Demonstraties: communiceren is de-escaleren

Criminologiestudenten zochten uit wat er exact een jaar geleden misging bij de beruchte ingreep van de politie in het woonprotest van 17 oktober 2021. Conclusie over veilig demonstreren: het gesprek tussen demonstranten en politie moet worden opengehouden.

Een jaar geleden stonden de kranten vol met zorgwekkende berichten over het woonprotest in Rotterdam. Van ‘Politie smoort woonprotest, in andere landen heet dat gewoon repressie‘ tot ‘Demonstranten woonprotest vielen de politie aan’. Zowel de aanwezige partijen als de rest van de samenleving leek met de vinger naar elkaar te wijzen.

Dit wantrouwen lijkt het afgelopen jaar alleen maar toegenomen te zijn. Sterker nog, Woonprotest, de organisatie van de landelijke protesten in 2021, heeft aangekondigd dat ze dit jaar naar hardere middelen moeten grijpen om hun doelen te bereiken. Terwijl men het in 2022 juist steeds vaker acceptabel vindt als een demonstratie van tevoren wordt verboden, blijkt uit een recent onderzoek van I&O Research.

Veilig, vredig en effectief demonstreren

Het wordt steeds lastiger om in Nederland veilig, vredig én effectief te demonstreren. De achtergronden waarom dit bij het Rotterdamse woonprotest precies misging, kunnen ons veel vertellen over deze lastige balans. Door kritisch te kijken naar deze casus, krijgen we meer inzicht in dit soort escalaties en kunnen we leren hoe dit soort schokkende gevolgen in de toekomst voorkomen kunnen worden.

Maar wat is er nou precies gebeurd in Rotterdam? Hoe kon de sfeer zo omslaan? Criminologiestudenten Marit Barelds, Coen van den Braber, Janieke van Dijk, Cherrina van der Horst, Rachel van Leeuwen en Lisa Vermeij hebben dit, onder begeleiding van Willemijn Born, geprobeerd uit te pluizen. Ze analyseerden testimonials, tweets, foto’s en video’s en interviewden twaalf deelnemers en drie politieagenten. Ze gingen op zoek naar de achterliggende verklaringen en mechanismes voor dat beruchte moment op de Erasmusbrug.

Zware aanwezigheid van politie

Om te beginnen bij het begin: in de voorbereiding van het woonprotest leek de organisatie alles gedaan te hebben om dit resultaat te voorkomen. Onduidelijkheid, matige communicatie en gebrekkige organisatie hebben vaak een escalerende werking bij protesten, maar in dit geval was het protest braaf aangemeld bij de gemeente. Er was een sfeer- en ordedienst aanwezig en er was constant contact met de politie.

Toch gaven veel deelnemers aan dat ze op het startpunt in het Afrikaanderpark al schrokken van de zware aanwezigheid van de politie. ‘Het was net alsof ik een warzone binnenreed. Ik heb zelden zoveel politie bij elkaar gezien.’

Risico tot escalatie

Hoe de deelnemers de van de sfeer van een protest ervaren, en het wantrouwen of vertrouwen dat daarmee gepaard gaat, heeft ook een impact op het risico tot escalatie. Zoals de vorige quotes illustreren, begon het wantrouwen al snel binnen te sijpelen bij de demonstranten. Daarnaast was er op het protest een grote groep ‘Black Bloc’-demonstranten aanwezig, die juist bij de politie voor wantrouwen zorgden.

Om een van de geïnterviewde politieagenten te citeren: ‘Wij als politie willen gewoon dat alles rustig en vredig verloopt, en dat als het niet meer mag, ze dan ook weggaan. Maar zij willen juist dat het doorgaat koste wat het kost. En dan heb je ergens een probleem.’

Daarnaast was er bij een eerdere demonstratie al een confrontatie geweest tussen het Black Bloc en de ME, aldus politiechef Fred Westerbeke, waardoor de politie op haar hoede was. Zo werd de sfeer steeds grimmiger en een escalatie steeds waarschijnlijker.

Gebrek aan communicatie

Deze oplopende spanning kwam op de Erasmusbrug tot ontploffing. De politie begon met het omsingelen van een deel van het Black Bloc, waarbij de rest van de mars tot stilstand kwam. Op dit cruciale moment ontbrak juist de communicatie tussen de politie en de organisatoren. Een van de demonstranten: ‘Maar op dat moment werd het ook wel een beetje onduidelijk wat we moesten doen, dus we bleven daar ook maar gewoon staan.’

Beide partijen zagen elkaar als agressor. Vreedzaam protest werd een soort vicieuze cirkel van geweld

Volgens een van onze respondenten bij de politie is dit juist logisch: ‘Tsja, we kunnen niet precies gaan zeggen wat we gaan doen. Op een gegeven moment gaan we handelen, anders worden ze gewaarschuwd en dan gaan ze zich vermengen. Dat schiet niet op.’

Onbegrip bij demonstranten

Dit gebrek aan communicatie zorgde echter voor veel onbegrip bij de demonstranten. Zo begon de rest van de menigte te reageren op het politieoptreden en zette een zitstaking in. De impact van een collectieve groepsidentiteit moet hierin ook niet onderschat worden. Leuzen als ‘Wij zijn vreedzaam, wat zijn jullie’ en ‘Laat ze vrij’ laten duidelijk zien dat veel deelnemers zich als groep aangevallen voelden door een ingreep. Zo begon de politie meer en meer de overhand over de menigte te verliezen, wat vaak leidt tot harder politieoptreden.

De sfeer- en ordedienst - schakel tussen politie en demonstranten - wist niet wat er gebeurde

Kort daarna werd er een poging gedaan om de linie te doorbreken met een houten huisje op wielen, dat door de demonstranten als attribuut meegenomen was. De politie reageerde hierop met wapenstokken, waarna bijna een uur aan chaos, confrontaties en ongelukken volgden, met meerdere gewonden als resultaat. In deze onrust zagen beide partijen elkaar als agressor en werd het vreedzame protest tot een soort vicieuze cirkel van geweld.

‘Waar wachten we precies op?’

Deze cirkel is stopte pas nadat er een vijftigtal demonstranten waren weggevoerd en een van de organisatoren de menigte kon overtuigen om verder te lopen. Maar de escalatie had ook voorkomen kunnen worden. Betere communicatie tussen de politie en de demonstranten, had veel verschil kunnen maken.

Leden van de sfeer- en ordedienst, die juist de schakel tussen de politie en de demonstranten horen te vormen, wisten ook niet wat er aan de hand was en kregen ‘vooral appjes van “ik weet ook niet wat er aan de hand is, hebben jullie al updates?” Met als antwoord: “Nee, ik heb nog geen updates”.  En: “Waar staan jullie nu?”, “Waar wachten we precies op?’’’

Gesprek openhouden

De politie heeft zelf na het protest een statement naar buiten gebracht om het wantrouwen en snelle ingrijpen te motiveren, maar heeft gedurende het protest zorgwekkend weinig gedaan om hun acties uit te leggen. Dit gesprek openhouden, zowel voor, tijdens als na het protest, is essentieel om te kunnen zorgen dat demonstraties in Nederland veilig en vredig gehouden kunnen worden.

Marit Barelds, Coen van den Braber, Janieke van Dijk, Cherrina van der Horst, Rachel van Leeuwen en Lisa Vermeij zijn criminologiestudenten, die onderzoek hebben verricht onder begeleiding van Willemijn Born, docent en onderzoeker, sectie Criminologie aan de VU in Amsterdam.

 

Foto: Sandra Fauconnier (Flickr Creative Commons)