Enkele maanden na de aanvang van corona werd er aan de bel getrokken bij het buurtteam: Marieke, een jonge, alleenstaande vrouw met twee kinderen, was weer psychotisch aan het worden. Het was haar geleerd: niet laten oplopen, bijtijds hulp vragen. En nu draaide ze door, zag wat er niet was, verwaarloosde haar zoontjes en ging niet meer naar bed. Maar het buurtteam bezocht haar niet: te gevaarlijk met die snotneuzen in dat benauwde huisje.
Het is een van de vele voorbeelden: je eenzaam voelen doordat je in je nood verlaten wordt. Marieke viel korte tijd later ten prooi aan een diepe psychose, werd gedwongen opgenomen en haar zoontjes in pleeggezinnen ondergebracht. Ze had de gerechtvaardigde verwachting dat helpers je helpen als je hulp nodig hebt, maar dat bleek te optimistisch.
Ongehoord, verlaten en gegijzeld
Het voorval doet denken aan ouders die vele jaren nul op het rekest krijgen tijdens hun wanhopige zoektocht in de jeugdzorg of aan de slachtoffers in het toeslagenschandaal die in hun sop konden gaarkoken, ongehoord, verlaten en niettemin gegijzeld door het systeem.
Het zijn vormen van eenzaamheid aangewakkerd door de onbuigzame logica van professionele regiems die vaak ook uitvoerende professionals van goeden wille de voet dwars zet. Rechters in de toeslagenaffaire maken inmiddels gehakt van de alles-of-niets-regel die zij moesten volgen, schrijft de krant van vorige week. Volgens die regel mocht de Belastingdienst bij élke afwijking de hele kinderopvangtoeslag terugeisen. Zo moesten ze beslissen maar het druiste in tegen hun rechtsgevoel. Uitzonderingen daargelaten, vonnisten ze allemaal in het nadeel van de ouders. Met onnoemlijk leed en een gruwelijke eenzaamheid tot gevolg.
En toch, als we het VWS-programma ‘Een tegen Eenzaamheid’ bekijken, gaat het zelden over zulke eenzaamheid. De nadruk ligt op ouderen, vrijwilligersinzet en gezellige activiteiten waarin mensen in goede harmonie samengebracht worden. Dat is nuttig en nodig, maar onttrekt een belangrijke waarheid aan het gezicht: er zijn ook heel andere vormen van eenzaamheid en ondanks vrijwilligers en werkers die het goede graag willen, zijn het óók professionele regiems van zorg, hulp, recht en service die afschuwelijke eenzaamheid veroorzaken, in stand houden of niet wegnemen.
Eenzaam door instituties
Die vrijwilligers leren dat eenzaamheid zich in twee of misschien drie gestalten kan voordoen: sociaal, emotioneel, en ook existentieel. Waar is de institutionele variant? De oorzaken van eenzaamheid zouden afdoende bekend zijn: verlies van contacten door scheiding of de dood, het verkruimelen van gemeenschapsbanden, maar vooral persoonlijke kenmerken zoals oud, dementerend, autistisch of gehandicapt zijn.
Soms wordt gewezen op omstandigheden die eenzaamheid bevorderen: een lage opleiding, alleenstaand zijn, beroerd wonen, problemen hebben met rondkomen of werkloos zijn. De teneur is duidelijk: eenzaamheid wordt gepersonaliseerd en grotelijks ontdaan van zijn politiek-ethische en institutionele karakter. Maar dat beeld klopt domweg niet. En als de analyses al correct en breed zijn, dan verdwijnt die breedte zodra er interventieprogramma worden opgesteld.
Professionals, beleidsmakers en bestuurders zouden vaker kritisch naar hun eigen functioneren moeten kijken: hoeveel eenzaamheid is te wijten aan hoe professionele regiems zijn ingericht?
Doordat institutionele eenzaamheid lastig te herkennen is, noem ik nog enkele voorbeelden.
Lijden en hunkeren
Zo zie ik in de psychiatrie dat patiënten vaak hoog specialistisch behandeld worden, maar bekruipt me tevens het ongemakkelijke gevoel dat het behoeftige mensen zijn zoals u en ik. Mensen die in dit geval vreselijk lijden en mede daardoor hunkeren naar wat liefdevolle aandacht, troost of alledaagse lichamelijkheid. Toch is dat wat professionals gewoonlijk niet mogen of kunnen bieden. Te vaak is het smokkelwaar. En zo vereenzamen deze patiënten verder terwijl we hen denken te helpen. We maken ze misschien niet eenzaam, maar ondernemen ook weinig tegen hun eenzaamheid.
En wat te denken van ‘verwarde personen’. Weer zo’n gepersonaliseerde aanduiding. Zijn het niet mensen die in onze overgeorganiseerde samenleving hopeloos verloren lopen? Op het suïcidale af vereenzaamd en op zichzelf teruggeworpen? Wat doen we precies als we ze bestempelen als ‘verward’? Je zou ook in relationele termen over hen kunnen spreken: in ons midden dolen ze eenzaam rond, dat irriteert en verwart ons misschien, maar zegt vooral iets over de onherbergzaamheid van onze samenleving. Jawel, ze zijn ook verward, maar dat is het punt niet.
Onbarmhartig formalisme
Onderzoek laat het steeds weer zien: in de opvang van asielzoekers en vluchtelingen leidt onbarmhartig formalisme tot gruwelijke vormen van eenzaamheid. Mensen worden zoek gemaakt, ook als ze ernstig getraumatiseerd zijn. Het gebeurt door de afgedwongen werking van een professioneel regime. Hoe zullen we deze vorm van institutionele eenzaamheid noemen? Verstoting?
En dan zijn er nog de talloze boze burgers die elkaar in bubbels het hoofd op hol brengen. Mensen die zich verlaten en verraden voelen door wat ze de elite noemen, die almaar ervaren dat ze er niet werkelijk toe doen. Wie de beroepscode of het beroepsprofiel sociaal werk (beide uit 2018) erbij pakt, zal echter bar weinig lezen over sociale rechtvaardigheid, niets over politieke ethiek maar des te meer over de neoliberale waarden en idealen. Dat is geen beste basis om deze vorm van eenzaamheid – sociale overbodigheid – weg te nemen.
Stop onthechting samenleving
Dat Nederland, de sociale sector dus ook, neoliberale idealen is gaan omarmen, doet de zaak weinig goed. Je moet zelfredzaam zijn, autonoom kunnen beslissen, krachtig zijn, op alle fronten meedoen, veerkracht tonen bij tegenslagen, en zo meer. Mooi als het lukt, maar als je daar weinig capaciteiten toe hebt, leiden ze tot marginaliteit en eenzaamheid.
Het programma ‘Een tegen eenzaamheid’ is succesvol en nodig, maar we zijn eraan toe breder te kijken. Naar andere vormen van eenzaamheid, naar het aandeel van professionele regiems, naar de politiek-ethische dimensie van het probleem en naar het beleid dat vaak ongewild en meestal onbedoeld medeburgers in eenzaamheid stort. Vrijwilligers kunnen misschien de pijn van eenzaamheid verzachten, het komt er nu op aan om met elkaar het uiteenscheuren van ons maatschappelijke weefsel een halt toe te roepen.
Andries Baart is hoogleraar Presentie en Zorg, momenteel verbonden aan het UMC Utrecht, afdeling Psychiatrie, en aan de North West University in Zuid-Afrika. Hij schrijft vaker kritisch over eenzaamheid, zie: presentie.nl.
Foto: Jeffrey Wegrzyn via Unsplash