Soa’s hebben meer aandacht nodig in seksuele vorming

Seksueel plezier, grenzen en consent krijgen in seksuele vorming steeds meer aandacht. Dit sluit aan bij de behoeften van jongeren. Onderzoekers Marte Wiersma en Mai Groenevelt pleiten ervoor soa-preventie niet te vergeten, want soa’s nemen onder jongeren al jaren toe.

Het RIVM constateerde in juni 2023 wederom een toename van het aantal vastgestelde soa’s onder jongeren in 2022. Deze stijging is vooral te zien in het aantal gonorroediagnoses. Het Parool bericht over afnemend condoomgebruik en onwetendheid onder jongeren over soa’s en NOS kopt 'Jongeren denken: een soa, so what?' over een nieuwe generatie jongeren die de gevolgen van soa’s onderschatten.

Het jongeren- en straathoekwerk kan een aanvullende rol spelen in seksuele voorlichting

Ook wij signaleerden in ons onderzoek dat aandacht voor de preventie van soa’s in het jongeren- en straathoekwerk vaak onderaan de prioriteitenlijst staat. Dit in tegenstelling tot thema's als weerbaarheid, seksuele grensoverschrijding en consent (toestemming), online seksualiteit (sexting, online daten, exposen, grooming) en seksuele- en genderdiversiteit. Hoe zorgen we ervoor dat jongeren hun wensen en grenzen bewaken én hun seksuele gezondheid?

Soa-aandacht van de radar

Al langer is bekend dat jongeren pleiten voor betere seksuele voorlichting op school (Rutgers, 2022). Het jongeren- en straathoekwerk kan hierin een aanvullende rol spelen omdat ze dicht bij de leefwereld van – vaak kwetsbare – jongeren staan. Deze positie stelt hen in staat om op een laagdrempelige, informele manier met jongeren in gesprek te gaan over alle facetten van seksualiteit, eventuele problematiek te signaleren en door te verwijzen naar experts, zoals GGD’s of Qpido.

Veilig vrijen, condoomgebruik en soa’s eindigen onderaan de prioriteitenlijst

Wij vroegen jongeren- en straathoekwerkers welke thema’s prioriteit hebben bij seksuele vorming. Voornamelijk seksuele grensoverschrijding en consent zijn urgent, aangewakkerd door maatschappelijke ontwikkelingen zoals de MeToo-beweging in 2017 en de Boos-uitzending over The Voice of Holland in eigen land.

Daarnaast is online seksualiteit een speerpunt aangezien de seksuele ontwikkeling van jongeren zich tegenwoordig deels online voltrekt en de nodige risico’s met zich meebrengt zoals exposing en sextortion. Ook seksuele- en genderdiversiteit is een belangrijk thema ingegeven door progressieve jongeren en jongeren- en straathoekwerkers die willen bijdragen aan het normaliseren van diversiteit.

Meer dan de helft van de jongeren weet niet dat wassen na seks geen soa’s voorkomt

Opvallend is dat de thema’s veilig vrijen, condoomgebruik en soa’s onderaan de prioriteitenlijst eindigen. In focusgroepen met jongeren- en straathoekwerkers komt ter sprake dat (het voorkomen van) soa’s een beetje van de radar is verdwenen. ‘Vroeger was echt dat je het daarover had. Dat jongeren zeiden hé no, geen ziekte van jou of zo.’ De jongeren in ons onderzoek bevestigen dit beeld. ‘Niet omdat dat niet belangrijk is, maar over chlamydia en hiv kan je best veel betrouwbare informatie vinden online.’

Gebrek aan kennis

Tegelijkertijd blijkt uit een kleinschalige enquête onder 85 jongeren tussen 16 en 24 jaar die bekend zijn bij het jongeren- en straathoekwerk dat hun kennis over (het voorkomen van) soa’s beperkt is. Meer dan de helft van de jongeren weet niet dat wassen na de seks geen soa’s voorkomt, dat er soa’s zijn waarvan meisjes geen kinderen meer kunnen krijgen en dat soa’s niet vanzelf over gaan. Over het algemeen scoren jongens minder goed op de kennisvragen dan meisjes.

Jongeren- en straathoekwerkers zouden een rol kunnen spelen in het opvullen van deze kennislacune. Bijvoorbeeld door het organiseren van voorlichtingsavonden in samenwerking met expertisepartners, zoals Sexmatters of de plaatselijke GGD, of door in gesprek te gaan met jongeren en hen voor te lichten. Echter, het aansnijden van thema’s als veilig vrijen en (het voorkomen van) soa’s is niet makkelijk.

Wij pleiten voor de terugkeer van nationale campagnes zoals Ik vrij veilig of ik vrij niet

Gesprekken over verliefdheid en relaties komen op zich wel op gang, maar jongeren beginnen niet snel uit zichzelf over hun seksuele ervaringen. Jongeren- en straathoekwerkers zijn daarom terughoudend. Ze willen jongeren niet afschrikken of aanzetten tot seksueel experimenteergedrag. Bovendien weten ze zelf vaak ook niet welke soa’s er zijn, hoe je ze kunt voorkomen en waar jongeren terecht kunnen als ze een soa hebben. Er blijkt behoefte te zijn aan basiskennis over soa’s en concrete aanknopingspunten om het gesprek met jongeren aan te gaan.

Weer landelijke aandacht

Het lijkt dus van groot belang om seksuele gezondheid – en specifiek soa-preventie – weer onder de aandacht te brengen bij jongeren (en bij professionals). Wij zien de verschuiving in het discours rondom seksuele vorming van risico’s en bescherming naar seksueel plezier, grenzen en consent als een mooie ontwikkeling. Echter, aandacht voor seksuele gezondheid mag hierdoor niet ondergesneeuwd raken.

Wij pleiten daarom voor de terugkeer van nationale campagnes zoals Ik vrij veilig of ik vrij niet die voorheen niet uit het straatbeeld weg te denken waren. Hiermee onderschrijven we de boodschap van oud-campagneleider van Soa-Aids Nederland Erwin Fisser in het Parool van 3 juni 2023 dat landelijke campagnes effectief zijn en belangrijk voor de volksgezondheid.

Er moeten weer gratis condooms verstrekt worden door de GGD

Jongeren moeten kennis hebben van soa’s, de ernst ervan niet onderschatten, weten hoe ze zich moeten beschermen en waar ze terecht kunnen voor behandeling. Ook vinden wij dat er weer gratis condooms verstrekt moeten worden door de GGD op plekken waar jongeren komen zoals jongerencentra, het uitgaansleven of op (hoge)scholen, mbo’s en universiteiten.

Dit soort maatregelen kunnen in de context van het jongeren- en straathoekwerk – net als The Voice en MeToo – concrete aanknopingspunten zijn om het gesprek met jongeren aan te gaan. Hiermee zetten we soa-preventie weer op de kaart én helpen we jongeren- en straathoekwerkers hieraan bij te dragen.

Marte Wiersma en Mai Groenevelt zijn onderzoeker bij het lectoraat Jeugd en Samenleving aan de Hogeschool Inholland. Ze deden twee jaar onderzoek naar bijdragen aan seksuele vorming in het jongeren- en straathoekwerk in Amsterdam, Zaanstad en Haarlem. Op 25 januari 2024 presenteren zij de resultaten tijdens het slotsymposium van Het hoort erbij! 

 

Foto: Liza Summers via Pexels.com