RECENSIE Havermelkelite versus barbecuegangers

Filosoof en journalist Karel Smouter interviewde als correspondent voor Oost-Nederland vaak streekbewoners. Dan vroegen zijn landelijke collega’s: ‘Gebeurt daar dan weleens wat?’ Sinds er veel omgekeerde vlaggen wapperen, is die vraag verstomd. Smouter geeft uitleg over de onvrede.

Smouter analyseert in zijn boek Blauw, wit, rood drie brandhaarden.

Allereerst: van wie is Nederland? Buiten de Randstad ergert men zich eraan dat het centrum over de periferie beslist. Boeren en niet-boeren staan erop dat hun manier van leven moet blijven. Men gaat prat op de verbondenheid van buren door bijvoorbeeld het noaberschap in het noorden en mienskip in Friesland. Dat de bijbehorende sociale controle ook benauwend kan werken, lees je niet bij Smouter.

Dan: van wie is het landschap? Plattelanders zien, gesterkt door de Bijbel, natuur niet als een gegeven, maar als een prestatie. De schepping moet worden onderhouden. Op de Veluwe vindt men dat ‘alles hier op woestenij is overwonnen’. Natuur moet nuttig zijn.

De derde brandhaard betreft de media. De meeste journalisten wonen in de Randstad en schrijven over de regio. Boeren voelen zich óf ongezien óf verkeerd neergezet. Er is een kloof tussen makers van nieuws en de lezers en kijkers. De polarisatie is zo extreem dat Smouter vaststelt dat boeren eerder in de fuik van banken en overheid liepen en nu verstrikt dreigen te raken in Ongehoord Nederland en Forum voor Democratie.

Smouter lijkt veel op een gelovige die tolerantie predikt

Zijn analyse mag er zijn, hoewel Ferdinand Tönnies al in 1887 in diens Gemeinschaft und Gesellschaft tot soortgelijke bevindingen kwam. Sociologen kijken daar niet van op.

Cultureel superieur

Minder trefzeker is Smouter bij de aanpak van de extreme polarisatie, waarbij de havermelkelite recht tegenover barbecuegangers staat. De eersten wanen zich cultureel superieur, de anderen verzetten zich tegen duurzaamheid en inclusiviteit en willen grip houden op hun eigen leefomgeving.

Smouter roept allen op om te stoppen met hun bekeringsijver. En hij vindt dat de overheid vertrouwen moet geven, geen hele of halve perspectieven. Hij wil een toleranter toon in het maatschappelijk debat, waarbij rekening wordt gehouden met anderen die er andere waarden en gewoonten op na houden.

Smouter negeert de harde financieel-economische belangen. Hij noemt terloops de fuik van de banken, maar werkt die niet uit. Hoe zelfstandig is de boerenstand ten opzichte van de oorspronkelijk eigen coöperatieve organisaties? Smouter ziet de kloof tussen stad en platteland vooral als een communicatiecrisis. Dat mag deels het geval zijn, maar er is zeker ook sprake van materiële achterstelling van het platteland ten opzichte van het rijke westen. Er is relatief meer armoede, minder werk. Onderwijs en infrastructuur staan onder druk, zeker in krimpgebieden. Die kant van de medaille blijft in dit boek onderbelicht.

Smouter lijkt veel op een gelovige die tolerantie predikt. Hij zegt terecht geen toverstokje te hebben en beveelt nieuwe vormen van democratie aan, zoals burgerberaden en budgetcommissies. Hij bepleit antagonistische gespreksvoering en socratische gesprekken. En hij wacht op de media als verlossers die zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van het gesprek. Kan allemaal zijn, maar zonder ongelijkheid aan te pakken wordt geen enkel probleem opgelost. Het is niet alleen de toon die de muziek maakt, de muzikanten moeten ook over instrumenten beschikken.

Jan van Eeden is socioloog en oud-wethouder Sociale Zaken.

Karel Smouter (2022). Blauw, wit, rood. De boerenopstand als spiegel voor Nederland, 175 p., De Bezige Bij.