De WRR bedrijft oude economie en politiek

De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid stelt dat rechtvaardigheid een zelfstandig onderdeel moet zijn van klimaatbeleid. Goed nieuws, maar tegelijkertijd teleurstellend, vindt lector Richard de Brabander. De WRR beperkt rechtvaardigheid tot een rechtvaardige verdeling van kosten en rechtvaardige procedures.

De protesten van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk laten volgens de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid zien dat er maatschappelijke onvrede ontstaat als het klimaatbeleid als onrechtvaardig wordt ervaren. En die onvrede ondermijnt het draagvlak voor klimaatbeleid. Daarom luidt de kernboodschap van de WRR in zijn rapport over rechtvaardig klimaatbeleid [1] dat rechtvaardigheid een zelfstandig perspectief moet zijn bij het maken van klimaatbeleid.

Rechtvaardigheid als eerlijk verdeling

Die boodschap sluit aan bij de toenemende aandacht voor klimaatrechtvaardigheid en de sociale gevolgen die kwetsbare groepen in de samenleving ervaren van zowel klimaatverandering als de maatregelen daartegen.[2] Het wordt steeds duidelijker dat kwetsbare groepen die het minste bijdragen aan klimaatverandering, daaronder het meest hebben te lijden en het minst profiteren van maatregelen die klimaatverandering tegen moeten gaan.

Iemand in de bijstand rijdt geen Tesla en krijgt ook geen subsidie voor elektrisch rijden

Zo stond de klimaattop COP27 in Egypte in het teken van klimaatrechtvaardigheid en werd een schadefonds in het leven geroepen om arme landen te helpen die schade ondervinden van klimaatverandering die vooral is veroorzaakt door rijke landen. Ook in eigen land is het van belang dat de kosten en baten eerlijk worden verdeeld. Iemand in de bijstand rijdt geen Tesla en komt daarmee ook niet voor een subsidie op elektrisch rijden in aanmerking.

Natuur is afwezig

De grote afwezige in het rapport van de WRR is de natuur. De klimaatverandering is een gevolg van de ecologische crisis: verzuring van de oceanen, ontbossing, verlies van biodiversiteit en CO2-uitstoot. Dat is het gevolg van hoe we de natuur enkel als object of ecosysteemdienst zien en voor eigen gewin toe-eigenen en uitbuiten. Uiteindelijk ligt dit ecologisch onrecht aan de basis van de klimaatontwrichting.

De Natuurlijke Kapitaalrekening kent aan de natuur een economische waarde toe op basis van de voordelen die ze ons oplevert. Zij slaat grote hoeveelheden CO2 op, beschermt ons tegen weerextremen, biedt ruimte om te recreëren en draagt bij aan de productie van voedsel. Met de nodige boekhoudkundige creativiteit kan daar een prijskaartje aan worden gehangen. Volgens het CBS en Universiteit Wageningen is de Nederlandse natuur 869 miljard euro waard.[3] Zo betalen investeringen in de natuur en in haar herstel zich makkelijk terug.

Nergens verwijst de WRR in haar rapport naar alternatieve vormen van economie en van rechtvaardigheid

Het voordeel daarvan is dat natuurlijke oplossingen tegen klimaatverandering kunnen concurreren met technologische. Maar het getuigt ook van een ecologische onrechtvaardigheid om de niet-menselijke natuur als onderdeel van een diensteneconomie ondergeschikt te maken aan de menselijke natuur. Daarmee respecteren we haar niet als wat in zichzelf en voor zichzelf waarde heeft.

Alternatieve vormen van economie

Zolang we de mens boven en buiten de natuur plaatsen, blijft de vraag naar eerlijke verdeling uiteindelijk een menselijke en economische aangelegenheid. Zien we de economie en de mens als onderdeel van een ecosysteem, dan ontstaat een ecologisch perspectief op het verdelingsvraagstuk: wat levert economie aan voordeel voor de natuur op?

We zien dat bijvoorbeeld terug in het idee dat rivieren als rechtspersoon worden erkend en dieren positieve rechten zouden moeten krijgen en in alternatieve vormen van economie die hieraan vorm en inhoud proberen te geven. Nergens verwijst de WRR in haar rapport naar alternatieve vormen van economie en van rechtvaardigheid.

Procedurele rechtvaardigheid

Klimaatrechtvaardigheid vereist volgens de WRR dat ook het proces waarin we beleid maken eerlijk verloopt en belanghebbenden daarin kunnen meedenken. Worden verschillende belangen en perspectieven meegewogen? Zijn er mogelijkheden tot inspraak en om bezwaar aan te tekenen?

‘Hoezo inspraak?! Ze vinden overal een vergadering voor uit’

Ook hier draait het voor de WRR om draagvlak. Een rechtvaardige procedure is een aanwijzing dat de uitkomst rechtvaardig is. En pijnlijke beslissingen worden eerder geaccepteerd wanneer ‘burgers het gevoel hebben dat deze op redelijke wijze tot stand zijn gekomen en zij zelf daarbij fair zijn behandeld’ (WRR, 2023, p. 24).

Internal exclusion

Die laatste zin is veelzeggend, omdat burgers vaak niet het gevoel hebben dat zij in procedurele vormen van inspraak gehoord en serieus worden genomen. De WRR gaat eraan voorbij dat juist voor kwetsbare groepen in de samenleving, die onevenredig de gevolgen van klimaatverandering ondervinden, het veelal niet vanzelf spreekt deel te nemen aan gesprekken met beleidsmakers of een burgerberaad.

De Amerikaanse politicoloog Iris Marion Young noemt dit internal exclusion. [4] Juist omdat kwetsbare groepen het gevoel hebben niet te worden erkend voor wie zij zijn en dat de manier waarop zij spreken en zich uiten de waarde van wat zij zeggen vermindert, ervaren zij inspraakprocedures als iets dat voor de bühne wordt gedaan. Mijn favoriete uitspraak blijft hier van een bewoner in Crooswijk: ‘Hoezo inspraak?! Ze vinden overal een vergadering voor uit.’ We lossen de procedurele onrechtvaardigheid niet op door iedereen aan tafel uit de nodigen. Dat garandeert namelijk niet dat iedereen ook gehoord en serieus genomen wordt.

Natuur en dieren hebben onschendbare rechten en kunnen als rechtspersoon worden gezien

Natuurlijk, er zijn altijd deelnemers die scherp van de tongriem gesneden zijn, goed hun mondje kunnen roeren en anderen imponeren. Procesbegeleiders zouden het overleg in goede banen kunnen leiden. Maar Young wijst erop dat die procedurele vormen toelatingseisen impliceren waarin uitsluitingsmechanismen schuilgaan. Nemen we deel aan een stadsdialoog of gaan we in gesprek gaat met beleidsmakers, dan worden we geacht ons redelijk op te stellen. Dit betekent dat we degenen die in onze ogen niet aan de eisen van rationele deliberatie voldoen, niet als redelijk zien. Procedurele rechtvaardigheid representeert daarmee bestaande machtsverschillen en sociale ongelijkheden.

En de stem van de natuur dan?

Maar niet alleen kwetsbare groepen voelen zich niet gehoord of worden als onredelijk weggezet. Daarom demonstreert Extinction Rebellion niet keurig op het Malieveld, maar op de A12. Op het Malieveld zal hun demonstratie geen invloed hebben. Zij willen demonstreren op ‘een plek die ertoe doet en ‘within sight and sound’ van de macht.

Afgezien daarvan brengen zij de stem van de natuur in die onrecht wordt aangedaan. De WRR gaat voorbij aan recente ecologische opvattingen in de ethiek en het recht die betogen dat de natuur en dieren onschendbare rechten hebben en als rechtspersoon kunnen worden gezien. Ook hier missen we een ecologisch perspectief dat uitgaat van gelijkwaardigheid tussen mens en natuur.

Oude politiek

In de literatuur over de transitie naar een duurzame samenleving die sociaal en ecologisch rechtvaardig is, wordt gewezen op de noodzaak van een fundamentele maatschappelijk verandering [5]. Die verandering leidt tot veel politieke discussie, maatschappelijke onrust, onzekerheid en emoties. We staan voor de opgave met elkaar een andere samenleving vorm te geven zonder dat we daarbij terug kunnen vallen op bestaande kennis en ideeën. Zij vraagt om meer dan enkel het verbeteren van bestaande structuren en praktijken.

Zij vereist ook andere manieren van denken en een andere verhouding tot onszelf, anderen en de natuur, alternatieve ideeën over economie, politiek besluitvorming en rechtvaardigheid. Juist een ecologisch perspectief op rechtvaardigheid daagt ons daartoe uit.

Voor zover het WRR-rapport zich beperkt tot een neoklassiek economisch perspectief op verdeling en een rationalistisch perspectief op inspraak, representeert het de bestaande machtsverhoudingen en oude politiek. Daarmee draagt het niet wezenlijk bij aan een fundamentele discussie over klimaatrechtvaardigheid en het ontwikkelen van andere manieren van denken over onze verhoudingen tot de natuur.

Richard de Brabander is lector Ecosociaal werk. Werken aan sociale duurzaamheid bij Hogeschool Inholland Rotterdam.

 

Bronnen

[1] WRR (2023) Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten.

[2] Zie ook het kerstdebat dat Movisie december 2022 organiseerde.

[3] CBS (2021) Natuurlijke Kapitaalrekeningen Nederland 2013-2018.

[4] Young, I.M. (2000) Inclusion and democracy. Oxford University Press

[5] Zie voor een uitvoerig overzicht Huntjes, P. (2021). Towards a Natural Social contract. Transformative Socio-Ecological Innovation for a sustainable, Healthy and Just Society. Springer.

 

Foto: eren {sea+prairie} (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 782 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. De logica is, dat de aarde wel zonder mensen kan, maar de mensheid niet zonder de aarde. Er zijn meer diersoorten ooit ‘uitgestorven’, dus niet meer zo dominant aanwezig in aantal. Maar de mensheid, dus onze jeugd, kan niet zonder een leefbare aarde verder. Verhuizen naar Mars, zoals mensen dat soms beweren, is nog niet aan de orde. Die planeet is nog lang niet leefbaar, water, voedsel en zuurstof zijn daar schaars. Dus we hebben als diersoort een leefbare aarde nodig. Even verhuizen naar een andere planeet, omdat we voor deze aarde niet gaan zorgen, is dus geen optie.

    Het concept ecosociaal werk is nuttig en nodig voor jonge mensen. Zij gaan verder met onze resultaten. En aan hun de ‘zware’ opdracht om alles wat de aarde nodig heeft, ook te doen. Voor jezelf en voor anderen, kokend hete zomers zijn niet leuk. Een zonnige zomer is leuk, maar leven in een kokend hete omgeving, is dat niet. Dat kan de mens fysiek en mentaal niet. En al die natuurrampen zijn ook niet vol te houden. Want het is een enorm organisme, wat de mens weg zal vagen als het genoeg is. Ze heeft daar al miljoenen jaren ervaring mee. Wie naar IJsland gaat, ziet de realiteit. En laten we dat niet onderschatten, maar onze jeugd een toekomst geven die vandaag begint.

  2. Middels ‘marktwerking’ om de klimaatdoelen en milieu problemen aan te pakken komt zeker geen ‘rechtvaardigheid’ tot stand.
    Integendeel winstmaximalisering van bedrijven vormen de voornaamste drijfveer om te kunnen vervuilen. In Nederland zijn 30 vervuilende bedrijven verantwoordelijk voor het uitstoten van 40% van alle Co 2. Met als grootste uitstoters Tata Steel en energie bedrijf RWE.
    Deze twee bedrijven stoten samen meer uit dan het totale aardgasgebruik van alle huishoudens in Nederland.
    Deze bedrijven moeten schoner gaan produceren maar doen dat niet.
    Deze bedrijven worden door de overheid juist ontzien.
    Zij hebben jaren lang een stroom van subsidies, vrijstellingen en belasting kortingen ontvangen en heeft er voor gezorgd dan hun winsten onder aandeelhouders werden verdeeld.
    Zo betaalde Shell lange tijd nul euro winstbelasting over zijn miljarden winst.
    Zij maakten ook aanspraak met twee andere bedrijven op 2 miljard euro subsidie voor een ondergrondse CO 2 opslag in de Rotterdamse haven.
    Dit jaar heeft Shell een winst behaald van rond de €38 miljard euro.
    Slechts een klein gedeelte hiervan wordt besteed aan maatregelen om milieuschade te beperken.
    De verdeling van de milieukosten in de samenleving is dus scheef verdeeld.

    Dat de vervuiler betaalt blijkt niet waar te zijn. De vervuiler betaalt niet maar krijgt juist betaald.
    Via de regeling Stimulering Duurzame Energietransitie (SDE++).
    Deze SDE pot++ wordt betaald via de belasting (Opslag Duurzame Energie: ODE), een heffing op het gebruik van elektriciteit en aardgas. Milieudefensie berekende in 2020 dat de vervuilende industrie op 8,3 miljard euro financiële steun per jaar kon rekenen.
    Zelfs het verlagen van de CO 2 uitstoot wordt overgelaten aan de markt via een Europees CO2- handelssysteem, ETS (Emission Trading System)
    CE Delft heeft onderzocht dat tussen 2008 en 2019 de Europese industrie tussen de 30 en 50 miljard euro geprofiteerd heeft van dit ETS systeem.
    De WRR representeert de gevestigde orde die vooral goed is voor bepaalde takken van het bedrijfsleven. Milieu rechtvaardigheid is slechts dan mogelijk als de huidige neoliberale visie op milieu en natuur verlaten wordt.

    N.b bij deze reactie is gebruik gemaakt van het boek van Lilian Marijnissen : “De winst van eerlijk delen” (Propeteus A’dam 2023)

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *