Sociologen: winst PVV past in Europese tendens  

Na de Tweede Kamer-verkiezingen spraken onderzoekers Tarik Abou-Chadi en Markus Wagner tijdens de Nacht van de Sociologie over de PVV-winst. De wetenschappers uit Oxford en Wenen, verbonden aan het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS-KNAW), zijn niet verbaasd.

Tarik Abou-Chadi, universitair hoofddocent van het department of Politics & Political Relations of Oxford, is niet zo ondersteboven van de verkiezingsoverwinning van de PVV. ‘Die overwinning wordt in Nederland weliswaar als een grote schok ervaren, maar de gebeurtenis past in een bredere Europese ontwikkeling. Het is immers niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat radicaal rechts er met de overwinning vandoor gaat. Alternative für Deutschland, Smer in Slowakije, de SVP/UDC in Zwitserland: ook in die landen stemde een groot aantal kiezers onlangs op een radicaal rechtse partij.

Verandering norm

Voor Markus Wagner, hoogleraar Quantitative Parteien- und Wahlforschung am Institut für Staatswissenschaft van de Universität Wien, komt de zege van de PVV evenmin onverwacht. ‘Oorlog aan de rand van Europa (Oekraïne), geweld in het Midden-Oosten (Israël en Hamas), het impopulaire kabinet-Rutte IV, de grote maatschappelijke ontevredenheid, en dito zorgen over migratie: het zijn allemaal factoren waarvan je kunt vermoeden dat radicaal rechts er garen bij spint.’

‘De sociale norm van wat acceptabel is, verandert als centrumrechts standpunten van radicaalrechts overneemt’

De overwinning van de Boer Burger Beweging bij de provinciale statenverkiezingen in maart, beschouwt Wagner als een voorafschaduwing van de zege van de PVV nu. Wat volgens hem ook aan de overwinning van de PVV heeft bijgedragen, is de bereidheid van de VVD om met de PVV in zee te gaan.

‘Veel onderzoek toont aan dat de sociale norm van wat acceptabel is, verandert als centrumrechts standpunten van radicaalrechts overneemt en ook het signaal geeft dat ze in radicaalrechts een mogelijke samenwerkingspartner ziet. Zoals bij de Tweede Kamer-verkiezingen is gebleken, is het overigens een strategie die centrumrechts in de staart bijt. Mensen kiezen liever voor het origineel.’

‘Als lang zittende premier creëerde Rutte, ondanks zijn misperen, toch een gevoel van verbinding en stabiliteit’

Verder filosoferend, vraagt Abou-Chadi zich af wat er zou zijn gebeurd als Mark Rutte wel aan de laatste verkiezingen had meegedaan. ‘Ik ben er zeker van dat er dan niet zulke dramatische veranderingen hadden plaatsgevonden. Als lang zittende premier creëerde Rutte, ondanks al zijn misperen, toch een gevoel van verbinding en stabiliteit die vooral de oudere generaties aanspreekt. Hij wist met andere woorden een identiteitsgebonden relatie te creëren met burgers en hun electorale gedrag. Premiers lukt dat overigens vaak (de premiersbonus) en worden daardoor zelden uit hun ambt weggestemd.’

Jongeren en ouderen

Radicaalrechts, daar zijn Abou-Chadi en Wagner eensgezind over, wordt vooral gevoed door drie elementen: populisme en anti-establishmentgevoelens, nativisme - tegen islam en migratie - en de behoefte aan een sterke man om rust en orde te brengen. Wat opvalt aan de recente algemene verkiezingen is dat de PVV, getuige de stembusuitslag, ook voor jongeren aantrekkelijk is. Dat lijkt in tegenspraak met het algemene idee dat jongeren in de regel progressiever zijn dan ouderen.

‘Jongeren vinden Wilders niet de volksmenner die de democratie in gevaar brengt, maar gewoon een partijleider’

Abou-Chadi: ‘Dat beeld kantelt als je bedenkt dat het voor de meeste oudere generaties een norm is om níet radicaalrechts te stemmen. Voor jongeren daarentegen is de PVV gewoon een andere partij. Voor hen is Geert Wilders dus niet de volksmenner die de democratie in gevaar brengt, maar gewoon een partijleider die af en toe ook nog leuk uit de hoek weet te komen.’

Overcompensatie

Dat het gedachtegoed van radicaalrechts is genormaliseerd, zeker niet alleen bij jongeren overigens, is voor een deel terug te voeren tot de media, zegt Abou-Chadi. ‘Ik weet niet waar de logica vandaan komt, maar tijdens het laatste televisiedebat op maandag 20 maart werd er een videoclip getoond waarin een asielzoeker een sociale huurwoning kreeg ten koste van een andere woningzoekende. Een deskundige zei in reactie op de clip dat hier sprake was van een non-probleem. De vraag is dan: waarom kiest een redactie voor het uitzenden van een clip waarvan ze had kunnen, zelfs moeten, weten dat het de plank faliekant misslaat. Gebeurde dat uit overcompensatie voor de sleetse misvatting dat de media links zouden zijn?’

Hij vindt het op zijn minst interessant dat radicaalrechts erin blijft slagen om de media als links te portretteren en dat de media zelf in dat frame mee blijven gaan. ‘Van een beroepsgroep die de ontwikkelingen in politiek en samenleving nauwlettend behoort te volgen, zou je tenminste verwachten dat ze kritische vragen stelt. Bijvoorbeeld als media zo links zijn en hun rol zo groot, hoe valt dan te verklaren dat links vrijwel nergens in Europa aan de macht is?’

‘Een meerderheid van de mensen heeft niets met het radicaal rechtse gedachtegoed’

Andersom vindt Abou-Chadi het ook te gemakkelijk om de populariteit van radicaalrechts te verklaren uit samenzweringstheorieën, met Rusland als de kwade genius dat eropuit is de democratie in de EU om zeep te helpen via misinformatie op sociale media.

Geruststelling

Wagner wijst erop dat de meeste grote media in Oostenrijk nauwe banden hebben met radicaalrechts. ‘Ze krijgen geld van de overheid en waarschijnlijk ook van Rusland, maar ik vraag me net als Abou-Chadi af welke rol de media feitelijk spelen op het stemgedrag van mensen. Immers, ook politieke partijen dragen bij aan de politieke meningsvorming. Ook zij construeren frames. Globaal kun je zeggen dat politieke partijen gevoelens en ideeën van burgers proberen te linken aan beleid. Dat is hun cruciale rol. Je kunt constateren dat radicaalrechts daar momenteel beter in slaat dan links.’

Stelt links te midden van al dat radicaal rechtse geweld dan helemaal niets voor? Wagner stelt de linkse stemmer gerust. ‘De fusie van GroenLinks en PvdA heeft redelijk succesvol uitgepakt, zij het minder dan wellicht gehoopt en verwacht. Niettemin is de combinatie de tweede grootste partij van het land geworden en valt niet uit te sluiten dat ze de lead in coalitiebesprekingen krijgt, mocht de PVV er niet in slagen om samen met anderen een regering te vormen.

Bovendien is er een natuurlijke grens aan het aantal aanhangers van radicaalrechts. Een meerderheid van de mensen in Nederland en in overige Europese lidstaten, heeft niets met het radicaal rechtse gedachtegoed.’

Abou-Chadi besluit met een wijsheid die een tegeltje verdient: ‘Wilders heeft gewonnen doordat anderen verloren. Oftewel: ‘Het electoraat heeft een keuze gemaakt die net zo goed andersom had kunnen uitpakken.’

Jan van Dam is freelancejournalist

 

Foto: Schermafbeelding verkiezingsdebat (Youtube)

Dit artikel is 708 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. “Radicaalrechts, daar zijn Abou-Chadi en Wagner eensgezind over, wordt vooral gevoed door drie elementen: populisme en anti-establishmentgevoelens, nativisme – tegen islam en migratie – en de behoefte aan een sterke man om rust en orde te brengen”

    Op deze punten zou de PVV juist niet in bovengenoemde Europese tendens moeten passen: Wilders presenteert zich niet als sterke man en nationalist maar als een persoon die opkomt voor de gewone man die met een aantal grote problemen te maken heeft: gebrek aan bestaanszekerheid, woningnood, onbetaalbare energie rekeningen, verpaupering in de steden door grote migratiestromen, afnemend veiligheidsgevoel en grote mate van criminaliteit veroorzaakt door vreemdelingen.
    Bovendien is het zo dat het terrein van de sociale zekerheid door de PVV grotendeels van linkse partijen is overgenomen. (SP)
    Hogere minimum lonen, afschaffen eigen risico ziektekosten, lagere pensioenleeftijd en tegen flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook de komst van de Oost-Europese arbeidskracht wordt in dit licht bekeken.
    Wat hier in dit artikel de opkomst van radicaal rechts wordt genoemd heeft alles te maken met de teloorgang van linkse partijen die niet langer meer voor de gewone man zijn.
    De huidige linkse partijen zoals PvdA, GL, en D’66 worden vooral gekozen door hoger opgeleiden en mensen uit de beleid- en ambtenaren wereld. Het anti establishment gevoel wordt zodoende verder aangewakkerd.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *