Professioneel handelen en respect voor privacy kunnen heel goed samen

Consulenten voor Werk & Inkomen hebben ruimte en handvatten nodig om de complexe vraagstukken van hun cliënten aan te pakken zonder hun privacy te schenden. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) hoeft dat niet in de weg te staan.

Voor ons onderzoek vroegen wij consulenten in het domein van werk en inkomen om voorbeelden over hoe zij met de dilemma’s rond integrale aanpak versus privacy omgaan. Die voorbeelden vormden we om tot vijf ‘vignetten’ – korte situatieschetsen – die wij via een online survey aan ruim 300 consulenten in 11 gemeenten hebben voorgelegd.

Er is geen eenduidige uitvoering van de AVG

De vignetten hebben betrekking op verschillende aspecten van dienstverlening en privacy zoals het delen van inkomensgegevens of het bekijken van bankafschriften. Of de situatie waarin een werkconsulent eraan twijfelt of de cliënt zich wel voldoende inspant bij een scholingstraject en overweegt de begeleider van het traject te bellen.

De consulent bevindt zich hier in het schemergebied van de AVG: of dit is toegestaan, hangt onder meer af van de mate van detail van de gevraagde informatie, de wijze waarop de consulent het verzoek om informatie motiveert en de inhoud van de overeenkomst tussen het scholingsinstituut en de gemeente.

Naast het voorleggen van deze vignetten voerden we gesprekken met consulenten, functionarissen gegevensbescherming en managers werk en inkomen (Fenger & Homburg, 2021). De belangrijkste conclusie van die gesprekken is dat consulenten verschillend reageren op de aan hen voorgelegde situaties. Sommigen plaatsen het belang van privacy van de cliënt bovenaan terwijl anderen een inbreuk op de privacy accepteren als een ander belang dat volgens hen zwaarder weegt. Van eenduidige uitvoering van beleid in het sociaal domein is geen sprake, veel hangt af van het consult.

De bereidheid van consulenten om persoonsgegevens uit te wisselen, hangt samen met hun oriëntatie op cliënten. Als consulenten veel oog hebben voor de persoonlijke situatie van hun cliënten, zijn ze eerder bereid om persoonsgegevens uit te wisselen, en de privacy van betrokkenen, waar nodig, opzij te schuiven.

Anders dan wij op grond van de literatuur verwachtten, zijn de kennis van privacyregels, informatieveiligheid en het belang dat organisaties hechten aan integrale dienstverlening niet van invloed op de wijze waarop consulenten omgaan met de voorgelegde dilemma’s.

Een kloof tussen consulenten en hun leidinggevenden

Uit onze gesprekken met professionals en beleidsmakers komt een kloof naar voren tussen consulenten en hun leidinggevenden in het domein Werk & Inkomen enerzijds en privacy officers (PO) en functionarissen gegevensbescherming anderzijds. De werkvloer van het sociaal domein bekijkt functionarissen gegevensbescherming – wier belangrijkste taak is om de privacywetgeving handhaven – vaak argwanend. Ook ervaart zij privacy assessments als bedreigend voor de kwaliteit en uitvoerbaarheid van de dienstverlening aan cliënten.

Consulenten geven aan dat uitwisseling van persoonsgegevens vooral gebeurt in het belang van de cliënt. Functionarissen Gegevensbescherming daarentegen kijken gereserveerd naar de gewoonten en werkwijzen die zijn ontstaan in de uitvoering van het Werk & Inkomensbeleid.

Sinds de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (2018) is de kloof tussen beide groepen overigens wel kleiner geworden en zijn de wederzijdse verwachtingen naar elkaar toegegroeid.

Op het randje van wat regelgeving permitteert

Of het juridisch wel of niet is togestaan, en of we het wenselijk vinden of niet: Werk & Inkomensconsulenten maken voortdurend afwegingen tussen verschillende belangen. Bij hun afwegingen speelt de privacy van de klant uiteraard een rol, maar niet per se de belangrijkste. Immers, de AVG maakt gegevensuitwisseling wel lastig, maar niet onmogelijk. Als een consulent vindt dat gegevensuitwisseling op een gegeven moment de beste oplossing is, kan hij daarvoor een manier zoeken, binnen of op het randje van wat de regelgeving permitteert.

De gekozen oplossingsrichting is meestal een individueel antwoord, van de professional, op de mogelijke spanning tussen wat hij de beste aanpak voor een cliënt vindt en diens privacy. Het maken van afwegingen behoort tot de dagelijkse werkzaamheden van Werk- en Inkomensconsulenten. Uitvoeringsorganisaties moeten er daardoor op kunnen vertrouwen dat consulenten ook de goede afwegingen maken.

Simpelweg juridische kaders overdragen, volstaat niet

Om dat vertrouwen te stutten, zou het helpen als de beroepscultuur van consulenten eenduidige professionele standaarden bevat voor de omgang met de privacy van cliënten. Dat is nu nog niet het geval.

Ons advies is dat de uitvoeringsorganisaties en de beroepsgroep van Werk & Inkomensconsulenten een professionele dialoog aangaan over het verkennen, bediscussiëren en bekrachtigen van professionele standaarden die de bandbreedte bepalen van privacy-bewust professioneel gedrag. Simpelweg juridische kaders overdragen, volstaat niet.

De aanpak van complexe problemen raakt aan de privacy van cliënten. De wijze waarop professionals met de daaruit voortspruitende dilemma’s omgaan, wordt bepaald door opleiding, training en ervaring. Gezamenlijk vormen ze een beroepscultuur die richting geeft aan het professioneel handelen in het sociaal domein.

Standaarden voor dat handelen, kunnen ervoor zorgen dat de cliënt voor de bescherming van zijn privacy niet volkomen afhankelijk is van de individuele consulent, en de individuele consulent, voor zijn integrale dienstverlening, volkomen wordt ingesnoerd door een verordening.

Menno Fenger is hoogleraar Institutionele Beleidsanalyse bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vincent Homburg is universitair hoofddocent  Bestuurskunde aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences. Hun onderzoek ‘Dilemma’s bij gegevensuitwisseling in de frontlinie van de uitvoering van beleid in het sociaal domein’ is te downloaden.

 

Foto: Luke Peters via Unsplash