Hobbelend richting integrale ondersteuning in sociaal domein

Op zoek naar een effectieve integrale ondersteuning in het sociaal domein, experimenteerde de gemeente Leidschendam-Voorburg met subsidietafels. De eerste resultaten stellen teleur, maar bieden ook handvatten tot verbetering, vindt voormalig wethouder Coördinatie Sociaal Domein, Floor Kist.

De subsidietafel is een populair instrument bij lokale overheden om de integrale ondersteuning van welzijn en maatschappelijk werk in het sociaal domein te verbeteren. Prima natuurlijk, dat streven naar verbetering, maar hoe kan een subsidietafel daaraan bijdragen? Wat is dat überhaupt? Een plaats delict voor een bacchanaal, à la de film La grande bouffe, of een variant op het keukentafelgesprek, dit keer voor bestuurders en professionals?

Het is iets minder spannend helaas. Een subsidietafel is een overleg waarbij aanbieders en gemeente met elkaar in gesprek gaan over wat bijvoorbeeld het beste aanbod is om de zelfredzaamheid van buurtbewoners te vergroten.

Een gemeente moet duidelijk zijn over wat een integrale benadering volgens haar behelst

Kort gezegd stellen de disgenoten eerst gezamenlijk spelregels op over de werkwijze en besluitvorming van de subsidietafel. Daarna adviseren ze het college van burgemeester en wethouders over subsidieaanvragen over de eerder gestelde opgave, in dit geval een grotere zelfredzaamheid van buurtbewoners in de Zuid-Hollandse gemeente Leidschendam-Voorburg.

Doelen en resultaten

Met de introductie van de subsidietafels in maart 2020 had de gemeente verschillende doelen voor ogen:

  • meer integrale ondersteuning
  • grotere zelfredzaamheid van buurtbewoners
  • meer ruimte voor professionals om gezamenlijk activiteiten te formuleren die inspelen op de behoeften van bewoners
  • besparingen, door gezamenlijke plannen en gecoördineerde activiteiten

Ruim drie jaar later kunnen we vaststellen dat het werken met subsidietafels niet het verwachte resultaat opleverde. Dat had te maken met verschillende factoren. Ik noem ze kort:

  • door het ontbreken van een expliciete definitie van doelen was er onduidelijkheid over wat partijen onder integraliteit verstonden. Daardoor bleef ook de formulering van het gewenste resultaat in de lucht hangen
  • vanwege het ontbreken van prioriteiten ontbrak er een duidelijke definitie van de doelgroep
  • voorafgaand aan de start is er geen grondige discussie gevoerd over de baten en lasten van de integrale aanpak
  • ook ontbrak een heldere en eenduidige definitie van het begrip zelfredzaamheid.

Lessen

Welke lessen kunnen we trekken uit de ervaringen van Leidschendam-Voorburg?

Ten eerste dat een gemeente duidelijk moet zijn over wat een integrale benadering volgens haar behelst. Het belang van duidelijkheid is des te groter bij begrippen die vele definities hebben. Dat geldt voor integraliteit maar ook voor zelfredzaamheid. Voor dat laatste begrip is een exacte formulering afhankelijk van de doelgroep.

Gemeente moet duidelijk zijn over wat voorop staat: kwaliteit of kwantiteit?

Daarnaast is het cruciaal dat de gemeente van meet af aan duidelijkheid betracht over wat ze met de inzet van subsidietafels wil bereiken en wat ze ervoor over heeft. Wil ze een integrale verbetering van de zelfredzaamheid van buurtbewoners voor dezelfde geld als ze voorheen aan individuele subsidies voor dat doel kwijt was? Of wil ze met hetzelfde geld meer buurtbewoners bereiken? Met andere woorden, wat staat voorop: kwaliteit of kwantiteit?

Doelgroep betrekken

Ten derde vergt de inzet van subsidietafels een gezamenlijke inspanning van gemeenten en aanbieders. Die benadering past in een wat ik hier voor het gemak supplier consultation noem. Oftewel, een vragende partij (de gemeente) betrekt in complexe zaken (zoals de zelfredzaamheid van burgers) de aanbieders (van zorg en welzijn) bij het preciezer formuleren van de vraag. Om dat proces goed te laten verlopen, moet er een helder onderscheid bestaan tussen formulering van de exacte vraag en dat van de gezamenlijke aanpak.

Dit onderscheid is noodzakelijk voor een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. Als een gemeente duidelijk aangeeft wat zij met de subsidietafels beoogt, is het voor aanbieders gemakkelijk om aan te geven hoe zij aan die ambities kunnen bijdragen. Evident is dat ook de doelgroep betrokken moeten worden, het gaat er immers om dat zij zichzelf beter weten te redden in de samenleving.

Een integrale aanpak is niet altijd en overal mogelijk of nuttig

Ten vierde is het goed om te bedenken dat een integrale aanpak niet altijd en overal mogelijk of nuttig is. Wees realistisch in je verwachtingen daarover. Voor het bevorderen van zelfredzaamheid geldt hetzelfde. Niet elke doelgroep zal even zelfredzaam zijn. Een realistische insteek zorgt voor een gerichter aanbod van activiteiten.

En tot slot: een gemeente moet zich er voortdurend van bewust zijn dat maatschappelijke organisaties weliswaar een grote betrokkenheid met de samenleving en hun cliënten hebben, maar tevens een financieel belang. Ze willen hun subsidies niet kwijt. Maatregelen die hun financiering in gevaar dreigen te brengen, roepen onvermijdelijk weerstand bij hen op. Daar moet je als gemeente terdege rekening mee houden.

Zeker geen fiasco

Leidschendam-Voorburg had hooggespannen verwachtingen over de inzet van subsidietafels. Uit de resultaten blijkt dat die verwachtingen maar gedeeltelijk zijn ingelost. Is de inzet van subsidietafels daarmee een fiasco gebleken? Nee, want de ervaringen uit de afgelopen jaren hebben waardevolle inzichten opgeleverd voor de organisatie van een integrale aanpak in het sociaal domein.

Een duidelijke definitie van doelen, rollen en processen vormen de kern voor een verbeterde inzet van subsidietafels. Ook belangrijk is dat degenen die aan de tafel aanzitten realistische verwachtingen koesteren over de inspanningen en de resultaten van de integrale aanpak.

Met de opgedane kennis kan Leidschendam-Voorburg verder werken aan het versterken van de zelfredzaamheid van haar inwoners. De resultaten van drie jaar subsidietafels bieden tal van mogelijkheden om te komen tot een geïntegreerd systeem dat daadwerkelijk aansluit op de behoeften van burgers.

Floor Kist was wethouder coördinatie Sociaal Domein in Leidschendam-Voorburg. Hij werkt thans aan een promotieonderzoek over subsidietafels en de mogelijkheid hierbij interactive intelligence toe te passen.

 

Foto: Heinrich Böll Stiftung (Flickr Creative Commons)