsgegevens komt altijd als een rookgordijn naar beneden en zorgt ervoor dat mensen stoppen met nadenken over kansen om geweld te voorkomen. Professionals zijn geneigd om te zeggen dat ze geen informatie kunnen delen vanwege hun geheimhoudingsplicht, of vanwege privacywetgeving. De informatie die via het Cardiff-model wordt verzameld, is echter niet privé of herleidbaar tot een individu. Het gaat simpelweg om data over geweld, wanneer en hoe die heeft plaatsgevonden.

Ten derde was er in Groot-Brittannië het probleem dat samenwerkingspartners van politie, gemeente en gezondheidszorg elkaar in het dagelijkse leven tot voor kort zelden tegenkwamen. Toen de partijen voor het eerst met elkaar om tafel zaten, bleek dat ze elkaar nauwelijks kenden en niet dezelfde taal spraken. Het kostte veel tijd en energie om het wederzijdse wantrouwen te overwinnen en goede professionele relaties te ontwikkelen. Dat zal in andere landen waarschijnlijk niet veel anders zijn.

Ten slotte blijken de samenwerkingsverbanden in de praktijk kwetsbaar, bij personele wijzigingen willen ze nog wel eens ter ziele gaan. Om dat te voorkomen, moet er op lokaal niveau een leidinggevende zijn die niet elke 5 minuten van baan verandert en betrokkenheid bij de deelnemende partijen weet te creëren. Ook de commitment van een burgemeester is cruciaal. De Londense burgemeester Boris Johnson bijvoorbeeld heeft ziekenhuizen in zijn stad publiekelijk opgeroepen om informatie te delen met de politie en gemeente.

Afgelopen jaar heb ik voor de Amsterdamse pilot gesproken met Eberhard van der Laan. Hij wees erop dat alcoholmisbruik tijdens het uitgaan ook in Nederland een probleem is. En dat de prijs en beschikbaarheid van alcohol de twee essentiële factoren zijn. Als alcohol goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen is, drinken mensen meer – en is er meer drank gerelateerd geweld. We waren het erover eens dat de problematiek om overheidsingrijpen vraagt, van de wetgevende macht, maar ook van lokale overheden. Zij moeten good practices stimuleren door beleid en richtlijnen. En dat is precies wat het Cardiff-model voorstaat.

Jonathan Shepherd is hoogleraar Chirurgie aan Cardiff University en uitvinder van het Cardiff-model tegen uitgaansgeweld. Hij is tevens directeur van de Cardiff Violence and Society Research Group. Dit artikel is een bewerking van het interview met Shepherd dat eerder is verschenen in Secondant nr. 4 van 2014.