Online platforms verzwaren risico’s voor huishoudelijk werkers

Schoonmaken via een online platform is niet zonder risico’s. Erasmus-wetenschappers Jans Berden en Francisca Grommé signaleren dat platforms risico’s op bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag of onderbetaling zelfs vergroten. De huidige beleidsfocus op reguliere arbeidsrelaties adresseert deze problemen onvoldoende.

Wanneer het gaat over platformwerk, wordt vaak gesproken over flitsbezorgers, maaltijdbezorgers of Uber-chauffeurs. Een minder zichtbare groep verricht platformwerk aan huis, zoals zelfstandige thuiszorgwerkers en schoonmakers. Zij zijn veelal ondergewaardeerde arbeidskrachten die door hun zorgverlening onze samenleving draaiende houden.

In 2022 spraken wij 22 platformwerkers die schoonmaakwerk verrichten, soms in combinatie met informele zorgtaken. Schoonmakers vormen een kwetsbare groep die historisch te maken heeft met gebrekkige bescherming. Platformen beloven flexibiliteit, een ‘ondernemende’ identiteit en kans op meer status, waardering en betere werkomstandigheden dan bij schoonmaakbedrijven of in zwart werk. Dit zijn de (niet altijd gerealiseerde) sellingpoints van het recent failliete Helpling en van nog bestaande platformen zoals Werksters, Hlprs en Care.com.

Platformwerk verzwaart echter ook sommige risico’s van dit schoonmaakwerk. We reflecteren op drie van die risico’s om verschillende kanten van het werk te belichten.

Meer risico op grensoverschrijdend gedrag

Huishoudelijk platformwerkers maken zelf afspraken bij particulieren en zijn vaak onzichtbaar voor buitenstaanders. Bij sommige respondenten in ons onderzoek faciliteerde dit grensoverschrijdend gedrag, variërend van ongepaste opmerkingen en WhatsAppberichten tot aanrakingen en pestgedrag. Vrouwelijke schoonmakers kiezen er daarom bijvoorbeeld voor niet bij alleenstaande mannen te werken of hun werklocatie naar bekenden te sturen. Regelmatig inspecteren ze vooraf het adres van de opdrachtgever.

Maanden later heeft Nicole nog niets ontvangen

Schoonmaker Demi vertelt: ‘Ik maak niet zo graag schoon bij mannen. Al ben ik wel hard van mezelf en zo, het is een risico. Stel ze maken die opmerkingen, en jij blijft komen, dan denken ze van: oh ze accepteert het, ze vindt het soort van ok, dus ik kan verdergaan. Het is eerst een opmerking en dan is het bijvoorbeeld even een tikje tegen je aan. En zo gaat het langzaam verder.’ Volgens Demi is het vrijwel onmogelijk om met het platform in contact te komen.

Bij problemen staan de schoonmakers er alleen voor en maken zij zelf de keuze om wel of niet door te gaan. Dergelijke risico’s hebben altijd bestaan, ook voor schoonmakers buiten platformen. Maar platformwerk kan deze risico’s verzwaren vanwege de laagdrempeligheid en anonimiteit van klanten en omdat er vaak geen fysieke tussenpartij is in de vorm van een contactpersoon of kantoor. Uit de interviews blijkt bovendien dat de screening van klanten minimaal is.

De platformwerkers dragen zelf de volledige verantwoordelijkheid voor hun veiligheid, een situatie die ze (onterecht) rechtvaardigen met de keuzevrijheid in het accepteren van een klant en met de toegankelijkheid van digitale tools.

Toename onbetaald werk

Het ‘vooronderzoek’ dat schoonmakers doen voor ze een klus accepteren, kan gezien worden als onbetaald werk. Ook chatten met opdrachtgevers, kennismakingsgesprekken en administratie zijn hier onderdeel van. De tijd die platformwerkers daaraan kwijt zijn varieert van minuten tot uren of soms dagen per week. Ze accepteren deze onbetaalde tijd, die ze bovendien niet kunnen gebruiken om betaald te werken.

Algoritmes en klantenreviews verhogen de concurrentie tussen platformwerkers en beperken de voordelen

Zo werd Nicole last minute geboekt voor een kennismaking. Omdat de opdrachtgever geen klik voelde, wilde ze de boeking om te komen schoonmaken annuleren. Dit kon echter niet, omdat de kennismaking minder dan vierentwintig uur daarvoor gepland werd. Ze liet Nicole daarom het werk doen, maar uitte achteraf haar ontevredenheid en betaalde haar niet. Maanden later heeft Nicole nog niets ontvangen en krijgt ze bij het platform geen gehoor.

Risico’s met betrekking tot onbetaald voorwerk, annuleringen en betalingsgeschillen nemen nieuwe en intensievere vormen aan via platformen. Bovendien stellen platformen, als ze al bereikbaar zijn, vaak de opdrachtgever in het gelijk. Een bijkomend risico is het ontvangen van negatieve reviews die kansen op werk aanzienlijk verminderen.

Vastzitten in platformwerk

Veel platformwerkers starten vanuit behoeften aan flexibiliteit, zelfstandigheid, status en hoger inkomen. Algoritmes en klantenreviews zijn echter zeer bepalend. Ze verhogen de concurrentie tussen platformwerkers en beperken de voordelen. Bovendien ontdekken veel platformwerkers dat zij toch regelmaat nodig hebben, voor een gezinsleven of studie. Dit maakt dat platformwerk soms op een baan in loondienst lijkt, maar dan zonder uitzicht op sociale zekerheid of inkomensgroei.

Wanneer iemand een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt ervaart en afhankelijk wordt van platformwerk, wordt het steeds lastiger dit werk te verlaten. De drieënzestigjarige Thea begon na haar scheiding bij een platform. Ze vindt het werk lichamelijk zwaar en twijfelt of ze het nog vier jaar volhoudt, maar ziet weinig andere opties vanwege een gat in haar werkervaring.

Vaak wordt nadruk gelegd op bescherming binnen een dienstverband, terwijl veel platformwerkers dat niet nastreven

De vierentwintigjarige Farah combineert platformwerk met een baan in de bediening, twee stages, vrijwilligerswerk en het verkopen van haar kunst: ‘Ik hoop echt in de toekomst een normale baan te hebben, waar mensen me niet discrimineren op mijn afkomst of ervaring. Mensen weigeren me omdat ik de taal niet spreek. Ik was echt, echt verdrietig omdat ik mijn best deed om iets te vinden. Ik stuurde heel veel e-mails, maar niemand accepteerde me.’ Farah kwam als internationale student moeilijk aan werk. Ze hoopt dat platformwerk ervaring biedt, haar Nederlands verbetert en een opstapje is naar passender werk.

Platformen bieden enerzijds toegang tot betaald werk wanneer dit op reguliere wijze niet binnen bereik is, maar leiden anderzijds tot stagnatie in opwaartse mobiliteit. Een afstand tot de arbeidsmarkt, inkomensafhankelijkheid en controle zorgen er vaak voor dat platformwerkers vastzitten in werk dat zij niet langdurig willen of kunnen doen, vanwege bijvoorbeeld andere toekomstambities, het maatschappelijke imago en de waardering van schoonmaakwerk of de fysieke aard van het werk.

Maak risico’s lichter

De beleidsfocus op regulatie van arbeidsverhoudingen heeft geleid tot het faillissement van Helpling, maar adresseert bovenstaande risico’s onvoldoende. De platformen Werksters en Hlprs hanteren de Regeling dienstverlening aan huis van de overheid. Deze regeling legt verantwoordelijkheden bij particuliere opdrachtgevers. Omdat dit nauwelijks wordt gehandhaafd, is er een grijs gebied waarin werkers onbeschermd blijven.

Daarnaast wordt vaak nadruk gelegd op bescherming binnen een dienstverband, terwijl veel platformwerkers dat niet nastreven of kunnen aangaan. Ze zijn gewend aan de relatieve vrijheid en aan de afwezigheid van een baas. Onze respondenten zien daarom veelal bewust af van dienstverbanden of hebben door negatieve ervaringen in het verleden hun vertrouwen daarin verloren.

Onze bevindingen zijn niet alleen relevant voor schoonmakers, maar ook voor mensen die zorgtaken aan huis uitvoeren. In lopend onderzoek zien we dat ook thuiszorg en pgb-budgetten door platformen gefaciliteerd worden. Vanwege deze toenemende platformisering is het extra belangrijk om onderbetaling aan te pakken door een minimumloon te erkennen en te handhaven. Dat kan dan een buffer vormen bij tegenslagen of verlies van werk.

Oplossingen voor risico’s als grensoverschrijdend gedrag en stagnatie liggen elders. Naast bewustwording van verantwoordelijkheden bij opdrachtgevers, vragen we beleidsmakers, vakbonden en platformbedrijven te luisteren naar ervaringen en behoeften van platformwerkers aan huis en na te denken over toezicht en bescherming binnen deze nieuwe, niet-reguliere manieren van werken.

Jans Berden werkt als onderzoeker bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB). Francisca Grommé is daar universitair docent binnen de master Digitalisation in Work and Society en onderzoeker Social Impact of AI (AIPact).

 

Foto: zoetnet (Flickr Creative Commons)