Terwijl mijn zoontje van 2,5 havermout zit te eten, scroll ik door het nieuws. Ik lees een artikel over Stichting Nidos die op eigen houtje voor 150 jonge vluchtelingen uit Ter Apel opvangt regelt. Kinderen en jongeren die in hun eentje naar Nederland zijn gevlucht en onder erbarmelijke omstandigheden buiten hebben moeten slapen. De tranen schieten in mijn ogen. Wat geweldig dat Stichting Nidos dit doet en wat een intens falen dat het de Nederlandse overheid niet lukt om deze kinderen veilig onder te brengen.
De stem van professionals met een pedagogische opdracht is amper te horen
Het bericht is een klein sprankje hoop in een aaneenschakeling van overweldigende ellende. Mensen kunnen hun energierekeningen niet meer betalen, kinderen gaan steeds vaker met honger naar school, meisjes kampen toenemend met emotionele problemen door hoge prestatiedruk in het onderwijs.
De ene na de andere maatschappelijke crisis dient zich aan en als klap op de vuurpijl worden toekomstige generaties geconfronteerd met een ernstige klimaatcrisis. Ik kijk naar mijn zoontje en beeld me zijn toekomst in. De moed zakt me in de schoenen.
Hoe kan ik mijn zoontje goed opvoeden in een samenleving waarin zoveel uitsluiting plaatsvindt? Hoe kan ik zorgen dat zijn geluk niet ten koste gaat van het geluk van andere kinderen? Hoe zal de planeet er überhaupt uitzien op het moment dat hij in staat is om mij hier vragen over te stellen? Zet ik me genoeg in voor een structureel betere toekomst voor hem? Het enige antwoord wat ik kan bedenken is nee. Absoluut niet.
Tekortschieten als beroepsgroep
Als moeder maak ik me zorgen over de maatschappij waar mijn zoon in opgroeit, maar daarnaast voel ik me ook vanuit mijn professionele rol verantwoordelijk voor die maatschappij. Ik ben pedagoog en leid zelf bij de opleiding Pedagogiek aan Hogeschool Inholland toekomstig pedagogen op. Ik zie om mij heen pedagogische professionals hard werken om kinderen, jongeren en gezinnen te ondersteunen die zich in kwetsbare situaties bevinden. Toch bekruipt mij bij confrontaties met brede maatschappelijke problematiek en crisissen steeds vaker het gevoel dat we als pedagogische beroepsgroepen tekortschieten.
We schuiven niet aan bij talkshows om onze verontwaardiging uit te spreken
Pedagogiek is bij uitstek het vakgebied dat zich bezighoudt met de grote maatschappelijke opvoedvraagstukken en dilemma's en toch is de stem van professionals met een pedagogische opdracht amper te horen in het publieke debat. Wij zijn deskundig in het signaleren van hulpvragen en het bieden van passende ondersteuning, maar lijken zelf te verdrinken in de complexiteit van de dagelijkse praktijk.
Niet collectief in opstand
Onze pedagogische stem ontbreekt in het publieke debat terwijl we onze kinderen en jongeren geen structureel veilige en gelijkwaardige ontwikkelruimte meer kunnen bieden. Zo ging het tijdens de coronacrisis slecht met een groot deel van onze jeugd. Het perspectief van medische experts voerde lang de boventoon in de media en politieke debatten over beleidskeuzes, terwijl het pedagogisch perspectief, dat gericht is op de rechten, het welzijn en de ontwikkelkansen van kinderen en jongeren, nauwelijks naar voren kwam.
De jeugdzorg staat enorm onder druk en we worden moedeloos van het gebrek aan structurele steun vanuit de overheid, maar toch komen we niet collectief in opstand.
Je kan geen dakloze jongeren helpen, als er te weinig slaapplekken zijn
We schuiven niet aan bij talkshows om onze verontwaardiging uit te spreken, we eisen geen radicale verandering en nemen geen zichtbare posities in bij politieke besluitvorming. In onze strijd voor een inclusieve samenleving, proberen we op dagelijkse basis de meest kwetsbaren te stimuleren tot individuele gedragsverandering, maar hebben we hierbij voldoende oog voor de maatschappelijke uitsluitingsmechanismes die juist diezelfde kwetsbaren systematisch benadelen?
Falend beleid
We moeten niet willen dat kinderen, jongeren en gezinnen zich leren aanpassen aan of invechten in een ongezonde samenleving die niet langdurig houdbaar is. Ons werk wordt steeds lastiger uitvoerbaar zonder overheidsinvesteringen in essentiële randvoorwaarden.
Je kan geen dakloze jongeren helpen, als er te weinig slaapplekken zijn. Je kan pesten op school niet tegengaan, als het amper lukt om voldoende leerkrachten voor de groep te krijgen. Je kan een ouder met onverwerkt trauma niet uit de brand helpen, als gespecialiseerde hulp maanden op zich laat wachten.
Er wordt bovendien beleid ontwikkeld dat slechts een deel van onze jeugd beschermt, want blijkbaar is het ene kind het andere niet. De bestaanszekerheid van kinderen die in armoede leven of niet de juiste papieren hebben, wordt niet gegarandeerd. Maar toch staan wij niet op om in actie te komen tegen het falend beleid.
Pedagogen moeten zich verenigen
Als beroepsgroep proberen we altijd beschikbaar te zijn voor de kinderen en gezinnen die we ondersteunen. Daarmee maken we het onszelf ook moeilijk om een kritische houding aan te nemen. We zullen niet snel ons werk neerleggen om te staken en zijn zo creatief en oplossingsgericht, dat we er zelf aan onderdoor gaan.
Maar, we moeten nu echt gezamenlijk werken aan sociale verandering die de samenleving voor iedereen rechtvaardiger maakt. Juist dit is het moment voor drastische verandering. Na wrijving ontstaat glans. Het is tijd om ons als pedagogisch professionals uit te spreken en na te denken over de grote ethische en politieke vraagstukken van deze tijd. Onze samenleving lijkt de weg kwijt te zijn en kan wel wat liefdevolle, pedagogische ondersteuning gebruiken.
Laten we ons verenigen, ons samen druk maken en ons vooral overal mee gaan bemoeien. Als het gaat om verbinden, zijn wij hier als pedagogen tenslotte de aangewezen personen voor.
Sophie Vermaning is docent-onderzoeker aan de opleiding Pedagogiek en lectoraat Jeugd en Samenleving van de Hogeschool Inholland. Betrokken pedagogisch professionals kunnen schrijven naar pedagogisch.collectief@gmail.com.
Foto: Photo by Helena Lopes on Unsplash