INTERVIEW Nederland laat Afghaanse medewerkers in de steek

De vele Afghanen die in de afgelopen twintig jaar samen met Nederlandse militairen en hulporganisaties werkten aan de opbouw van een veilig Afghanistan, vrezen voor hun leven. Het antwoord van de Nederlandse overheid op hun noodoproep is volgens de Nederlands-Afghaanse huisarts in opleiding Niloufar Rahim ‘miezerig.’

Rahim wijst erop dat vele Afghanen intensief samenwerkten met Nederlandse soldaten, politieagenten en ontwikkelingswerkers ten behoeve van de missies Enduring Freedom en Resolute Support Mission. Mensen die volstrekt in de steek worden gelaten, terwijl ze in groot gevaar verkeren, ook de kok die voor Nederlandse soldaten kookte.’

Om hen zo pardoes de rug toe te keren, zoals de Nederlands regering doet, noemt Rahim die behalve huisarts in wording tevens voorzitter is van KEIHAN,  een stichting die de integratie van Afghanen in Nederland bevordert, ‘hard, heel hard.’ Het past volgens haar in een beleid dat ‘super traag reageert op de eerdere vraag van tolken aan het demissionaire kabinet Rutte om hen uit Afghanistan te halen. Die dringende vraag stelden zij ruim vóórdat de Afghaanse president Ashraf Ghani het land ontvluchtte en de Taliban de macht overnamen.’

Het debat dat de vaste commissie voor Defensie van de Tweede Kamer aan de situatie in Afghanistan wijdt, komt laat. Te laat. Toch hoopt Rahim dat ‘de Nederlandse overheid inziet dat ze de Afghaanse medewerkers gewoon niet in de steek kan laten. Een groot deel van de Nederlandse bevolking vindt in ieder geval van niet.’

Ze verwijst naar een petitie van Cordaid, maatschappelijke organisaties, de Afghaanse diaspora in Nederland, Afghanistan-veteranen en prominenten, die binnen twee dagen 20 duizend keer is ondertekend. De initiatiefnemers roepen het kabinet op om acuut over te gaan tot de evacuatie van alle Afghanen die met Nederlandse militairen en NGO’s hebben samengewerkt en om die reden bedreigd worden.

Weinig realiteitszin van Nederland

‘Ik vind dat het kabinet de verantwoordelijkheid moet nemen om al die mensen daadwerkelijk naar hier te halen. De zienswijze, zoals verwoord door het VVD-Tweede Kamerlid Jeroen van Wijngaarden in het commissiedebat over de Afghaanse situatie om ook nu nog eens “goed te kijken” naar welke Afghanen we naar hier halen, getuigt niet van veel realiteitszin.’

De les die de regering uit het Afghanistan debacle moet trekken, is dat Nederland voortaan beter nadenkt over de mogelijke consequenties van militaire missies in het buitenland. ‘Als lokale mensen voor een missie worden ingezet, dan heb je als land de humanitaire en morele plicht om die mensen te helpen, zodra ze gevaar lopen om gestraft te worden voor hun medewerking. Je kunt je het als land niet veroorloven om daar vooraf niet goed over na te denken en er vervolgens adequaat naar te handelen.’

Programma's vallen stil

Niloufar Rahim was twee jaar geleden voor het laatst in Kabul. Ze verwacht dat ze er voorlopig niet kan terugkeren. ‘Wat vermoedelijk ook stopt, zijn de inspanningen van onze stichting om de erbarmelijke gezondheidszorg in Afghanistan te verbeteren. De afgelopen tien jaar stuurden we eenvoudige medische spullen naar het land en verzorgden we trainingen en uitwisselingsprogramma’s. In die tijd hebben we honderden Afghaanse studenten medische vaardigheden bijgebracht, bijvoorbeeld hoe ze mensen in acute nood kunnen reanimeren en hoe ze sectie moeten verrichten.’

De programma’s waarbij de fysieke aanwezigheid van KEIHAN-medewerkers vereist is, stoppen hoe dan ook. Maar ook de onlineprojecten, onder anderen in de strijd tegen corona, dreigen voortijdig te eindigen. ‘Dat heeft alles te maken met de bizarre regels die de Talibanleiding ongetwijfeld weer zal uitvaardigen op tal van leefgebieden. Als het internet onder strenge censuur komt of vanwege een gebrekkige stroomvoorziening stilvalt, kunnen studenten en docenten elkaar ook virtueel niet meer ontmoeten. In je eentje wetenschappelijk onderzoek doen, zonder de mogelijkheid om anderen of bronnen te raadplegen, dat is niet te doen.’

Bijna berustend in wat onvermijdelijk lijkt: ‘Het allerergst vind ik dat we straks nog maar weinig zullen horen over het lot van al die Afghanen die met de westerse landen hebben samengewerkt en niet op tijd zijn geëvacueerd.’

Jan van Dam is freelance journalist.

 

Foto: Afghanistan matters (Flickr Creative Commons)