Wettelijk regelen van zeggenschap: samen werken aan democratiefitness

Wat heeft tien jaar pleiten en strijden voor meer zeggenschap en ruimte voor bewonersgroepen om zelf initiatieven te nemen opgeleverd? Thijs van Mierlo, directeur van de landelijke vereniging van actieve bewoners LSA, kijkt terug en vooruit.

Hoi, mijn naam is Edward, Rotterdammer en al 35 jaar actief in veel buurten van Rotterdam om op basis van input van bewoners en jeugd oplossingen te maken. (…) Hierbij maak ik gebruik van mijn ‘right to challenge’ om de gemeente uit te dagen, omdat andere wegen om met de gemeente van onderop samen te werken aan gezonde zorg, groener welzijn en kansrijker werk steeds minder begaanbaar zijn geworden. De participatieoverheid is geen succes gebleken…

In februari 2023 postten tal van Rotterdammers, allen met een enorme staat van dienst in de wereld van bewonersinitiatieven, soortgelijke berichten op LinkedIn. Frustratie over de manier waarop het steeds niet lukt om achter aanbestedingsmuren te komen en hoe kleine organisaties steeds lastiger voet aan de grond krijgen in Rotterdam.

Inmiddels pleiten we bij LSA, de landelijke vereniging van actieve bewoners, alweer tien jaar voor het wettelijk regelen van meer zeggenschap en vooral ruimte voor bewonersgroepen om zelf initiatieven te nemen. Geïnspireerd door de community rights in het Verenigd Koninkrijk werken we aan het recht dat regelt hoe bewoners zelf publieke taken en maatschappelijk vastgoed kunnen overnemen.

Bewoners zien het right to challenge als een instrument voor een gelijkwaardige positie, voor meer duurzaamheid binnen het initiatief en de organisatie en als vliegwiel voor meer initiatief en eigenaarschap in de buurt. Iets wat tot die tijd maar nauwelijks lukt en waarin participatie heel vaak verstoken blijft van zeggenschap. Iets wat betrokken bewoners vaak tot wanhoop drijft en ervoor zorgt dat veel bewoners afhaken en geen initiatief meer nemen.

Een papieren tijger?

Via een lange en ingewikkelde route langs moties en initiatiefvoorstellen in de Tweede Kamer verschijnt in 2015 het ‘recht om uit te dagen’ voor het eerst in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Op initiatief van gemeenteraden gaat ongeveer een derde van de gemeenten aan de slag met een lokale uitwerking. En in 2018 en in 2022 staat in het Regeerakkoord het voornemen om het uitdaagrecht wettelijk te borgen en de invoering in de Nederlandse gemeenten te stimuleren.

Professionals en instanties als gemeenten zijn nog niet altijd gewend aan het samenwerken met maatschappelijke initiatieven

In 2017 blijkt uit eigen onderzoek van LSA dat ongeveer een derde van de gemeenten (125 van de 388) het right to challenge heeft vastgelegd in beleid.1 Dat betekent dat er specifieke afspraken zijn gemaakt over hoe bewonersgroepen publieke taken kunnen overnemen of maatschappelijk vastgoed in beheer of eigendom kunnen overnemen.

In een inventarisatie uit 2019 wordt geconcludeerd dat 168 gemeenten werken met het uitdaagrecht.2 Slechts 67 gemeenten zijn dan ook daadwerkelijk ‘uitgedaagd’. Niet zo verwonderlijk, als je kijkt hoe gemeenten de uitwerking hebben vormgegeven. Communicatie ontbreekt, de uitnodigende houding blijft achter en veel bewonersinitiatieven die contact zoeken over het uitdaagrecht stuiten op een gemeentelijk apparaat dat geen vorm kan geven aan deze nieuwe manier van samenwerken en hierdoor de deuren gesloten houdt of bewonersinitiatieven via andere participatieroutes probeert verder te helpen. 14 gemeenten hebben een verordening opgesteld, 35 hebben spelregels en voorwaarden uitgewerkt, bij 31 gemeenten is informatie vindbaar op de gemeentelijke website.

Verdeling verantwoordelijkheid

Dat zeggenschap voor bewoners niet vanzelfsprekend is, tonen ook recente studies aan. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) constateert in een studie naar de verantwoordelijkheidsverdeling tussen burgers en overheid in de afgelopen tien jaar dat er slechts beperkte ruimte was voor burgers in termen van zeggenschap: zij worden weinig betrokken bij de ontwikkeling van beleid, terwijl de overheid wel veel van burgers verwacht bij de uitvoering ervan.3

Het Overlegorgaan voor de Fysieke Leefomgeving constateert dat in de warmtetransitie het huidige institutionele systeem niet voldoende is ingericht op maatschappelijke initiatieven.4 Professionals en instanties als gemeenten zijn nog niet altijd gewend aan het samenwerken met maatschappelijke initiatieven. Ze vinden het moeilijk om maatschappelijke initiatieven passend te behandelen.

In een advies over de toekomst van eerstelijnszorg door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) wordt het beter benutten van de kracht van de samenleving en het beter ondersteunen en stimuleren van bewonersinitiatieven als belangrijkste uitgangspunt genoemd.5

Pioniers en wegbereiders

Waar het lukt om als bewonersgroep initiatief te nemen en zelf taken over te nemen, gebeuren mooie dingen. Honderden grootschalige bewonersinitiatieven maakten er gebruik van en zijn over het algemeen enthousiast over wat ze hebben bereikt. Het openhouden van een dierenweide, dagbesteding, beheer van een sporthal, groenonderhoud, energieklussendiensten, talloze ontmoetingsplekken, dorpsvisies en inrichting en beheer van parken. Ook provincies en waterschappen leren het uitdaagrecht kennen en worden steeds enthousiaster. De voorbeelden zijn talrijk en het heeft veerkracht en eigenaarschap in de samenleving vergroot.

Overheden zien in dat zij gemeenschappen keihard nodig hebben om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden

Deze pioniers duiden op een ontwikkeling waarin gemeenschappen en bewonersinitiatieven een plek aan tafel opeisen. Bewoners willen met hun eigen ideeën, met de talenten en kennis in de gemeenschap en met samen geformuleerde doelen de samenleving eerlijker, duurzamer en socialer maken. Overheden zien in dat zij deze gemeenschappen keihard nodig hebben om de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden.

Zo ontstond er in Zutphen een mooie samenwerking tussen het energieloket en de gemeente toen zij hun gemeente uitdaagden om niet een extern adviesbureau in te huren. Nu zorgt een groep betrokken Zutphenaren voor het mobiliseren van mensen en ideeën om Zutphen duurzamer te maken.

Overheid kan het niet alleen

Gestart in de Wmo zien we ook in de Bibliotheekwet, in erfgoedbeleid, in de Klimaatwet en bijvoorbeeld in het Nationaal Programma Landelijk Gebied voorstellen en uitwerkingen van het uitdaagrecht om gemeenschappen beter in positie te brengen. De overheid geniet steeds minder vertrouwen en de complexe onderwerpen vereisen oplossingen die samenwerking van alle betrokkenen vraagt.

De burger eist meer zeggenschap op. De overheid is hierbij zeker belangrijk, maar moet ruimte bieden aan andere spelers. En dat vraagt soms om nieuwe spelregels. Spelregels die bijvoorbeeld in Amsterdam in een constructief en co-creatietraject zijn vormgegeven door veel actieve Amsterdammers, en zo hebben gezorgd voor een duidelijk beleidskader, dat ze zelf omschrijven als een handvat, een proces en een structuur.

Met afspraken alleen kom je er niet, zo leert tien jaar werken aan zeggenschap ons

Ik ben me er erg van bewust dat niet iedere inwoner van Nederland in staat is of zin heeft om zelf initiatief te nemen of zijn of haar stem te laten horen. Daar komt diezelfde overheid om de hoek kijken om de belangen van alle burgers mee te nemen en er ook voor te zorgen dat in die belangenafweging rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van alle burgers om mee te praten en te doen; een belangrijk onderdeel van die nieuwe spelregels.

Participeren is een recht

Met de Wet versterking participatie op decentraal niveau, die ter behandeling in de Tweede Kamer ligt, wordt de betrokkenheid van inwoners versterkt bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid van hun gemeente, provincie of waterschap. ‘Door in de wet vast te leggen dat in de participatieverordening regels kunnen worden gesteld over het uitdaagrecht als specifieke vorm van participatie, wordt bevestigd dat inwoners hun overheid kunnen uitdagen om een gemeentelijke taak over te nemen. Bij gebruik van het uitdaagrecht wordt de betrokkenheid en het eigenaarschap van inwoners en maatschappelijke partijen in hun directe leefomgeving vergroot. (…) Op die manier draagt het uitdaagrecht bij aan een veerkrachtige samenleving’, zo schrijft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een begeleidende brief aan de Kamer.6

Democratiefitness

We komen weer een stapje dichter bij werken aan meer zeggenschap als in alle lokale participatieverordeningen nieuwe afspraken worden vastgelegd. En hoe belangrijk ook om zeggenschap als recht te verankeren; met afspraken alleen kom je er niet, zo leert tien jaar werken aan zeggenschap ons. De minister heeft geen uitvoeringsprogramma gepland en begroot om te werken aan een andere verdeling van zeggenschap in de samenleving en binnen al die overheidsorganisaties.

Het is mijn droom om in alle dorpen en wijken te bouwen aan een plek waarin we – allemaal samen ‒ oefenen in democratie. Zoals ik ooit in Kopenhagen de democratiegarage bezocht en meedeed aan democratiefitness. Een echte doe-werkplaats voor democratie, gedreven door het verlangen naar meer en betere democratie. Waar mensen die nog nooit initiatief namen met al sterk georganiseerde gemeenschappen samenkomen, om zowel de dagelijkse als de grootste uitdagingen van de samenleving op te lossen. Met elkaar en met alles wat voorhanden is in de gemeenschap, waar ook de overheid deel van uitmaakt.

Hoognodig als je even terugdenkt aan de oproepen uit Rotterdam waarin de gemeente wordt uitgedaagd om nu eens echt van onderop te gaan samenwerken. Democratie is gewoon hard werken, en dat zullen we bij LSA ook de komende tien jaar nog blijven doen. Want zoals ik laatst hoorde, zijn democratische rechten als spieren. Hoe vaker en beter je ze gebruikt, hoe sterker ze worden. Maar je moet ze wel blijven gebruiken om ze niet te verliezen.

Thijs van Mierlo is directeur van de LSA, de landelijke vereniging van actieve bewoners.

 

Illustratie: OpenClipart-Vectors via Pixabay